Een kleine meerderheid van de Europeanen (59%) is bereid meer te betalen voor producten waarvan dierenwelzijn gegarandeerd is. Zo'n 35% van de ondervraagden is bereid om tot 5% meer te betalen voor deze producten, 16% is bereid om 6 tot 10% meer te betalen. Overigens is 35% van de Europeanen niet bereid om dieper in de buidel te tasten.
Een meerderheid van de Nederlanders (85%), Zweden (93%) en Luxemburgers (86%) zegt meer te willen betalen voor deze producten. In de meeste landen zijn de inwoners bereid de portemonnee te trekken, opvallen is Zweden. Van de Zweden geeft 33% van de ondervraagden aan 6 tot 10% meer te willen betalen voor de producten. 21% van de Zweden is bereid 11 tot 20% meer te betalen, tegenover 21% van de ondervraagden die bereidt zijn een prijsverhoging van 5% te accepteren.
Daarnaast zijn er ook zeven landen waar een meerderheid niet bereid is een prijsverhoging te accepteren. Dit geldt voor Portugal (70%), Litouwen (61%) en Bulgarije (60%). Opvallend is dat sociaal economische omstandigheden een belangrijke rol lijken te spelen in de antwoorden op deze vragen. Jongeren zijn eerder bereid dieper in de buidel te tasten. Daarnaast speelt ook opleiding een rol. Wie de studie afrond na zijn twintigste is eerder geneigd om een prijsverhoging te accepteren dan wie tussen zijn zestiende en negentiende levensjaar de schoolbanken verliet. Ook zijn het vooral hoger opgeleiden en zelfstandig ondernemers die positief op deze vraag antwoorden. Lager opgeleiden en werklozen zien een hogere prijs niet zitten.
Tot slot let een kleine meerderheid van de consumenten op de labels voor dierenwelzijn op de verpakkingen. Ook zegt 47% dat het aanbod van diervriendelijke producten beter moet. Voor deze laatste vraag lopen de antwoorden op landen niveau echter fors uiteen. In drie landen zegt een absolute meerderheid dat er voldoende aanbod is, dit zijn Cyprus (58%), Nederland (55%) en Italië (54%). In acht lidstaten is een absolute meerderheid van mening dat het aanbod te klein is. Koplopers in deze groep zijn Duitsland (62%), Zweden (59%), Bulgarije (54%) en Griekenland (54%). In zowel het Verenigd Koninkrijk als in Denemarken zijn de meningen vrijwel gelijk verdeeld.
Klik hier om het volledige rapport te lezen