In de biologische veehouderij is het belangrijk om een leefomgeving te creƫren die zoveel mogelijk tegemoet komt aan de soortspecifieke eigenschappen en behoeftes van de dieren.
Schapen
Hoewel er voor het biologisch houden van schapen extra eisen worden gesteld aan huisvesting vertaalt zich dit in de praktijk niet in noemenswaardige verschillen. Zo krijgen zowel gangbaar als biologisch gehouden schapen doorgaans ruimschoots weidegang, en kan volop aan de behoefte tot grazen en herkauwen worden voldaan. Positief is ook het toepassen van natuurlijke dekkingen, wat goed aansluit bij het natuurlijke sociale gedrag. De kunstmatige opfok en het vroeg spenen van lammeren van melkschapen sluiten echter niet goed aan bij natuurlijk sociaal gedrag. Dit is duidelijk een verbeterpunt, maar in de praktijk is het voor de melkschapenhouder een uitdaging om lammeren bij de ooi te houden. Dit vanwege de grote aantallen dieren, de vele meerlingen en het veelal gelijktijdig aflammeren. Lammeren van vleesschapen groeien wel op bij hun moeder.Geiten
De welzijnseisen in de gangbare geitenhouderij beperken zich tot staloppervlakte. De dieren worden voornamelijk binnen gehouden. Op biologische bedrijven is weidegang verplicht; dit biedt meer mogelijkheden tot het uitoefenen van natuurlijk gedrag. Het is nog wel een uitdaging voor de biologische geitenhouder om weidegang en de inrichting van weides te optimaliseren. Er is nog welzijnswinst te behalen door het aanbieden van klim- en schuurmogelijkheden. Het direct weghalen van lammeren bij de moeder sluit niet goed aan bij natuurlijk sociaal gedrag. Natuurlijke dekkingen zijn wel weer positief voor het dierenwelzijn.Klik hier voor het hele bioKennisbericht over dit onderwerp.
Voor meer informatie: Marko Ruis, Wageningen UR Livestock Research
Bron: BioKennis