Bij Het Land van Melk en Honing houden Johan en Isabel Boussemaere-Delanote biologische melkkoeien met veel aandacht voor de kwaliteit van de weides. Door hun passie voor het kaas maken en hun zelfvoorzienende aanpak tonen Johan en Isabel aan hoe biologische landbouw niet alleen ecologisch, maar ook economisch toekomstbestendig kan zijn. En dat was goed voor een nominatie voor de BioVLAM 2025. Johan en Isabel Boussemaere-Delanote vertellen er alles over in een interview met Alles over bio.
© Alles over bio
"Het kaas maken begint vroeg op de dag: als de koeien om zes uur 's morgens worden gemolken, gaan we meteen met die verse, rauwe melk aan de slag. De melk wordt dus niet gepasteuriseerd."
Het voordeel van deze werkwijze is dat het microbioom van de melk intact blijft. Het microbioom omvat alle micro-organismen die van nature samenleven met een plant of dier (ook onze darmflora is zo'n microbioom). "Het microbioom zit in de wei, in de dieren, in de melk en dus ook in de kaas. Dat zorgt voor een hele lekkere smaak van de kaas!", vertelt Boussemaere.
Om alle koeien zo vers mogelijk gras te geven, doen ze op Het Land van Melk en Honing aan roterend begrazen. Wat is dat juist? "De weides waar de koeien op kunnen grazen, ongeveer dertig hectare, zijn opgedeeld in 22 perceeltjes. De koeien staan elke dag op een ander perceel, ze grazen dat op een dag af!"
Lees het volledige interview op Alles over bio.