Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Effecten van kruidenrijk grasland internationaal onderzocht

Productief kruidenrijk grasland staat volop in de belangstelling. Een internationale studie gepubliceerd in Science, waar het Louis Bolk Instituut aan heeft meegewerkt, laat zien dat een grotere soortendiversiteit een hogere opbrengst geeft bij lagere stikstofbemesting. Bovendien werd dit voordeel groter bij hogere temperaturen. Dit geeft het potentieel van kruidenrijk grasland aan in het licht van stijgende temperaturen als gevolg van klimaatverandering.

Het onderzoek, dat op 4 december 2025 is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science, is gebaseerd op de resultaten van veldproeven op 26 locaties wereldwijd (Europa, Noord-Amerika, China, Nieuw-Zeeland), waaronder twee locaties in Nederland. Nyncke Hoekstra, onderzoeker van het Louis Bolk Instituut, is een van de co-auteurs van het artikel. De resultaten zijn geanalyseerd onder leiding van het Trinity College in Ierland.

Productieve graslanden bevatten doorgaans een lage soortendiversiteit. Twee veelvoorkomende graslandpraktijken bestaan uit 1) een enkele grassoort (vaak Engels raaigras monocultuur) die wordt bemest met hoge hoeveelheden kunstmest, en 2) een gras-klavermengsel dat minder stikstofkunstmest krijgt.

Deze studie onderzocht of het toevoegen van meerdere soorten (tot twee grassen, twee klavers en twee kruiden) aan deze graslanden en hiermee het creëren van 'productief kruidenrijk grasland' de opbrengst kon behouden of verbeteren, terwijl de afhankelijkheid van stikstofkunstmest, wat negatieve milieueffecten heeft, afneemt.

De resultaten toonden aan dat mengsels van meerdere graslandsoorten hogere opbrengsten behaalden dankzij sterke synergetische interacties tussen gras-klaver en klaver-kruiden – de opbrengst van de mengsels was veel groter dan de som der delen.

De mix van zes soorten leverde gemiddeld een drogestofopbrengst van 12,3 ton per hectare per groeiseizoen op. Dit is een toename van 11% vergeleken met de grasmonocultuur bij een hoger stikstofbemestingsniveau. Daarnaast was deze opbrengst 18% hoger ten opzichte van een simpel gras-klaver mengsel bij een gelijke bemesting.
Het zaaien van twee grassen, twee vlinderbloemigen en twee kruiden, elk in ongeveer gelijke verhoudingen, kan de opbrengst en stikstofbesparende voordelen optimaliseren.
Dit bevestigt dat kruidenrijke graslandmengsels beter presteren dan twee veelgebruikte conventionele praktijken in landbouwgraslanden.

Deze resultaten sluiten goed aan bij eerder en lopend onderzoek naar productief kruidenrijk grasland vanuit het Louis Bolk Instituut. De voordelen zijn niet alleen van belang voor duurzame ruwvoerproductie voor koeien, maar tijdelijke graslanden kunnen ook een belangrijke rol spelen in de vruchtwisseling met akkerland. Zo is de teelt van kruidenrijk grasland in rotatie met mais een belangrijke manier om de maisteelt te verduurzamen. En kruidenrijk grasland past daarmee goed binnen de 60-20-20-regel die vanuit het Louis Bolk Instituut wordt aangehouden: 60% blijvend grasland, 20% tijdelijk grasland in vruchtwisseling met 20% maïs. De rotatie kan ook een samenwerking zijn van veehouders en akkerbouwers. Hierbij telen akkerbouwer 1–2 jaar gras-klaver voor veehouders in ruil voor o.a. mest.

Binnen de proef die onderdeel is van dit internationale onderzoek (LegacyNet), doet promovendus Ellen Baekelmans van het Louis Bolk Instituut ook onderzoek naar het effect van mengsels op de bodembiologie en de productie van mais in rotatie met kruidenrijk grasland. Dit wordt ook wel het legacy-effect genoemd: in hoeverre volggewassen profijt hebben van bijvoorbeeld stikstofvastlegging door vlinderbloemigen of een verbeterde bodemkwaliteit.

Bron: Louis Bolk Instituut

Gerelateerde artikelen → Zie meer