Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Mobiel slachten: minder stress, beter vlees

'Dieren op de boerderij zelf slachten veroorzaakt minder stress, en dat komt ook de kwaliteit van het vlees ten goede.' De Vlaamse overheid financiert een onderzoek naar de haalbaarheid van mobiele slachthuizen. Sectororganisatie BioForum Vlaanderen leidt dat onderzoek.

Haalbaarheid

De Vlaamse overheid financiert een onderzoek naar mobiele slachthuizen. Die maken het mogelijk om dieren op de boerderij zelf te slachten. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de sectororganisatie van de biologische landbouw Bio­forum Vlaanderen , het steunpunt Korte Keten, Odisee hogeschool, het voedselagentschap en een aantal landbouwers en groothandelaars. Mobiele slachthuizen voorkomen dat dieren vervoerd moeten worden, wat de hoeveelheid stress aanzienlijk vermindert. "En dat komt de kwaliteit van het vlees ten goede, want door de stress komt een hormoon vrij dat kwaliteitsverlies veroorzaakt", zegt Paul Verbeke van Bioforum.

In Duitsland en Zweden bestaat het systeem al. "Voor runderen is het moeilijk, omdat je het karkas omhoog moet trekken’, legt Verbeke uit. ‘In Zweden lossen ze dat op door een vrachtwagen te gebruiken met een dak dat omhoog kan schuiven. Maar voor pluimvee is het zeker haalbaar. Er zijn nog de kwesties van de voedselveiligheid en de milieuvergunningen, en de regeling van de afvalverwerking, maar daar geraken we wel uit. Economisch lukt het ook wel: er zijn natuurlijk kosten aan verbonden, maar de boer bespaart ook omdat hij niet meer zelf met zijn dieren naar het slachthuis moet rijden. En omdat de kwaliteit van het vlees verbetert, kunnen we ook wel een meerprijs vragen."

"Kleinschalige – biologische veehouders die slachten voor rechtstreekse verkoop, hebben al langer een probleem om op een bereikbare afstand een gecertificeerd slachthuis te vinden", bevestigt het Departement Landbouw en Visserij. Kleinere slachthuizen zijn gesloten en grotere slachthuizen zijn niet uitgerust om een beperkt aantal dieren te slachten voor rechtstreekse verkoop. "De lange afstanden die men moet afleggen met de dieren zijn een doorn in het oog van biologische veehouders en van de bioconsumenten."

Paul Verbeke, BioForum Vlaanderen: "Uiteraard zijn er kosten aan verbonden, maar de boer bespaart ook omdat hij niet meer zelf met zijn dieren naar het slachthuis moet rijden."

Kleinschaliger model

Doordat verschillende slachthuizen na schandalen rond dierenwelzijn (tijdelijk) de deuren sloten, moeten dieren nu steeds verder vervoerd worden. Tielt, Izegem, Geel, Heist-op-den-Berg, Sint-Truiden ... ze gingen allemaal dicht. "Mensen denken dat dit een goede zaak is, want dat het dierenwelzijn daardoor verbetert, maar niets is minder waar", zegt bioboer Kurt ­Sannen. "Doordat er minder slachthuizen zijn, zijn de dieren veel langer onderweg. Ze zitten met andere dieren die ze niet kennen in de vrachtwagen, wat veel stress veroorzaakt. Daarna moeten ze nog lang in de wachtruimte van het slachthuis wachten, waardoor het stressniveau nog meer stijgt."

Pieter Coopmans, bioboer in Lummen, bevestigt het probleem: "Vroeger reed ik met mijn koe naar het slachthuis van Genk, dat duurde een halfuur. Maar het slachthuis ging failliet en dus reed ik naar Sint-Truiden, daar bleef ik zelfs bij mijn koe tot ze geslacht werd. Maar dat slachthuis kreeg geen nieuwe vergunning, toen de wetgeving strenger werd. Nu moet ik mijn koe naar Tienen brengen, daar gaat ze in een vrachtwagen die langs tal van andere boerderijen rijdt, en is ze twaalf uur onderweg voor ze uiteindelijk in Aubel geslacht wordt."

Hetzelfde verhaal voor zijn varkens, die ook eerst in Genk en nu in Aubel geslacht worden. "Ik heb ook kippen. Die bracht ik naar Andenne, maar ook dat slachthuis kreeg geen vergunning meer. Gevolg: 173 kilometer naar Pipaix – tweeënhalf uur enkele reis – en twee dagen later nog eens terug om het vlees op te halen. Voor mijn schapen dreigt hetzelfde verhaal. Dat wordt economisch onhaalbaar voor mij."

Coopmans is weliswaar niet zo’n fan van mobiele slachtvloeren. Hij ziet meer heil in kleine, lokale slachthuizen, dichter bij de boeren, waar verschillende soorten dieren in kleine aantallen geslacht kunnen worden. "Ik ben er van overtuigd dat er dan veel meer boeren zouden kiezen voor een kleinschaliger boerderijmodel."

Bioboer Pieter Coopmans: "Ik ben er van overtuigd dat er dan veel meer (bio)boeren zouden kiezen voor slachten in een kleinschaliger boerderijmodel."

Bron: Bio Mijn Natuur
Publicatiedatum: