Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Christoffel den Herder, Ceres Horti Advice

“Biologisch biedt zekerheid bij teelt van groenten voor babyvoeding”

Tholen - Bij de teelt van groenten voor babyvoeding liggen de eisen uitzonderlijk hoog. Zowel nitraat- en metaalgehalten als herkomst en traceerbaarheid worden streng gecontroleerd. "Voor babyvoeding geldt nagenoeg nultolerantie op residuen, daarom kiezen veel producenten het liefst voor biologisch of biodynamisch geteelde groenten," zegt Christoffel den Herder, senior-adviseur biologische vollegrondsgroenten en eigenaar van Ceres Horti Advice. "Dat vraagt om ervaring, kennis van de bodem, bemesting en teeltlocatie."

© Ceres Horti Advice

Jarenlange ervaring en onafhankelijke blik
Den Herder is inmiddels ruim vijftien jaar actief in de biologische landbouw, waarvan de laatste vijf jaar met zijn eigen adviesbureau. Na ruim tien jaar bij Delphy koos hij voor een zelfstandige koers. "Als onafhankelijk adviseur werk ik weer met heel andere bedrijven. Daardoor kan ik me onder andere specialiseren in vollegrondsgroenten en de specifieke uitdagingen van biologische babyvoeding. Die diepgang maakt mijn werk boeiend en waardevol."

Vanuit Ceres Horti Advice begeleidt hij telers in binnen- en buitenland, met name in Flevoland, Noord-Holland, Friesland en Groningen. "Eén dag per week werk ik in Internationaal, met name Duitsland, onder andere bij bedrijven die gespecialiseerd zijn in babyvoeding. Zij vermarkten en verwerken producten die deels in Nederland worden geteeld. Mijn rol is om de teelt te begeleiden en mede ervoor te zorgen dat het eindproduct aan alle eisen voldoet."

Strenge eisen en risico's in de bodem
Volgens Den Herder zijn de eisen voor babyvoeding extreem streng. "De residulimiet ligt vrijwel op nul. Je moet dus zeker weten dat je grond schoon is en dat er geen vervuiling uit het verleden aanwezig is. Zodra je geschikte locaties hebt, ben je daar zuinig op."

© Ceres Horti Advice

Sommige gewassen vormen daarbij een extra uitdaging. "Wortelen, pastinaken en pompoenen kunnen relatief veel opnemen uit de bodem. Ze wortelen diep, hebben veel groeidagen, waardoor de kans groter is dat er sporen van zware metalen of nitraat worden opgenomen vanuit de bodem. En bijvoorbeeld pompoengewassen hebben bovendien een intensieve bodemactiviteit: de suikers die ze afscheiden stimuleren bacteriële activiteit in de rhizosfeer, en dat kan onbedoeld oude stoffen vrijmaken die meetbaar zijn in het product."

Niet ieder laboratorium mag de analyses uitvoeren. "Voor babyvoeding zijn gespecialiseerde laboratoria nodig. Er wordt getest op een hele lijst aan stoffen – van chemische residuen tot zware metalen zoals lood, zink en cadmium. Vooral cadmium is in sommige gronden lastig te vermijden. Soms zie je onverwachte uitslagen, bijvoorbeeld bij aluminium, dat via het snijden van de monsters opeens gemeten kan worden."

"Veel producenten van babyvoeding werken het liefst met biologisch of biodynamisch geteelde producten, omdat ze dan zeker weten dat ze met de schoonst mogelijke grondstoffen werken. Soms wordt de babyvoeding uiteindelijk niet als biologisch verkocht, omdat het verwerkingsproces niet bio-gecertificeerd is. Je ziet het dus niet op de potjes, maar het product is vaak wel van biologische of biodynamische oorsprong."

© Ceres Horti Advice

Nitraat: een lastig te sturen element
Een van de grootste uitdagingen is het beheersen van het nitraatgehalte. "Voor babyvoeding mag dat bij pompoen bijvoorbeeld niet boven de 150 milligram per kilo uitkomen. Dat is extreem laag – bij gewone teelten zit je vaak tussen de 400 en 700 milligram. Nitraat is lastig te sturen, zeker op bodems met veel organische stof. In de herfst komt vaak stikstof vrij door mineralisatie, wat kan leiden tot te hoge nitraatwaarden in de plant."

De bemesting is daarom zeer beperkt en zorgvuldig afgestemd. "Bij een droog seizoen, zoals afgelopen jaar, is dat nog ingewikkelder. Zodra er na droogte regen valt, komt plots veel nitraat vrij. Dan moet je heel scherp inschatten wanneer je gaat oogsten." Toch ging dat volgens hem het afgelopen jaar goed. "We hebben geen afkeuringen gehad. Dat kwam doordat er vlak voor de oogst weinig regen viel, wat hielp om de nitraatwaarden laag te houden."

Traceerbaarheid en teeltlocaties
Traceerbaarheid is een tweede kernvoorwaarde. "Voor babyvoeding wil men precies weten van welk perceel het product komt," legt Den Herder uit. "Er wordt geoogst van één of hooguit twee velden, zodat de herkomst volledig herleidbaar is. Bij andere industriegroenten kan je nog werken met uitgesorteerd product vanuit de versmarkt, maar bij babyvoeding mag dat niet. Je teelt echt specifiek voor die markt."

Vaak gaat het om grotere percelen van enkele hectares. "Producenten kiezen meestal voor twee à drie percelen per teler. Dat is voldoende om risico te spreiden, maar voorkomt dat de analysekosten te hoog oplopen," zegt Den Herder.

Bij het selecteren van locaties kijkt Den Herder naar bodemgeschiedenis, risico op drift en andere risicofactoren. "Een concreet voorbeeld zijn pompoenen die langs een sloot groeien," legt hij uit. "Als de sloot wordt geschoond kunnen in de ondergrond residuen aanwezig zijn die worden vrijgegeven in de bodem en vervolgens door de planten opgenomen worden. Je moet op allerlei manieren mogelijke contaminatie inschatten, en dat is complex in de praktijk."

Voor meer informatie:
Christoffel den Herder
Ceres Horti Advice
+31 (0) 6 21 16 68 27
[email protected]
www.cereshortiadvice.nl

Gerelateerde artikelen → Zie meer