Maïs wordt pas na half september geoogst. Vanwege de uiterste zaaiperiode in de nazomer of het najaar lijken vooral winterrogge, wintertarwe, wintergerst en triticale geschikt voor uitzaai als stikstofvanggewas na de oogst van de maïs. Engels en Italiaans raaigras hebben mogelijkheden bij inzaai in de maïs (teelt onder dekvrucht).
Winterhardheid
Voor een stikstofvanggewas is ook de winterhardheid belangrijk. Een gewas dat vorstgevoelig is, kan snel kapot vriezen. Winterrogge, wintertarwe, triticale, wintergerst en Engels raaigras zijn het minst gevoelig voor vorst en om die reden geschikt als stikstofvanggewas. Er is heel weinig teeltkennis van Japanse haver, maar gezien de eerste praktijkervaringen lijkt dit gewas vorstgevoelig te zijn. Van bladkool zijn de winterhardheid en het uiterste zaaitijdstip niet duidelijk. Er schijnen nieuwere rassen te zijn die weinig gevoelig zijn.Doel stikstofvanggewas
Maïs stopt in augustus met de opname van stikstof en laat daardoor na de teelt vaak veel stikstof in de bodem achter. In de winter kan veel van deze stikstof verloren gaan door uitspoeling van nitraat. Hierdoor kan het nitraatgehalte in het grond- en oppervlaktewater te hoog worden. Om dit te voorkomen, is het bij wet verplicht om op zand- en lössgrond na mais een 'stikstofvanggewas' te telen. Een stikstofvanggewas moet zich nog voor de winter voldoende kunnen ontwikkelen en zoveel mogelijk stikstof opnemen. De uiterste zaaitijd van een gewas in het najaar is dan ook van groot belang.Contact informatie: Hans Hoek, PPO van Wageningen UR
Bron: BioKennis