Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Boeren voor Natuur: de ultieme natuurinclusieve landbouw?

Het kàn wel: boeren die hun bedrijfsvoering vergaand aanpassen ten gunste van natuur en biodiversiteit. Zij slagen er in verschillende mate in om een deelinkomen te halen uit voedselproductie en verbreding. Dat blijkt uit het project 'Boeren voor Natuur'. Drie boerenbedrijven in Overijssel en één in Zuid-Holland zijn binnen tien jaar extensiever geworden met afwisselende en aantrekkelijke landschappen, bloemrijke graslanden en akkers, en een goede of verbeterde waterkwaliteit. Bio-melkveehouderij Hoeve Biesland bijvoorbeeld is uitgegroeid tot een breed bedrijf dat toonaangevend is in Zuid-Holland op het gebied van natuurbeheer en lokaal voedsel.

Al sinds 2002 vindt op deze bedrijven onderzoek plaats. Sinds 2008 werken ze met een gesloten mineralenkringloop, aangepaste waterstanden en veel landschapselementen. Deze week zijn de resultaten gepubliceerd van tien jaar werken volgens de principes van Boeren voor Natuur, met name de ontwikkelingen in de bedrijfsvoering en de ecologie. Ook is de organisatorische kant onderzocht: de samenwerking, de contracten en de financiering.

"De bedrijven hadden (en hebben nog steeds) tijd nodig voor de omschakeling naar een andere manier van werken en het opbouwen van het benodigde vakmanschap", zegt projectleider Judith Westerink van Wageningen Environmental Research. "Op bedrijfsniveau vindt verschraling plaats door de afvoer van voedsel. Dit heeft onder meer geleid tot meer diversiteit in kwaliteit van voer, aanpassing van het veeras en een daling van de productie."



"Na tien jaar extensief boeren blijkt dat de bodemvruchtbaarheid op de productieve delen van de bedrijven nauwelijks terugloopt," zegt Jan Willem Erisman, directeur van het Louis Bolk Instituut. Terwijl de percelen bloemrijker zijn dan op gangbare bedrijven, is de meeste biodiversiteit zoals verwacht te vinden in de randen, de landschapselementen en de natuurgebieden. De visgemeenschappen van de twee onderzochte beken zijn stroomminnend, zoals beoogd, en de waterkwaliteit is op de meeste aspecten goed. Teleurstellend is dat de weidevogelstand in Biesland achteruit blijft lopen, ondanks de gunstige omstandigheden die door Boeren voor Natuur worden gecreëerd (nat en bloemrijk kuikengrasland). Waarschijnlijk heeft dit te maken met het gebrek aan rust en openheid in deze stedelijke omgeving. De waterkwaliteit in Biesland begint vooruit te gaan.

Boeren voor Natuur is een vorm van natuurinclusieve landbouw die vrij diep ingrijpt op het landbouwsysteem. De vergoeding die hoort bij Boeren voor Natuur is voor de bedrijven dan ook een belangrijke bron van inkomsten. Het systeem is vooral geschikt voor gebieden die vragen om zo'n extensieve manier van boeren: randen van natuurgebieden, beekdalen, oude cultuurlandschappen, stadsranden, en gebieden waar vernatting aan de orde is. Daar kan Boeren voor Natuur bijdragen aan herstel van samenhangende landschappen en het combineren van meerdere maatschappelijke doelen. Belangrijke aanbevelingen zijn om Boeren voor Natuurbedrijven in te bedden in een gebiedsaanpak met andere natuurinclusieve bedrijven en natuurgebieden, om boeren te ondersteunen in de ontwikkeling van hun vakmanschap en om samen plannen te maken voor het beheer.

Het onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research, Wageningen Livestock Research en het Louis Bolk Instituut. Klik hier voor het rapport 'Boeren voor Natuur: de ultieme natuurinclusieve landbouw?'

Voor meer informatie: Judith Westerink

Bron: Wageningen Universaty & Research
Publicatiedatum: