De Richtlijn (EU) 2024/825 (EmpCo) is sinds maart 2024 van kracht en moet uiterlijk op 26 maart 2026 in nationaal recht zijn omgezet. In Duitsland zal dat gebeuren binnen de derde wijziging van de Wet op de oneerlijke concurrentie (UWG). Het doel van deze nieuwe regelgeving is om "groene claims" en milieureclame transparanter te maken en bewijs te vereisen voor duurzaamheidsuitspraken.
© Irina Evstafyeva | Dreamstime
Volgens het Duitse recht, met name artikel 3 lid 1 nr. 1 van de Wet op de biologische landbouw (ÖLG), worden de termen 'biologisch' en 'ecologisch' als synoniem beschouwd. Deze gelijkstelling wordt ook gehanteerd door organisaties als NABU, BUND en het Umweltbundesamt in hun publicaties.
Dr. Reinhold A. Brunke, voorzitter van de Cosmetic Business Alliance, waarschuwt dat de nieuwe wetgeving ook gevolgen kan hebben voor de cosmeticasector. "In de toekomst kunnen verifieerbare milieuprestaties vereist zijn wanneer termen zoals 'biologisch' of 'eco' worden gebruikt", legt hij uit. "De EmpCo-richtlijn en het ontwerp van de UWG vragen om transparant, controleerbaar bewijs."
Volgens Brunke ligt het probleem in de interpretatie van de nieuwe regels: "De EmpCo-richtlijn verwijst niet naar een specifieke milieunorm zoals de EU-Bioverordening 2018/848. Daardoor is momenteel niet vanzelfsprekend dat biologische normen in de cosmetica-industrie worden erkend als een 'erkende milieuprestatie'."
"Volgens het wetsvoorstel UWG mag de ecologische ('biologische') claim in de toekomst alleen nog onder bepaalde voorwaarden worden gebruikt", aldus Brunke. "Voor algemene milieuclaims met de aanduiding 'biologisch' moet de handelaar bewijs leveren van de erkende milieuprestatie waarnaar die claim verwijst. Dat is nauwelijks uitvoerbaar voor perspublicaties, beurzen en handelsbedrijven."
Omdat de EmpCo-richtlijn de EU-Bioverordening niet expliciet erkent als meetbare milieunorm, bestaat er volgens Brunke rechtsonzekerheid. "Zonder een duidelijke wettelijke bevestiging zou het gebruik van 'biologisch' voor natuurcosmetica, fysieke winkels, beurzen, de pers of online winkels juridisch kunnen worden aangevochten."
Het doel van de Cosmetic Business Alliance is om die duidelijkheid te creëren. "Wij streven naar een wettelijke erkenning van de EU-Bioverordening als 'erkende milieuprestatie' in de zin van de Duitse wet tegen oneerlijke concurrentie", zegt Brunke. "Dat zou dringend noodzakelijke rechtszekerheid bieden voor het gebruik van 'biologische' aanduidingen in de sector."
De organisatie heeft hiervoor al een formeel lobbyverzoek ingediend bij de Europese Commissie. "We hebben dit opgenomen als doelstelling 2 in ons lobbyprogramma", licht Brunke toe. "Daarnaast willen we nu ook het verantwoordelijke Duitse ministerie overtuigen van de noodzaak van een redelijke toepassing, voordat de term 'biologisch' in de natuurcosmetica-industrie voor elk afzonderlijk product een 'bewijs van prestatie' zou vereisen."
Brunke benadrukt dat dit met name gevolgen kan hebben buiten de productlabels zelf. "Bij cosmetische producten lijkt dat nog uitvoerbaar, maar voor biologische beurzen of webportalen moeten de wettelijke eisen ondubbelzinnig worden vastgesteld."
De Cosmetic Business Alliance, die al meer dan dertig jaar actief is in normen voor biologische en natuurlijke cosmetica, biedt daarbij ook ondersteuning aan partners. "Wij waren de grondleggers van de eerste richtlijn voor natuurlijke cosmetica in 1997", aldus Brunke. "We vertegenwoordigen graag de belangen van onze leden en helpen hen bij dagelijkse vragen over wetgeving en implementatie."
Meer informatie is te vinden op de website van de Cosmetic Business Alliance via deze link en over het lobbyprogramma via deze pagina.