Van de vier resterende onderzochte biologische pakken quinoa zijn in twee pakken zeer lage gehalten residuen van twee chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Van één stof ligt dit gehalte onder de biologische norm, die gebaseerd is op de strenge babyvoedingsnorm van 10 ppb (10 stofdeeltjes per miljard stofdeeltjes). De andere stof, waarvan de toepassing zich beperkt tot phytophtera in aardappel (en dus niet logisch voor quinoa), ligt een fractie boven de actiewaarde van Skal-BioKap en is daarom nader onderzocht. Uit contra-analyses op deze stof in een controlemonster van dezelfde verpakkingsbadge is deze stof niet teruggevonden.
Skal-directeur Margreet van Brakel was te gast in de onderstaande uitzending van Radar.
Contaminatie niet uit te sluiten
De residuen-test van Radar bevestigt dat contaminaties met chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen helaas niet voor 100% uit te sluiten zijn. Via de lucht, vervuiling van oppervlaktewater en aanwezigheid van persistente middelen in bodems die vroeger behandeld zijn, kan makkelijk contaminatie ontstaan. Ook via transport en opslag kunnen contaminaties optreden. De biologische sector heeft een zeer strenge norm voor residuen. Skal hanteert een actiewaarde van 10 ppb (10 delen op 1 miljard) met een onnauwkeurigheidsfactor van 50% (= 20 ppb). Deze norm is afgeleid van de zeer strenge babyvoedingsnormering.Verhoogd risico
Skal ziet quinoa als een risicovol product. De snel groeiende interesse in dit product leidt tot schaarste in de markt, dit verhoogt het risico op niet-naleving. Om die reden wordt extra streng toezicht gehouden op quinoa, zowel door Skal als door de handelsbedrijven die de quinoa importeren, als door de NVWA.Bekijk hier de uitzending van Radar:
Voor meer informatie: www.skal.nl