Tholen - In Gelderland werkt Paulien Hoftijzer als kwartiermaker Bioregio aan het versterken van de biologische sector en het vergroten van de afzet van biologisch voedsel. Sinds begin 2025 is zij actief in deze rol, net als haar collega's in de andere provincies. "We hebben de opdracht gekregen en zijn allemaal gaan rennen," vertelt ze. "Ik ben vanuit mijn rol bij Bionext en de verenigingen die wij vertegenwoordigen in de biologische sector aan de slag gegaan als kwartiermaker. Hierdoor konden we snel verbindingen leggen en kansen benutten."
© Paulien Hoftijzer
De samenwerking met organisaties zoals Greendish, dat zich richt op verduurzaming van het voedselaanbod in de catering, bleek een mooie ingang. "In 2024 hebben we gesprekken gevoerd en gezien dat we elkaar mooi aanvullen in de keten," vertelt Hoftijzer.
Van Biostad tot Bioregio
In Gelderland zijn dit jaar enkele grote stappen gezet. Twee initiatieven springen eruit: Biostad Zutphen en de uitroeping van de Bioregio Zuid-Veluwe, waar Arnhem, Wageningen en Renkum sinds oktober 2025 intensief samenwerken aan een gezamenlijke voedseltransitie.
"Zutphen is een mooie casus omdat de verbinding met beleid heel duidelijk is gelegd," vertelt Hoftijzer. "De gemeente kent geen formele voedselagenda, maar ondersteunt actief voedselinitiatieven. Door het uitroepen van Zutphen als Biostad kunnen we verschillende activiteiten bundelen en structureren: biologisch pachtbeleid, verduurzaming van externe catering, ontwikkeling van een sociale oogsttuin en een convenant over biologische voeding in zorg en catering." Deze initiatieven worden volgens Hoftijzer structureel ingebed. "Vanaf januari 2026 stelt de gemeente een medewerker aan om dit verder uit te werken. Zo voorkomt ze dat het project doodbloedt nu onze rol als kwartiermakers op zijn einde loopt."
© Paulien Hoftijzer
Bioregio Zuid-Veluwe: een sterke combinatie van landbouw, natuur en kennis
De gemeenten Arnhem, Wageningen en Renkum werken sinds oktober 2025 samen aan de ontwikkeling van de Bioregio Zuid-Veluwe. De regio heeft een sterk landbouw-, natuur- en kennisprofiel, met een concentratie van biologische en natuurinclusieve boeren, innovatieve voedselinitiatieven en een groot publiek belang in gezonde voeding en biodiversiteit.
Arnhem werkt aan de toekomstgerichte voedselvisie Arnhemse Kost, en Wageningen bouwt met de Wageningse Voedselagenda aan een eigen visie en concreet uitvoeringskader. Renkum sluit aan met sterke lokale initiatieven en een actieve rol van maatschappelijke partners. De gezamenlijke ambitie van de Bioregio Zuid-Veluwe sluit aan bij het landelijke Actieplan Biologisch en de doelstelling van 15% biologisch areaal in 2030. De drie gemeenten willen deze transitie lokaal versnellen door samenhangend beleid, samenwerking met maatschappelijke partners en zichtbare initiatieven voor inwoners, ondernemers en bezoekers. Het gezamenlijke actieplan vormt de inhoudelijke basis voor het aanstaande collegevoorstel binnen de drie gemeenten.
© Paulien Hoftijzer
Uitdagingen en betrokkenheid
Toch liep Hoftijzer ook tegen uitdagingen aan. "Een van de uitdagendste elementen vond ik het werken met gemeenten die het beleid maken. Elke gemeente steekt dat anders in. De een focust op voedselverspilling, de ander op voedselinitiatieven, en het is soms lastig om dit als gedragen beleid door de gemeente te krijgen."
Daarnaast was er onzekerheid over financiering. "Nu is er de Vabiola-regeling, maar daar was lang onduidelijkheid over. Als je plannen ontwikkelt, is het fijn dat je meteen kans op financiering kunt aantonen."
Ook het inzicht in lokale biologische afzet kan beter. "Landelijk weten we vaak wat de cijfers zijn, maar per regio is dat minder duidelijk. Het zou mooi zijn om in onze plannen te kunnen zeggen dat we de biologische afzet in de regio met 1 à 2 procent willen laten groeien, zodat het concreter wordt."
Toch is de betrokkenheid groot. "Er was veel interesse, dat heeft me verrast. Sommige gemeenten hebben ons zelf benaderd en toonden initiatief. Je kunt altijd het gesprek aangaan; de deuren worden niet dichtgegooid."
Kansen voor de toekomst
Volgens Hoftijzer biedt Gelderland grote kansen, vooral in de melkveehouderij. "Uit gesprekken met boeren blijkt dat er veel interesse is om over te schakelen naar biologisch, zolang de markt goed functioneert. Boeren willen dat echt, maar er moet wel vraag komen vanuit de markt," vertelt ze. Daarnaast biedt de Biobeurs in Gelderland volgend jaar een kans om aandacht te vragen voor de Bioregio's. In Zutphen wordt gekeken of er een bio foodhub kan worden opgezet. De plannen zijn nog pril, maar veelbelovend. "Daar zien we grote kansen voor de stedendriekhoek Zutphen–Apeldoorn–Deventer. Zo kan de Biostad Zutphen uitbreiden en kan er een sterke korte keten gerealiseerd worden. Dat vergroot de verbondenheid tussen producenten en afnemers."
© Paulien Hoftijzer
Volgende stap
Na afloop van het kwartiermakersjaar ziet Hoftijzer een duidelijke vervolgstap. "Het is belangrijk om alle lopende initiatieven in kaart te brengen en een rapportage te maken met mogelijke vervolgstappen. Zo kunnen acties gebundeld worden en kan de impact groter worden."
Ook zou de rol van kwartiermaker volgens haar idealiter blijven bestaan. "Het is onze taak om mensen samen te brengen, ideeën op te pakken en concreet te maken. Aan het begin gingen we open het traject in, nu zitten we in de fase van formaliseren. Want aan welke eisen moet een Biostad of Bioregio voldoen voordat je jezelf zo mag noemen? Vanuit de kwartiermakers komen we nu veelal op dezelfde criteria uit."
Het zou volgens Hoftijzer goed zijn als er vanuit RVO opnieuw kwartiermakers worden aangesteld. "Een jaar is gewoon echt te kort. Nu hebben we heel veel vuurtjes opgestookt en moeten we ze soms uit handen laten vallen. De resultaten zijn goed, maar als je dit project meerjarig zou opzetten, zouden ze nog veel groter zijn."
Tijdens haar jaar als kwartiermaker heeft Hoftijzer veel geleerd. "De samenwerking met andere kwartiermakers was ontzettend waardevol, en heeft ons werk beter gemaakt. Ook de samenwerking met RVO en met Greendish was positief en vol inspiratie. We hebben veel verbindingen gelegd en het laat zien dat dit werk echt nodig is om de biologische sector in beweging te houden," besluit ze.
Voor meer informatie:
Paulien Hoftijzer
[email protected]