Biologisch snoepen is helemaal 2014
Biologisch is al lang niet meer strikt het terrein van hardcore geitenwollensokken dragers die het productetiket van A tot Z lezen. Steeds meer jonge hoogopgeleide mensen die 'gewoon willen weten wat ze eten' gaan overstag. Met eerlijke grondstoffen en natuurlijke producten speelt The Organic Factory op hun vraag in. Een gesprek met directeur Arnold Broek.
"De heavy user die kijkt niet naar de voorkant van het zakje", zegt Broek. "Die wil echt weten wat er in zit. De hippe jonge ouder die vooral verzekerd wil zijn dat zijn kind geen foute en gemodificeerde troep dingen binnenkrijgt, is wat gevoeliger voor het uiterlijk van het zakje." Die twee doelgroepen probeert The Organic Factory te bedienen. En iedereen die daar tussen in zit uiteraard. Want de interesse in biologische producten- en dus ook snoepjes, dropjes en lolly's - wordt steeds groter. "In een tijd waarin de reguliere zoetwarenbranche het soms te verduren heeft, is biologisch alleen maar aan het groeien", weet Broek. Een slimme zet dus dat hij en zakenpartner Fred van Tienen zo'n drie jaar geleden het bedrijf dat toen nog Fleur Products heette van de oude eigenaar overnamen. Het familiebedrijf werd al meer dan dertig jaar gerund door een vader en - later ook- zijn dochter. Broek: "Helaas voor hem wilde zij de zaak niet overnemen, en toen is er gezocht naar een nieuwe koper." Uiteindelijk kwam hij terecht bij Promosweets, één van de leveranciers waar hij zijn pepermunt liet maken. Een niet-biologische bereider die maximaal twaalf keer per jaar biologisch mag bereiden. Arnold Broek kende de directeur van Promosweets -Fred van Tienen- en samen gingen zij de uitdaging aan.
Arnold Broek.
Vak apart
In een notendop is dat de ontstaansgeschiedenis van het bedrijf dat tegenwoordig The Organic Factory heet. Fleur Products, zo heette het bedrijf voorheen. Een naam die Broek en zijn partner al snel veranderden in The Organic Factory. "Dat is de Engelse naam voor biologisch", legt Broek uit. "Wij wilden laten zien dat er een nieuwe eigenaar was. Het is ook wat hipper en past beter bij deze tijd én het dekt ook beter wat we doen. We hebben hier ook letterlijk een fabriek waar we al onze producten maken. Op hetzelfde adres als Promosweets, maar wel strikt gescheiden, want zo schrijft de wet dat voor. De grondstoffen en ingrediënten mogen onder geen beding gemixt worden met die van niet- biologische producten." Om het productieproces te leren kennen, liepen Broek en van Tienen er ruim drie maanden stage. "Het is echt een vak apart, zeker de manier waarop de oude eigenaar dat deed", zegt Broek. "Daar hebben wij enorm veel van geleerd. Ook heel wat fout gedaan overigens, maar daar leer je alleen maar van. Het maken van biologisch snoep is zo anders dan wat ik tot dan toe gewend was bij regulier snoep. Als je iets niet goed blijft roeren, wordt het één grote klont. De verwerkingstijd is veel korter. Als we het niet binnen twintig minuten kunnen verwerken, kunnen we het weggooien. Een stroomstoring is dus dramatisch. Dan is het niks meer waard. Door schade en schande wordt je wijs." Na die drie maanden durfden Broek en zijn partner het gelukkig nog steeds aan. "Sterker nog, we hadden er heel veel zin in."Appeltjesgroen
Toch is de receptuur voor het hard gekookt suikerwerk volgens Broek niet al te ingewikkeld. "Je kookt de biologische glucosestroop en de biologische agave tot een bepaalde temperatuur. Dat giet je op een koeltafel, je mengt het aroma en het kleurmiddel erbij. Onze smaken gaan van anijs tot sinas en we hebben ook uiteenlopende kruidenmengsels van tijm tot menthol en alles daartussenin. Kleuren maken we ook met puur natuurlijke stoffen. Spinazie voor appeltjesgroen, vlierbessen voor rood, paprika voor sinaskleur, mout voor het zwart van drop. Vervolgens gaat het deeg naar de verschillende productielijnen en die maken er tenslotte een eindproduct van: onder meer allerlei soorten snoepjes, lolly's, droprolletjes en gomproducten. Allemaal eerlijk, biologisch en puur natuur." Een wereld die voor Broek relatief nieuw was. Hij werkte al een aantal jaar in de zoetwarensector, dus snoep was uiteraard bekend terrein, maar het biologische component was nieuw. "Ik kende die wereld niet goed. Natuurlijk kocht ik wel eens biologisch, maar ik had me er nooit écht in verdiept. Wat voor mensen werken er in die sector? Is het allemaal geitenwollensokken? Of valt dat reuze mee? Wat doe je aan als je naar een vakbeurs gaat? Kun je dan wel in pak? Of moet je sandalen aan? Ik had er destijds geen idee van. Uiteindelijk viel dat reuze mee. De tijd van geitenwollensokken is echt wel voorbij. Natuurlijk heb je nog de echte hardcore stroom die iedere letter op de achterkant van de verpakking leest. Maar biologisch wordt ook steeds meer een way of living voor hippe hoogopgeleide types die bewust met hun voeding bezig zijn en zeker willen weten dat zij én hun kinderen het goede binnen krijgen."Carrageen in plaats van gelatine
Met de komst van de nieuwe eigenaren zijn er een aantal nieuwe producten bijgekomen. "Naast de snoepjes en lolly's - die Fleur Products ook al maakte- zijn wij ook gom gaan produceren", vertelt Broek. "Daar is heel veel vraag naar. Daar houden mensen nu eenmaal erg van. Maar er is ook een omzetargument. In tegenstelling tot harde snoepjes, blijf je gommetje lekker dooreten. Na een kwartier is het op en kopen ze weer een nieuw zakje." Het snoep van The Organic Factory is uniek doordat er – waar mogelijk - gebruik wordt gemaakt van alternatieve ingrediënten. Agave in plaats van suikerbiet. En carrageen in plaats van gelatine. "Dat is helemaal plantaardig", merkt Broek op. "En het kan ook worden gegeten door mensen uit de Arabische wereld. Het was wel een behoorlijke zoektocht waar we meer dan een jaar mee bezig zijn geweest. Uiteindelijk kwamen we voor gom bij carrageen terecht. Dat benaderde het best de byte en het mondgevoel van gelatine. Dat is belangrijk want mensen zijn daar heel gevoelig voor. Natuurlijk willen ze graag biologisch eten, maar het moet zeker niet minder lekker zijn."Voor meer informatie: www.theorganicfactory.nl
Bron: Consudel/Sanne van der Most