Eerder dit jaar uitte ASML - het op twee na grootste bedrijf in Europa gemeten naar marktwaarde - zijn zorgen over een verslechterend bedrijfsklimaat in Nederland en overwoog het elders uit te breiden. Toch tekenden ASML en de gemeente Eindhoven vorige maand een intentieverklaring voor uitbreiding. In de overeenkomst staan plannen voor de bouw van nieuwe fabrieken en kantoren op een gebied ter grootte van 143 voetbalvelden in de omgeving van de stad. Het project moet in 2027 van start gaan en zal naar verwachting 20.000 voornamelijk hoogproductieve banen opleveren, waarmee het huidige personeelsbestand van het bedrijf in Nederland verdubbelt, zo schrijft Rabobank.
De verklaring volgde op de aankondiging vorige maand waarin de Nederlandse regering een investering van 2,5 miljard euro toezegde voor de verbetering van infrastructuur, onderwijs en huisvesting in de regio Brainport Eindhoven. De toezegging hielp om ASML gerust te stellen na de steeds kritischere houding van de Nederlandse politiek ten opzichte van arbeidsmigratie, waardoor het bedrijf mogelijk moeilijker buitenlands personeel zou kunnen aantrekken. De nieuwe CEO van ASML, Christophe Fouquet - die op 25 april in functie trad - heeft echter ook te maken met internationale politieke ontwikkelingen. Het bedrijf bevindt zich in het middelpunt van een door microchips gedreven geopolitieke botsing tussen de VS en China. Die heeft al geleid tot door de VS opgelegde exportbeperkingen voor de meest geavanceerde chipmachines naar China.
Meerderheid bedrijfseigenaren bezorgd over ondernemingsklimaat
De ontwikkelingen rond ASML betekenen helaas niet dat het Nederlandse ondernemersklimaat weer helemaal in orde is. Volgens het ondernemersonderzoek van Ipsos I&O uit maart van dit jaar vindt meer dan de helft van de ondernemers dat het Nederlandse ondernemingsklimaat de afgelopen vijf jaar is verslechterd. Daarnaast overweegt een op de tien een (gedeeltelijke) verhuizing uit Nederland. Meer dan 60 procent van de respondenten vindt dat de overheid de belangen van ondernemers onvoldoende waarborgt en regelgeving wordt vaak genoemd als het belangrijkste investeringsobstakel. Deze gevoelens weerspiegelen de zorgen van werkgeversorganisatie VNO-NCW, die de onverwachte aankondiging van een hogere CO2-heffing in de voorjaarsnota van het kabinet ook aanhaalde als indicatie van de onvoorspelbare regelgeving waarmee de bedrijven te maken hebben. Bovendien leiden strenge stikstofmaatregelen en een overvol elektriciteitsnet vaak tot het afwijzen van uitbreidingsvergunningen.
Het is in het licht van bovenstaande niet verrassend dat ook de ondernemers in de enquĂȘte van het CBS in maart minder optimistisch waren over investeren dan in dezelfde periode vorig jaar. Vooral in de industriesector ligt het aantal verwachte investeringen laag. Aangezien de respondenten financieringsproblemen het vaakst noemen als belemmering voor investeringen, kan de stemming positief omslaan zodra de rentetarieven dalen. Andere indicatoren zijn iets positiever: het producentenvertrouwen kruipt weer langzaam omhoog dankzij een stijging van de verwachte productie in april ten opzichte van maart. Ook de bezettingsgraad steeg voor het eerst in twee jaar, en kwam in april uit op 79,6 procent, nadat het een kwartaal eerder nog op 78,4 procent stond.
Faillissementen nemen toe
Volgens het CBS is het aantal faillissementen in het eerste kwartaal van 2024 gestegen tot het hoogste niveau sinds het tweede kwartaal van 2020. Het totale aantal faillissementen, inclusief eenmanszaken en gecorrigeerd voor zittingsdagen van de rechtbank, bedroeg 1.038. Dit is het vierde opeenvolgende kwartaal waarin faillissementen stijgen, met bijna een verdrievoudiging ten opzichte van het historische dieptepunt in het derde kwartaal van 2021.
Ondanks deze recente stijging blijven de faillissementen 16 procent onder het langlopend gemiddelde van 1.239 faillissementen per jaar (zie figuur 3). Sinds 2007 is het aantal bedrijven in Nederland meer dan verdubbeld (CBS), wat betekent dat dit percentage eigenlijk een vertekend beeld geeft. Het aantal faillissementen blijft dus nog steeds relatief laag. De grootste toename van het aantal faillissementen ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023 was te zien in de gespecialiseerde zakelijke dienstverlening en de bouwnijverheid, waar het aantal faillissementen respectievelijk met 96 procent en 68 procent steeg.
Macro-economische variabelen, zoals rentetarieven, inflatie en groei van het bbp, hebben aanzienlijke invloed op het aantal faillissementen. Veranderingen in deze indicatoren komen meestal met een vertraging van ongeveer 12 tot 18 maanden tot uiting in de faillissementsstatistieken. Gezien de stijging van de rente sinds de tweede helft van 2023 en de negatieve groei van het bbp in drie van de vier kwartalen van 2023, is het redelijk om te verwachten dat het aantal faillissementen blijft stijgen tot eind 2024.
Bron: Rabobank