Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Raad van State is kritisch over hogere rekenkundige ondergrens

De Raad van State heeft op 21 mei het advies aan het kabinet over een aanpassing van de rekenkundige ondergrens voor stikstofdepositie in de wet vastgesteld. De Raad van State concludeert dat de ondergrens waarvan het kabinet in de wet uit wil gaan risico's met zich mee brengt en vermoedelijk geen stand zal houden bij de rechter. Hoe dan ook is fors natuurherstel in Nederland dringend gewenst.

Minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft de Raad van State om advies gevraagd over de mogelijkheden tot introductie van een wetenschappelijk onderbouwde rekenkundige ondergrens voor stikstofdepositie van 1 mol per hectare per jaar. De wetenschappelijke onderbouwing is gebaseerd op het expertoordeel van prof. dr. Arthur Petersen.

De directe aanleiding voor het gevraagde advies van de Raad van State is de wens van het kabinet om te komen tot een juridisch houdbare en wetenschappelijk verantwoorde ondergrens voor een berekening met AERIUS Calculator in het kader van toestemmingverlening voor een project.

De Raad van State concludeert dat het introduceren van een ondergrens, zoals voorgesteld door het kabinet kwetsbaar is. Volgens Petersen is een berekende stikstofdepositie op een Natura-2000 gebied die kleiner is dan 1 mol per hectare per jaar niet met voldoende zekerheid van nul te onderscheiden. Daarom is bij een berekende depositiebijdrage onder deze grens volgens hem geen sprake van causaal verband tussen de depositiebijdrage en een individuele bron.

De Raad van State stelt dat iedere individuele stikstofbron in principe tot stikstofdepositie op een Natura 2000-gebied kan leiden. Het eventueel niet kunnen meten van de stikstofdepositie, betekent niet dat deze niet zo adequaat mogelijk kan worden berekend en worden ingeschat. Het verspreidingsgedrag van stikstof hangt van meer factoren af dan alleen de meetdetectie. Met die factoren wordt rekening gehouden in de modellen op basis waarvan AERIUS Calculator werkt.

AERIUS Calculator is het best beschikbare instrument voor de berekening van de stikstofdepositie, ook in individuele gevallen zoals bij bouwprojecten. Het introduceren van de voorgestelde ondergrens brengt risico's mee. De Raad van State verwacht dat de ondergrens in procedures bij de rechter ter discussie wordt gesteld en het is niet zeker of deze dan overeind blijft.

De Habitatrichtlijn verplicht bevoegde bestuursorganen om op basis van een gebiedsspecifieke ecologische beoordeling te motiveren dat op grond van objectieve gegevens kan worden uitgesloten dat een project significante gevolgen heeft voor het desbetreffende Natura 2000-gebied. Zo'n motivering moet gebaseerd zijn op de beste wetenschappelijke kennis die op dat moment beschikbaar is.

In rechterlijke procedures zal de vraag aan de orde kunnen komen of het expertoordeel van Petersen, zodanig wetenschappelijk gedragen is dat het verantwoord is om de voorgestelde ondergrens toe te passen bij de beoordeling of significante gevolgen voor een Natura 2000-gebied kunnen worden uitgesloten. Ook de cumulatieve effecten van verschillende projecten moeten daarbij in ogenschouw worden genomen.

De Raad van State ziet ook als risico dat de ondergrens door de rechter niet zal worden gekwalificeerd als een rekenkundige ondergrens, maar moet worden beschouwd als een beleidsmatig gekozen drempelwaarde. Die drempelwaarde mag dan alleen worden toegepast met inachtneming van de kaders die daarover in eerdere jurisprudentie zijn geformuleerd.

In het advies benadrukt de Raad van State de noodzaak van een robuust, geloofwaardig en effectief pakket van natuurherstelmaatregelen, gericht op het behalen van de landelijke instandhoudingsdoelstellingen voor Natura 2000-gebieden en het voorkomen van verslechtering van die gebieden.

Bron: Raad van State