De biobranche wil bij de kenmerking van dierenwelzijn door de staat een eigen vierde en daarmee hoogste categorie krijgen. In het concept van het Duitse ministerie van Voedsel, Landbouw en Consumentenbescherming (BMEL) is hier geen sprake van. Verder zijn er discussies over de vrijwilligheid hiervan.
Tijdens de jaarvergadering weersprak het verzoek van de biobranche de mening van de Berlijnse agrarisch econoom prof. Harald Grethe. Hij waarschuwde de biosector niet aan te dringen op een eigen vierde categorie bij het dierenwelzijnslabel van de overheid. Het hoogste dierenwelzijnsniveau zou ook met conventioneel voeder bereikbaar moeten zijn, beargumenteerde hij. De aanpassing van de dierhouderij zou in de breedte alleen via de conventionele bedrijven verlopen. Daarom moet het voor hen ook mogelijk zijn om het hoogste dierenwelzijnsniveau te krijgen. Harald Grethe wees erop dat niet ieder bio-bedrijf automatisch aan de hoogste dierenwelzijnsstandaard voldoet. Anders dan het Duitse ministerie van Landbouw (BMEL) en agrarisch econoom prof. Achim Spiller uit Göttingen, pleitte prof. Grethe voor een verplichte dierenwelzijnskenmerking. Van de politiek verwacht Grethe, dat zij zich inzet voor een wetenschappelijk uitgekiende monitoring van dierenwelzijnsindicatoren. Daarmee zou het dierenwelzijn in de toekomst beter meetbaar gemaakt kunnen worden.
Albert Stegemann, de agrarisch woordvoerder van CDU/CSU in de Bondsdag, verdedigde tijdens de jaarvergadering de plannen van het BMEL om het dierenwelzijnslabel van de overheid als vrijwillige mogelijkheid in te voeren. „We willen daarmee een marktleidende positie krijgen en de aanpassing van de dierhouderij ermee financieren“, zei hij. Het BMEL wil dat er midden 2019 een besluit is genomen over de wet voor de dierenwelzijnskenmerking. Het moet drie niveaus gaan omvatten, die allen hoger zijn dan de wettelijke standaard. De criteria voor de afzonderlijke niveaus zijn echter nog niet helemaal uitgewerkt. De eerste producten met de kenmerking moeten vanaf het voorjaar van 2020 in de handel liggen.