"Duurzaam eten en mijn buurman niet? Dan lijk ik wel gek!"
De constatering dat het voedselbeleid om moet is niet nieuw. De WRR publiceerde in 2013 al het rapport 'Naar een voedselbeleid', waarin grofweg dezelfde conclusies staan. De vraag is hoe die transitie gaat plaatsvinden. Er is een sterke beweging om alle voeding gerelateerde onderwerpen in een ministerie van voedsel samen te brengen. Dat klinkt mooi, omdat er samenhang gecreëerd wordt tussen landbouw, consumptie van voeding, gezondheid, duurzaamheid, ontwikkelingssamenwerking en milieu. Een samenhangend beleid is wat er nodig is, maar welk mandaat krijgt zo'n ministerie ten opzichte van bijvoorbeeld economische zaken en sociale zaken?
Uiteindelijk moeten er harde keuzes gemaakt worden. Nederland is exportland nummer twee van voeding met een waarde van 88 miljard euro. Maar wat zijn de afgewentelde kosten van die mooie exportcijfers? Hoeveel miljarden aan CO2-uitstoot, aan ongezondheid, verlies van biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid kleven aan die klinkende cijfers? Het RIVM rapport geeft deels antwoord op die vragen. Er valt veel te besparen als we minder vlees eten. Omdat niemand verdient aan 'minder' grijpt de overheid nog steeds niet in.
Collectief belang staat tegenover individueel belang en daarin wordt ook nog hardop gedacht dat de consument er geen 'last' van mag hebben. "Ik" wil nu blijven eten wat ik voor de laagste prijs kan krijgen. "Wij" willen later ook nog kunnen genieten van natuur en schaatsen op bevroren sloten, maar dat is voor later en voor anderen. En bovendien, als ik wel duurzaam eet en mijn buurman niet, dan lijk ik wel gek.
Er is maar één oplossing en dat is het voorop zetten van de onbetaalbare waarden van gezondheid, dierenwelzijn, milieu, biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid. Hiervoor moet een billijke, echte prijs van het product de norm worden. En het is al te koop in de winkel: biologische voeding.
Tekst: Bavo van den Idsert, directeur Bionext
Voor meer informatie: www.bionext.nl