Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Onderzoek: Extensieve melkveebedrijven zijn economisch stabieler

Een onderzoek naar extensieve melkveebedrijven laat zien dat natuurinclusieve en biologische bedrijven vaak beschikken over een werkbaar en stabiel verdienmodel, mits het ondernemerschap en vakmanschap op orde zijn. Vooral de overgang naar een extensievere bedrijfsvoering blijkt financieel en organisatorisch intensief. Dat blijkt uit Onder de Streep 2025: Bedrijfseconomische analyse van de transitie naar natuurinclusieve en biologische melkveehouderij, uitgevoerd bij 88 melkveebedrijven.

© Nataliia Mysik | Dreamstime

Het onderzoek analyseerde economische, milieutechnische en demografische gegevens over 2022 en 2023 en maakte onderscheid tussen extensieve, licht extensieve en gemiddelde bedrijven. Extensieve bedrijven produceren maximaal 10.159 kilogram meetmelk per hectare.

Volgens adviseur Adriaan Dubbeldam van DLV Advies, die extensiverende boeren begeleidt, ligt de uitdaging vooral in de omschakeling. "Melkveebedrijven die al extensief zijn, draaien economisch vaak prima. Maar de bedrijfsvoering extensiveren is financieel een grote uitdaging." Bedrijven rond Natura 2000-gebieden kunnen daarbij gebruikmaken van een extensiveringsregeling die vier jaar financiële ondersteuning biedt.

Lage kostenstructuur
Extensieve bedrijven kenmerken zich door lage kosten in stal en op het land. Ze voeren minder krachtvoer en maken veel gebruik van weidegang. Biologische bedrijven gebruiken gemiddeld 21 kilogram krachtvoer per 100 kilogram meetmelk, tegenover 27 kilogram bij niet-biologische bedrijven. Ook kosten voor gezondheidszorg, fokkerij en mestafvoer liggen lager dan bij gemiddelde bedrijven. Bij de gemiddelde bedrijven uit het onderzoek bedraagt mestafvoer gemiddeld 2 procent van de omzet.

Op het land profiteren extensieve bedrijven van lagere kosten voor loonwerk, brandstof en inputs. Er is veel kruidenrijk grasland, pacht van natuurland en weinig tot geen maïsteelt. Niet-biologische extensieve bedrijven maken daarnaast weinig kosten voor kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen.

Hogere opbrengsten en vergoedingen
Aan de opbrengstenkant realiseren extensieve bedrijven een hogere melkprijs, onder meer door biologische productie of deelname aan certificeringsprogramma's. Voor extensieve bedrijven ligt de melkprijs per 100 kilogram melk gemiddeld € 10,04 hoger dan bij de gemiddelde groep. Bij licht extensieve bedrijven is dat € 7,47.

Bijna de helft van de extensieve bedrijven heeft een substantiële neventak. Het gemiddelde saldo daarvan bedraagt € 60.000, tegenover € 10.000 bij gemiddelde bedrijven. Daarnaast leveren vergoedingen zoals ANLb, beheervergoedingen en beloningen uit de eco-regeling een belangrijke bijdrage. Biologische bedrijven ontvangen gemiddeld € 200 per hectare, niet-biologische bedrijven € 128 per hectare.

Stabiel inkomen, hoge vaste kosten
Een belangrijk dilemma blijft het aandeel niet-toegerekende kosten, die bij extensieve bedrijven gemiddeld 69 procent van de totale kosten bedragen, tegenover 51 procent bij gemiddelde bedrijven. Bij biologische bedrijven speelt daarnaast de lagere melkproductie per hectare een rol. Desondanks laat het onderzoek zien dat het inkomen van extensieve en biologische bedrijven over de periode 2021–2023 stabieler is en geleidelijk groeit.

Volgens Adriaan is ondersteuning in de transitie cruciaal. "Extensief boeren doet een beroep op nieuw vakmanschap en ondernemerschap. De extensiveringsregeling biedt ondernemers financiële speelruimte om te leren." De regeling voorziet ook in budget voor kennisontwikkeling, studiebijeenkomsten en het inhuren van experts. De extensiveringsregeling wordt in het eerste kwartaal van 2026 opnieuw opengesteld voor boeren in en rond Natura 2000-gebieden.

Bron: Groen Kennisnet

Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer