In de Verenigde Staten worden de regels aangescherpt voor de biologische pluimvee- en veehouderij. De minister van Landbouw wil daarmee het speelveld voor biologische veehouders, veeboeren en bedrijven gelijker maken en daarnaast zorgen voor meer transparantie voor de consument.
Doorbraak
De Organic Trade Association is blij met deze doorbraak. Volgens de brancheorganisatie is er bijna 20 jaar gewerkt aan deze nieuwe regelgeving. "Dit is een belangrijke overwinning voor biologische producenten, consumenten en voor iedereen die voortdurend heeft gepleit voor meer robuuste regelgeving. Deze nieuwe regelgeving creëert duidelijke normen voor toegang tot de buitenlucht voor biologisch pluimvee, inclusief minimale binnen- en buitenruimte, en verduidelijkt verder de leefomstandigheden, gezondheidszorg, transport en slachtpraktijken voor alle biologische pluimvee en zoogdieren. Het belangrijkste is de verduidelijking dat afgeschermde, gesloten veranda's niet in aanmerking komen als voldoende buitenruimte voor biologische kippen. Biologische pluimveeproducenten hebben tot vijf jaar de tijd om de nieuwe regels te implementeren."
"De nieuwe regels zijn al bijna twintig jaar in de maak en zouden er nooit gekomen zijn zonder de volharding van uw branchevereniging en onze toegewijde leden. Deze nieuwe normen creëren niet alleen een gelijker speelveld voor biologische producenten, maar ze verzekeren consumenten ook dat het biologische vlees, gevogelte, zuivel en eieren die ze kiezen, zijn opgegroeid met voldoende toegang tot de echte buitenlucht en onder humane omstandigheden."
Input van sector en consument
Deze verandering werd in het land met veel belangstelling gevolgd door consumenten en de biologische sector. USDA moedigde het publiek aan om commentaar te geven en USDA ontving meer dan 40.000 schriftelijke commentaren, die allemaal zorgvuldig zijn bekeken om deze definitieve regel te kunnen opstellen.
De nieuwe regelgeving verbetert uniformiteit van de vereisten voor dierenwelzijnspraktijken voor biologisch vee en pluimvee en bevordert hun welzijn en natuurlijke gedrag. Dat gaat onder meer om de volgende thema's:
- Vereisten voor buitenruimte: De nieuwe regelgeving stelt minimumeisen aan de buitenruimte voor biologisch pluimvee en vereist een gemakkelijke toegang tot de buitenlucht. Buitenruimten moeten voor ten minste 75% uit grond bestaan en zoveel mogelijk begroeid zijn.
- Leefomstandigheden binnen en buiten: Schuilplaatsen moeten voldoende ruimte hebben voor het vee om te gaan liggen, op te staan, zich om te draaien, hun ledematen of vleugels volledig te strekken en natuurlijk gedrag te vertonen, zoals wroeten bij varkens en krabben bij kippen. De ligplaatsen moeten voldoende groot en comfortabel zijn om het vee hygiënisch, droog en vrij van letsels te houden.
- Bezettingsdichtheid van pluimvee: Er komen specifieke eisen voor de bezettingsdichtheid binnen en buiten om aan te sluiten bij de aanbevelingen van de adviesraad, de normen voor dierenwelzijn van derden en de publieke opmerkingen vanuit de biologische sector.
- Preventieve gezondheidszorg: Producenten moeten preventieve gezondheidspraktijken handhaven die voldoende voeding en uitgebreide parasietenpreventieplannen omvatten. Dieren moeten worden behandeld met toegestane medicijnen om pijn, stress en lijden te minimaliseren. Alle noodzakelijke behandelingen moeten worden toegediend, zelfs als het dier zijn biologische status verliest.
- Lichamelijk ingrijpen en euthanasie: Lichamelijke veranderingen zijn alleen toegestaan voor identificatiedoeleinden of de veiligheid van de dieren, en bepaalde veranderingen zijn helemaal verboden. Veranderingen moeten worden uitgevoerd op een voor de diersoort jonge leeftijd en op een manier die de pijn en stress van het dier tot een minimum beperkt. Humane euthanasie mag alleen worden toegepast als behandeling geen optie is.
- Transport, behandeling en slacht: Bedrijven moeten beschrijven hoe biologisch beheer en dierenwelzijn worden gehandhaafd voor transporten die langer dan acht uur duren. Dieren moeten geschikt zijn voor transport. De wijze van transport moet geschikt zijn voor het seizoen om het vee te beschermen tegen kou of hitte. De operaties moeten zich houden aan de USDA (FSIS) humane slachtnormen.
Bron: USDA en OTA