Paul maakte rond zijn zeventiende voor het eerst kennis met bio-producten. Hij had een zaterdagbaantje op de groentemarkt in Haarlem, waar hij biologische producten verkocht. Na zijn eindexamen VWO heeft hij de opleiding van de Warmonderhof gedaan (opleiding voor biologisch-dynamische landbouw in Dronten. Al tijdens de opleiding begon hij te werken en wonen op de veehouderij van Gerrit Marsman in Marknesse. Hier werd op een halve hectare groenten verbouwd. Hij heeft de verdere ontwikkeling hiervan geïnitieerd, wat resulteerde in een V.O.F. met 20 hectare vollegrond grove groenteteelt.
"Mijn drijfveer was van meet af aan de biologische landbouw als totaal en de manier waarop we deze breder in de markt zetten, niet 'het boer zijn'. Ik werd en word vooral gedreven door de wens om nieuwe markten voor de biologische producten te ontsluiten. Dat werd me ook weer duidelijk toen ik wegging uit de polder en vijf jaar als rayonleider was betrokken bij het Natuurvoedingswinkelkanaal."
Daar heeft hij met plezier gewerkt, nieuwe winkels geopend, de omzet van een winkel in Den-Haag verdrievoudigd… Maar uiteindelijk loop je er toch tegen aan dat de schaalvergroting die je in die branche ziet vooral stoelt op overnames, niet op uitbreiding van de klantenkring. Dan kun je de winkels nog zo mooi en modern maken, daar bereik je toch vooral de al bestaande klanten mee. Je houdt een hele grote groep over die de stap over de drempel niet zal maken."
Een vraag die regelmatig wordt gesteld: als de vraag naar biologische producten toeneemt, is daar dan wel genoeg aanbod voor? "Er wordt vaak vergeten hoeveel er van de productie wordt geëxporteerd. Op dit moment is dat meer dan de helft van alle biologische akkerbouw en vollegrondsgroenten die in Nederland verbouwd wordt, bij kasgroenten zelfs 95%; er is dus meer dan genoeg ruimte voor een flink groeiende vraag."
Er wordt vaak gesproken over de logische combinatie van biologische landbouw en streekgebonden, regionale afzet. Paul heeft daar vaak discussies over, maar in zijn visie is Nederland één grote regio. Als je werkelijk verbreding van de biologische afzet beoogt – let wel: binnen Nederland, in plaats van het leeuwendeel te exporteren – kun je Nederland niet opknippen in allemaal kleine regio's. Je moet oppassen dat je niet alleen een verhaal verkoopt: het idyllische verhaal van eten van de boer 'uit de buurt'. Die boer of tuinder moet wel overleven, is gebaat bij langere termijn afzetgaranties, voldoende volumes. Dat lukt je niet als je krampachtig vasthoudt aan die regionale afzet, je moet denken in logistieke efficiëntie."
De belangstelling voor biologisch was bij Vroegop-Windig altijd al aanwezig, wat al resulteerde in een aanzienlijk biologisch assortiment. Dit jaar besloot het bedrijf ook duurzaamheid verder door te voeren in de hele bedrijfsvoering. Paul Fischer werd in juni benaderd met de vraag of hij het uitbouwen van het biologisch assortiment en het invulling geven aan verduurzaming bij Vroegop-Windig op zich zou willen nemen. Dat sprak hem aan. Randvoorwaarde is wel dat er oprechte interesse moet zijn voor biologisch binnen een bedrijf.
Vroegop-Windig is, samen met haar 'zusje' De Kweker (groothandel in levensmiddelen voor de professional in food, red.), deze weken nadrukkelijk in beeld als leverancier van biologische producten aan een aantal van de restaurants die meedoen aan de Oogstweek van Heerlijk Noord-Holland – de traditionele nazomerse campagneweek van noordhollandsegrond (11 t/m 19 september a.s.).
Horeca
De vraag aan Paul Fischer is hoe de biologische vlag er wat hem betreft bij hangt in de horecabranche. "Je kunt binnen je afzetstrategie wat mij betreft twee stromingen onderscheiden. Je hebt te maken met een stroming die prijskoper is, dat is de retail. Daar is een enorme prijsfixatie, waar je niet even doorheen kunt breken. Voor deze afnemers kijk je naar die producten waar het prijsverschil tussen biologisch en gangbaar zo klein mogelijk is, het makkelijkst is te overbruggen. Dan kom je uit op akkerbouw- en vollegrondsproducten.""Maar voor alle andere producten, de speciale en duurdere, is juist de horeca een veelbelovend kanaal. Daar gaan mensen naar toe om iets bijzonders te proeven en daar heb je ook de tijd om het verhaal om de producten heen te vertellen, waardoor de meerprijs minder als een barrière wordt ervaren. Vroegop-Windig wil zich een positie verwerven als vooraanstaand leverancier van biologische producten, bij de retail, de detailhandel, de lokale groenteboeren die hier komen inkopen en niet in de laatste plaats binnen de foodservice, waar zorginstellingen en horeca onder vallen. Daar hoop ik de komende tijd flink aan bij te kunnen dragen."
Toekomst biologisch
"De verbinding van biologische landbouw met duurzaamheid, daar draait het om. Biologische landbouw is wat mij betreft enerzijds de productie, maar net zo belangrijk is wat daar omheen in de handel wordt afgesproken. De teeltafspraken die je moet maken en de prijsafspraken. Je moet de telers echt verbinden aan het bedrijf, bijvoorbeeld door een jaarlijks teeltoverleg te organiseren, dat is één van de dingen die ik in wil voeren. Integrale duurzaamheid, dat vind ik daar wel een mooie term voor: duurzaamheid door de hele keten heen, daar gaat het om en dat wordt hier ook echt in de praktijk gebracht. Bijvoorbeeld in de vorm van schoon, elektrisch stadsvervoer."Ook de handelsrelaties die je als bedrijf aangaat moeten dus duurzaam zijn?
"Absoluut, dat is de grote uitdaging voor een organisatie als deze. Je merkt dat Vroegop-Windig al heel goed op weg is met de manier waarop we zaken doen en omgaan met onze telers. Dat is een mooie basis om op verder te bouwen."