Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Fosfor in voer verminderen voor betere kwaliteit biologische mest

Mest van biologische varkens en pluimvee bevat teveel fosfaat in verhouding tot stikstof. In een nieuw gestart project wil bedrijfsleven samen met kennispartners de fosfaatexcretie van biologische varkens en pluimvee met ten minste 10% reduceren en manieren zoeken om de ammoniakvervluchtiging tegen te gaan. Daarmee komt de N:P verhouding dichter bij het optimum voor de akkerbouw.

De fosfaatgebruiksnormen zijn de afgelopen jaren geleidelijk verlaagd. Op dit moment is fosfaat de beperkende (of bepalende) factor voor de hoeveelheid mest die per hectare aangewend mag worden. Voor de biologische akkerbouwer zijn deze fosfaatgebruiksnormen een groot knelpunt, omdat wanneer de maximale hoeveelheid fosfaat is aangevoerd, er nog steeds ruimte en behoefte is om stikstof aan te voeren. Een biologische akkerbouwer mag deze ruimte niet invullen met kunstmest.

Mest van veehouder

Biologische varkens- en pluimveehouders kunnen hun mest onvoldoende afzetten binnen Nederland, omdat de plaatsingsruimte te klein is vanwege een ongunstige (lage) N/P-verhouding in de mest. Een N/P verhouding van minimaal 3:1 is voor de akkerbouwer ideaal, maar deze verhouding is in varkens- en pluimveemest ongeveer 1-1.5:1.

Oplossingsrichtingen

Om de P-excretie via de mest te verminderen, de ammoniakvervluchtiging tegen te gaan en hiermee de N/P-verhouding in mest zo mogelijk te verhogen worden de volgende oplossingsrichtingen in het project onderzocht:
  1. Het goed inschatten van de fosfor verteerbaarheid/opneembaarheid van biologische voeringrediƫnten.
  2. Het verhogen van de fosforverteerbaarheid en -opneembaarheid van de voeringrediƫnten.
  3. Het nauwkeurig afstemmen van de fosforgift op de fosforbehoefte van de dieren.
  4. Het afstemmen van de fosforgift op het tijdstip waarop de dieren het nodig hebben.
  5. Het verminderen van de ammoniakvervluchtiging vanuit de mest.
  6. Het scheiden van varkensdrijfmest.

De eerste resultaten komen nu beschikbaar. Het project loopt door tot eind 2016.
 
Marinus van Krimpen: "In dit project gaat het kort gezegd om het optimaliseren van de verhouding N en benutbaar P in voer zodat akkerbouwers de mest optimaal kunnen inzetten. Leuk dat de sector zo actief meedoet. We kunnen hiermee een echt knelpunt in de kringloop oplossen."

Samenwerking

Partners in het project zijn vanuit de mengvoerfabrikanten For Farmers, Reudink, Agruniek-Rijnvallei en ABZ-Diervoeding, de primaire sector vertegenwoordigd in de Verenigingen BPV (Biologische Pluimveehouders Vereniging) en VBV (Vereniging Biologische Varkenshouders) en kennispartners Wageningen UR, Louis Bolk Instituut, Schothorst Feed Research (SFR)

Voor meer informatie: Marinus van Krimpen, Wageningen UR Livestock Research
Publicatiedatum: