De resultaten van een meerjarige proef naar extensiever bodembeheer in de groenteteelt op het Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) zijn bekendgemaakt. De proef, die sinds 2020 loopt in het kader van het H2020-project SoildiverAgro, werd uitgevoerd onder begeleiding van het CCBT, het Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting voor de biologische teelt.
© Proefstation voor de Groenteteelt
In de proef werd een intensief bodembeheer vergeleken met een extensiever systeem. Het intensieve referentiesysteem bestaat uit spitten vóór zaaien of planten, beperkte toediening van organische stof en het gebruik van groenbedekkers alleen wanneer de hoofdteelt tijdig geoogst is. In het extensieve systeem werden de bodembewerkingen gereduceerd (niet spitten, enkel ondiep cultivatoren en frezen), werd groencompost toegepast en werden groenbedekkers frequenter ingezet, zowel na als vóór of tussen hoofdteelten. Beide systemen werden aangelegd op zowel een gangbaar als een biologisch perceel.
Gecombineerde effect van meerdere praktijken
De proef maakt deel uit van een bredere systeemaanpak. In plaats van afzonderlijke maatregelen te onderzoeken, werd gekeken naar het gecombineerde effect van meerdere praktijken op bodemkwaliteit, bodembiodiversiteit en gewasprestaties binnen dezelfde rotatie.
Na vier jaar blijkt het extensieve beheer duidelijke positieve effecten te hebben op de bodemkwaliteit. Het organische koolstofgehalte lag meer dan 0,5 procentpunt hoger dan in de intensief beheerde stroken, een significant verschil. Ook de totale stikstofvoorraad in de bodem steeg met circa 37%, terwijl die in het intensieve systeem gelijk bleef. Daarnaast werd een consistente, zij het niet-significante, stijging waargenomen van de pH en de kationenuitwisselingscapaciteit (CEC).
Snelle toename van aantal regenwormen
Op biologisch vlak valt vooral de snelle toename van het aantal regenwormen op. Al vanaf het eerste jaar werd gemiddeld een verdubbeling gemeten, een trend die zich in de daaropvolgende jaren voortzette. Deze toename wordt voornamelijk toegeschreven aan het achterwege laten van diepe kerende grondbewerking. Ook de totale biomassa en activiteit van het bodemleven namen toe, met name bij mycorrhizaschimmels.
De totale biodiversiteit nam minder sterk toe. Het aantal schimmel- en bacteriesoorten steeg met ongeveer 10%, terwijl het aantal nematodensoorten gelijk bleef. Biodiversiteitsindices zoals de Shannon-index laten wel een positieve trend zien, maar zonder grote verschillen.
Bodem werd luchtiger
Fysisch gezien verbeterde het waterbeheer van de bodem. Na een initiële lichte stijging van de bulkdichtheid daalde deze op langere termijn, waardoor de bodem luchtiger werd. Ook de waterinfiltratie vertoonde een duidelijke positieve trend, met minder plasvorming en een betere bewerkbaarheid onder natte omstandigheden.
Een belangrijk aandachtspunt bij extensiever bodembeheer is de hogere onkruiddruk. In alle jaren werden meer kiemende onkruiden gemeten, vooral eenjarige soorten. Dit vraagt om een aangepaste, intensievere mechanische onkruidbeheersing.
Hogere opbrengsten
Wat opbrengst betreft, blijkt het extensieve beheer vaak gelijkwaardige of zelfs hogere opbrengsten te realiseren, onder meer door hogere kwaliteit en minder ziekte-aantasting in sommige teelten. De arbeidsbehoefte bleef vergelijkbaar tussen beide systemen, terwijl de inputkosten iets hoger lagen bij het extensieve beheer, onder andere door de inzet van groenbedekkers.
De proef blijft verder lopen, zij het met een minder intensieve opvolging. De voorlopige resultaten zijn hier te bekijken.
Voor meer informatie:
Sander Fleerakkers
Proefstation voor de Groenteteelt
Duffelsesteenweg 101
2860 Sint-Katelijne-Waver
Tel: +32(0)15-300060
[email protected]
www.proefstation.be