Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Een effectiever Nationaal Programma Landelijk Gebied vergt prioritering door Rijk en provincies

"Stikstofdoelen met huidige plannen onhaalbaar"

De Provinciale Programma's Landelijk Gebied kunnen een belangrijke bijdrage leveren om de nationale doelen voor natuur, stikstof, klimaat en water dichterbij te brengen. Maar het is niet aannemelijk dat die doelen met de plannen van de provincies en het Rijk binnen de termijn van een decennium gehaald kunnen worden. Dat concluderen het PBL, de WUR, Deltares en het RIVM in de Ex ante analyse Nationaal Programma Landelijk Gebied. Dat programma kan effectiever en doelmatiger worden met een duidelijke strategie voor prioritering in de gebiedsaanpak.

© Denys Bilytskyi | Dreamstime.com

Met het Nationaal Programma Landelijk Gebied wil het Rijk de doelen voor natuur, stikstof, klimaat en water halen. Het kabinet Rutte-IV vroeg de provincies om daarvoor Provinciale Programma's Landelijk Gebied op te stellen, die zij begin juli 2023 bij het Rijk indienden. De kennisinstellingen hebben geanalyseerd of met de plannen van de provincies en de maatregelen die het Rijk neemt de doelen binnen bereik komen. In hun programma's schetsen de provincies de hoofdlijnen van hun beleidsaanpak. Van concrete gebiedskeuzes en uitgewerkte beleidspakketten is nog geen sprake. Een belangrijk onderdeel van de aanpak van veel provincies is om in specifieke gebieden te streven naar minder intensief gebruik van landbouwgrond. Ook willen zij het agrarisch natuur- en landschapsbeheer flink uitbreiden. Dit zijn effectieve maatregelen om de doelen dichterbij te brengen.

Volledig doelbereik niet aannemelijk
Toch is het niet te verwachten dat de doelen voor de landbouw worden gehaald met de provinciale plannen en de maatregelen die het Rijk neemt, zoals de nieuwe mestregels én het uitkopen van de piekbelasters. Daarmee worden belangrijke stappen gezet, maar om de doelen in 2030 of 2035 te kunnen halen zullen boeren veel meer kostbare en vérgaande maatregelen op hun bedrijf moeten doorvoeren. Hiernaast vraagt het om meer krimp van de veestapel. Voor het halen van de natuur- en waterdoelen is bovendien veel meer natuur nodig dan vastligt in de afspraken tussen Rijk en provincies. Ook zal op honderdduizenden hectaren het agrarisch grondgebruik moeten worden aangepast. Gezien de omvang van de uitvoeringsopgave is de verwachting dat de gestelde doelen in een decennium volledig gehaald worden niet realistisch.

Prioritering
Om de doelen te halen reserveerde het nu demissionaire kabinet tot en met 2035 24,3 miljard euro. De provincies ramen de kosten van hun plannen op ruim het dubbele. Daarbij vallen niet zo zeer grote verschillen tussen de provincies op, maar ook dat de provincies leunen op nieuwe beleidsinstrumenten. Denk aan financiële vergoedingen om boeren te compenseren voor minder intensief grondgebruik, beloningsstelsels of langjarige natuurbeheercontracten. Deze instrumenten zullen eerst nog ontwikkeld moeten worden. Bovendien vragen de honderden voorgenomen provinciale gebiedsprocessen om veel meer uitvoeringscapaciteit dan in het verleden. De omvang van de uitvoeringsopgave en de totale budgetraming vergen samen een scherpere prioriteringsstrategie dan nu in de programma's van Rijk en provincies voorzien is. Het beantwoorden van de vraag welke gebieden als eerste in aanmerking komen voor een gebiedsaanpak zal het programma effectiever maken.

Taakverdeling
In de provinciale programma's leggen de provincies de bal terug bij het Rijk om de doelen voor de uitstoot door de landbouw te halen. Dat is gezien de wettelijke taakverdeling ook logisch. Toch ramen de provincies wel budget om ook eigen emissiebeleid te voeren. Het is daarbij de vraag of het doelmatig is als elke provincie eigen subsidieregels en beloningsstelsels gaat ontwikkelen. Het kan ook de ongelijkheid tussen regio's in de hand werken. Tegelijk is het investeren in voldoende beschikbare grond, instrumenten en uitvoeringscapaciteit cruciaal om gedragen successen te boeken in de gebiedsprocessen die de provincies willen uitvoeren. Duidelijke afspraken over de verdeling van taken tussen Rijk en provincies, en een doordachte prioritering van het type maatregelen dat voor financiering in aanmerking komt, zijn noodzakelijke voorwaarden voor een effectiever en doelmatiger Nationaal Programma Landelijk Gebied.

Reactie minister Van der Wal
De conclusies van het Planbureau voor de Leefomgeving, Wageningen University & Research, Deltares en het RIVM bevestigen het beeld dat meer inspanningen nodig zijn voor het realiseren van de doelen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Dat schrijft minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof aan de Tweede Kamer in een reactie op het rapport. Er moet fors worden bijgeschakeld, stelt de minister. Klik hier voor de kamerbrief.

Klik hier voor het rapport.

Voor meer informatie: www.pbl.nl

Publicatiedatum: