Biologische gewasbeschermingsmiddelen niet altijd 'groenere' keuze
"Door de zorg voor het milieu neemt de vraag naar biologische producten toe. Maar het is te simpel om te zeggen dat doordat het biologisch is, het ook daadwerkelijk beter is voor het milieu", zegt Rebecca Hallett, professor natuurwetenschappen aan de universiteit.
In het onderzoek is de milieu-impact van zes gewasbeschermingsmiddelen getest en er is gekeken naar hoe effectief de bladluizen gedood werden. Bladluizen vormen de belangrijkste bedreiging van de Noord-Amerikaanse soja-oogst.
De wetenschappers onderzochten vier synthetische beschermingsmiddelen: twee conventionele middelen die vaak gebruikt worden door sojaboeren en twee nieuwe middelen met een verlaagd risico. Ze onderzocht ook een op mineralen gebaseerde biologische olie en een ander product dat de schimmel bestrijdt en de insecten doodt.
De onderzoekers maakten gebruik van de milieu-impact quotiënt. Met behulp van deze database worden alle belangrijke factoren in de meting meegenomen. Er zijn ook veldproeven uitgevoerd op hoe goed elk bestrijdingsmiddel gericht bladluizen vernietigde, terwijl hun natuurlijke bestrijders ongedeerd bleven.
De wetenschappers ontdekten dat de minerale olie de meeste invloed op het milieu had, omdat het de bladluizen verstikt en er daarom grote hoeveelheden van moeten worden gebruikt. Vergeleken met de synthetische gewasbeschermingsmiddelen, bleken de op olie gebaseerde en schimmeluitroeiende producten minder effectief. Deze middelen bleken namelijk ook de lieveheersbeestjes en andere insecten te doden die belangrijk zijn bij het tegengaan van de groei van de bladluizenpopulatie. Deze insecten verminderen het milieu-impact, omdat ze de hoeveelheid benodigde gewasbeschermende middelen beperken.
"Uiteindelijk bleken de biologische producten veel minder effectief dan de conventionele middelen, ook hebben ze een hogere potentiële milieu-impact", aldus de professor.
23-06-10