Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Rechtbank vernietigt dwangsom voor vermeende overschrijding productie ABZ Diervoeding

De rechtbank Overijssel heeft op vrijdag 7 november geoordeeld over een opgelegde last onder dwangsom ABZ Diervoeding. Het college van burgemeester en wethouders stelde dat het bedrijf meer veevoer produceerde dan volgens de milieuvergunning was toegestaan en legde een dwangsom van € 100.000 ineens op. Toen de producent hiertegen bezwaar maakte, bleef het college bij zijn standpunt en werd de dwangsom ook ingevorderd. De onderneming voerde aan dat in de vergunning geen maximale jaarproductie is vastgelegd en dat daarom geen sprake kan zijn van een overtreding.

© ABZ Diervoeding

Beoordeling van de vergunning
De rechtbank toetst de milieuvergunning uit 2007, waaronder het aanvraagformulier, de voorschriften en de tekeningen die integraal onderdeel uitmaken van de vergunning. Volgens het college zou uit deze stukken blijken dat een maximale productie van 73.281 ton per jaar was aangevraagd en vergund. Die productie werd in de jaren 2022 en 2023 overschreden, waarmee volgens het college sprake was van een overtreding.

De rechtbank volgt dit niet. Een vermelding van "73.000 ton" in het aanvraagformulier wordt gezien als onderdeel van een benchmarkberekening voor energie- en watergebruik, niet als vergunde maximumcapaciteit. Ook de verwijzing naar een geurberekening waarin is gerekend met 73.281 ton per jaar maakt dit niet anders; dit getal diende als uitgangspunt voor het geurmodel, niet als productieplafond. In de vergunning zelf is geen jaarmaximum vastgelegd, en ook in de overige bijlagen is geen productiegrens te vinden.

Ondeugdelijke motivering
Omdat uit geen enkel vergunningsdocument blijkt dat een maximale productiecapaciteit is vergund, concludeert de rechtbank dat het college de last onder dwangsom niet op een juiste grondslag heeft gebaseerd. De opgelegde verplichting om niet meer dan 73.281 ton per jaar te produceren mist daarmee een toereikende juridische basis. Het besluit voldoet niet aan de wettelijke motiveringseis en wordt vernietigd. Ook de invorderingsbeschikking vervalt, omdat deze direct verband houdt met de onrechtmatig opgelegde last.

Gevolgen van de uitspraak
De rechtbank herroept de last onder dwangsom volledig. Daarnaast moet het college de proceskosten van ABZ Diervoeding vergoeden en het betaalde griffierecht terugbetalen. Daarmee komt zowel de handhaving als de financiële claim te vervallen.

Bron: Rechtspraak

Publicatiedatum:

Gerelateerde artikelen → Zie meer