Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Darmgezondheid bij biologische biggen

In de biologische sector worden biggen later gespeend en zijn er minder sturingsmogelijkheden in het voer. Zo kunnen er geen synthetische aminozuren gebruikt worden. Het aandeel eiwit in het voer is daarmee hoger, wat eerder risico geeft op (speen)diarree. ABZ Diervoeding doet daarom continu onderzoek naar nieuwe voerstrategieën en aanpak bij diarree-problemen.

Aanpak darminfecties
Het voorkomen van darmproblemen bij biologische biggen vereist een brede benadering; zowel hygiëne, voeding en management spelen een rol. Infecties zoals Clostridium Perfringens kunnen ernstige diarree veroorzaken en vormen een niet te onderschatten probleem. Clostridium-gifstoffen veroorzaken niet alleen darmschade, maar tasten ook bloedvaten aan. Biggen worden ziek, verliezen veel vocht en er bestaat een grote kans op secundaire infecties.

Hier zijn enkele belangrijke aspecten om darminfecties, zoals Clostridium, te helpen voorkomen en de gezondheid van biggen te waarborgen.

Risicofactoren

  • Biggen zijn het meest kwetsbaar in de eerste levensweken. Infecties komen vaker voor bij jonge biggen, vooral tussen de 1 en 3 weken oud.
  • Stressfactoren zoals een slechte huisvesting, veranderingen in omgeving of een slechte voeding kunnen het risico op infecties verhogen. Klimaatinvloeden, zoals trek en val van koude lucht, kan voor de biggen in het kraamhok funest zijn, zeker als het hok nat is.
  • Een goed microklimaat (voldoende hoge temperatuur voor de biggen) middels een onderkruip zorgt voor behagelijkheid en voorkomt ook vroegtijdige longproblemen.
  • Een gezonde darmflora is cruciaal. Onevenwichtigheden kunnen leiden tot een verhoogde kans op darmproblemen, zoals een Clostridium-infectie.

Hygiëne

  • Reinig en ontsmet de kraamstal grondig voor en na gebruik.
  • Zorg ervoor dat alle medewerkers schoon en hygiënisch werken, met schone kleding en handen (of met wegwerphandschoenen). Schoeisel/laarzen het liefst per diercategorie – bij problemen zelfs per afdeling – om versleping te voorkomen.

Voeding

  • Zorg voor een uitgebalanceerd lactovoer met voldoende voedingsstoffen, waaronder eiwitten, vitamines en mineralen. Bij ABZ kijken we welke behoefte een zeug heeft in de biologische houderij en vertalen dat naar een praktisch toepasbaar lactovoer.
  • Zet een prelactovoer in. Met onze BLG Prelactokorrel zorgen we voor een geleidelijke overgang van dracht naar lactatie en stimuleren we het werpproces en biestproductie.
  • Zorg ervoor dat biggen binnen enkele uren na de geboorte voldoende biest (colostrum) opnemen. Dit versterkt hun immuunsysteem en helpt bij de afweer tegen infecties. De eerste 24 uur zijn cruciaal en vormen de basis voor de verdere ontwikkeling van een gezond big. Biggen die voldoende biest hebben opgenomen hebben minder kans op ziekte en hebben vaak een hoger speengewicht. Een hoog speengewicht zorgt ook na spenen en in de vleesvarkensperiode over het algemeen voor betere prestaties.
  • Voorkom bloedarmoede: kort na de geboorte krijgen biggen te maken met ijzertekort.
  • Zorg voor een doeltreffende ijzerbehandeling.
  • Zorg dat biggen voor het spenen al voldoende vast voer hebben opgenomen. Het gebruik van bijvoorbeeld BLG ABZ Biggenmuesli stimuleert de voeropname voor en na het spenen en ondersteunt de darmflora en darmontwikkeling waardoor biggen beter bestand zijn tegen (darm)infecties.
  • Zorg voor geleidelijke voerovergangen. Rondom voerovergangen kunnen stress en een voeropnamedip ervoor zorgen dat de darmvlokken beschadigen en ziekmakende bacteriën (zoals Clostridium) hun gang kunnen gaan.

Onderzoek en monitoring

  • Houd de gezondheid van biggen goed in de gaten, let op symptomen van diarree of andere gezondheidsproblemen. De maandelijkse rondgang met de dierenarts vormt het moment van vergelijk en afstemming over de gezondheidsstatus.
  • Bij uitbraken of twijfel kunnen monsters worden genomen voor laboratoriumonderzoek om de oorzaak van de infectie te identificeren.

Behandeling

  • Behandel biggen na afstemming met de dierenarts. In geval van een infectie kan een antibioticabehandeling nodig zijn, dit moet uiteraard altijd zorgvuldig worden overwogen.
  • Bij ernstige diarree kan het nodig zijn om biggen te hydrateren met orale rehydratatie-oplossingen.

Preventieve maatregelen

  • Zorg voor goede managementpraktijken zoals het scheiden van zieke en gezonde dieren en het vermijden van overbevolking in de kraamstal.
  • In sommige gevallen kunnen vaccins worden gebruikt om de immuniteit, tegen ondermeer Clostridium-infecties, te verhogen. Bij gelten zijn vaak meer problemen dan bij oudere zeugen. Afstemming met de dierenarts over eventuele vaccinatie is wenselijk en noodzakelijk.

Voor meer informatie:
ABZ Diervoeding
Westkadijk 4
3861 MB Nijkerk
+32 (0)33 4221510
[email protected]
www.abzdiervoeding.nl

Publicatiedatum: