Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Netwerk GRONDig klaar met politieke gedraai rondom Grondgebondenheid

“Grondgebondenheid op bedrijfsniveau is ruggengraat van toekomstbestendige melkveehouderij”

Nederland heeft Brussel toegezegd: in 2032 is de melkveehouderij grondgebonden. Maar die afspraak dreigt te worden uitgehold. In plaats van vast te houden aan de bestaande wettelijke definitie - op bedrijfsniveau géén fosfaatoverschot – wordt in politiek en sector ingezet op vertraging en zelfs herdefiniëring. Waarom? Omdat de realiteit is dat met de huidige norm ruim de helft van de melkveebedrijven die doelstelling niet haalt.
"En in plaats van daar eerlijk over te zijn, wordt er gedaan alsof er geen definitie is. Dat is geen richting geven, dat is iedereen in het ongewisse laten," stelt Netwerk GRONDig.

Wettelijke definitie bestaat al – en werkt
Volgens GRONDig is de juridische definitie helder: een melkveebedrijf is grondgebonden als het geen fosfaatoverschot heeft – zoals vastgelegd in de Meststoffenwet. In de praktijk betekent dit omgerekend circa 2 GVE per hectare. De definitie is ook gekoppeld aan het fosfaatrechtenstelsel. "Dat is geen mening, dat is beleid," zegt voorzitter Jacob van Emst. "Maar toch doen Kamerleden en sectororganisaties alsof die definitie nog verzonnen moet worden. Daarmee ondermijnen ze de duidelijkheid waar melkveehouders recht op hebben."

Sectororganisaties duiken weg voor eigen visiedocumenten
Netwerk GRONDig is ook kritisch op de houding van de sectororganisaties. "Jarenlang klonk het luid vanuit zuivel en sector, dat de melkveehouderij grondgebonden moet worden. Nu het concreet moet worden uitgevoerd, verschuiven partijen het begrip naar 'regionaal' of zelfs 'nationale grondgebondenheid'. Alsof mest rondrijden door het hele land een vorm van grondgebondenheid is," aldus Van Emst. "Dat is geen duurzaamheid, dat is boekhoudkundig schuiven met mestoverschot en alle problemen die daarmee samenhangen."

Graslandnorm ongewenst en overbodig
Een alternatief dat in Den Haag circuleert – een 'graslandnorm' – lijkt aantrekkelijk, maar is volgens GRONDig een verkeerde invulling. "Dan telt alleen gras mee, en vallen bedrijven die zelf hectares met granen, mais of voedergewassen telen voor hun vee buiten de boot. Dat is niet circulair – dat is cosmetisch. Het benadeelt daarbij de voorlopers, de melkveebedrijven die qua rantsoen zoveel mogelijk zelfvoorzienend zijn." Dat behoud van grasland belangrijk is, erkent voorzitter Jacob: "Versterk de huidige definitie dan met de voorwaarde van minimaal 80% grasland van het bedrijfsareaal. Daar hoef je geen nieuwe definitie voor te verzinnen met bureaucratische rekenformules."

Politiek ontwijkt wat juist besproken moet worden
Volgens GRONDig moet het debat niet om definities draaien, maar om het echte pijnpunt dat de helft van de sector niet aan de huidige definitienorm voldoet. "Het antwoord is niet: de lat verlagen. Het antwoord is: intensieve boeren een transitie pad bieden en de grondgebonden melkveehouders met rust laten. Geen schijnzekerheid, maar échte keuzes en wij roepen Kamerleden en de minister op om kleur te bekennen."

Voor meer informatie:
Netwerk GRONDig
[email protected]
www.netwerkgrondig.nl

Publicatiedatum: