Metingen aan de verschillende worteleigenschappen van Engels raaigras zijn gedaan in een voormalige rassenproef op een enkeerdgrond (omgeving Ommen), waarin ruim vijftig rassen in vier herhalingen waren ingezaaid. Na inzaai (voorjaar 2005) is het perceel onder maaibeheer geweest van de veehouder. De opbrengsten per snede zijn tussen 2006 en 2008 gemeten. Op grond van de opbrengstgegevens en de expertise van de rassenonderzoekers is een selectie van acht rassen gemaakt die verschillend waren in de kenmerken als 'ploïdie', 'jaarproductie' en 'vroegheid van productie'.
In oktober 2010 zijn naast de maximale diepte van de beworteling de volgende bewortelingsparameters op drie dieptes (0-8 cm, 8-16 cm, 16-24 cm) bepaald: wortelmassa (gram organische stof), wortellengte (cm), wortellengtedichtheid (cm/cm3), worteldiameter (mm), worteloppervlak (cm2), specifieke wortellengte (cm/g organische stof) en aandeel dunne wortels (percentage wortellengte van wortels met diameter <0,1 mm).
De conclusies zijn:
- de wortelmassa en -lengtedichtheid van Engels raaigras zijn sterk gecorreleerd;
- de verschillen in wortellengtedichtheid tussen rassen van Engels raaigras zijn groot;
- hiermee is rassenkeuze een belangrijke managementtool om bewortelingsintensiteit te verbeteren;
- in veredeling en rassenvergelijking van grassen zou hier meer aandacht voor moeten zijn;
- in het algemeen hebben diploïde rassen een hogere wortellengtedichtheid dan tetraploïde rassen.
Voor meer informatie: Jan Visscher, Wageningen UR Livestock Research
Bron: BioKennis