Zou het mogelijk zijn de stikstofvoorziening op bedrijfsniveau volledig te dekken met behulp van maaimeststoffen? Deze vraag heeft het Louis Bolk Instituut opgepakt door met het computermodel NDICEA te rekenen aan twee vruchtwisselingen: die van OBS Bedrijfssystemenonderzoek in Nagele (niet meer operationeel) en die van de Broekemahoeve.
Efficiënt
Een strategie van niet zaaiui maar kool direct na grasklaver, en (niet-kerende) grondbewerking in het voorjaar blijkt zeer efficiënt wat betreft stikstof. Daar zijn meerdere factoren voor aan te wijzen:- de omzetting van grasstikstof in maaimeststikstof gaat vrijwel zonder verliezen gepaard. Bij dierlijke mest is altijd sprake van aanzienlijke N-verliezen;
- de stikstofwerking van maaimeststoffen is sneller dan die van vaste mest. Het kan dus iets meer gewasgericht worden ingezet;
- kool in plaats van uit. De totale N-opname van kool is aanzienlijk hoger dan die van ui, en de beworteling is aanzienlijk dieper. Daardoor kan kool efficiënter omgaan met de uit grasklaver vrijkomende stikstof;
- de grondbewerking in het voorjaar uitvoeren geeft een langere bodembescherming door gewas of groenbemester.
Uitdagingen voor de praktijk
Als u maaimeststoffen een belangrijke plek wilt geven op uw bedrijf liggen er twee uitdagingen op u te wachten: de mineralenbalans en de praktische inpasbaarheid. Bij veelvuldig gebruik van maaimeststoffen wordt veel minder of helemaal geen fosfaat en kali meer aangevoerd. Compost kan dat maar voor een deel compenseren. Het inpassen in de praktijk is ook een opgave: er staat niet altijd een snede klaar als u hem nodig hebt.Toekomst
Maaimeststoffen lijken geen hype. Ze sparen transport uit, zijn zeer stikstofefficiënt, nauwkeurig te doseren, het vrijkomen van stikstof is goed te voorspellen en de N-P-K-verhouding is zeer gunstig. Maaimeststoffen hebben dus toekomst.Contact informatie: Geert Jan van der Burgt, Louis Bolk Instituut
Bron: Biokennis