Schapenhouders zijn afgelopen jaar emotioneel en financieel hard getroffen door de uitbraak van het blauwtongvirus. De situatie is bij veel schapenhouders ronduit slecht doordat de ziekte blijft doorwoekeren. Het Europese crisisfonds kan echter aangewend worden om financiële verlichting te brengen. LTO roept daarom minister Wiersma op hier gebruik van te maken. Een vergoeding van substantiële betekenis kan Nederlandse schapenhouders weer perspectief geven.
De financiële schade door blauwtong is groot in Nederland. Zeker schapenhouders hebben in 2023 en 2024 enorme aantallen dieren verloren en bij veel schapenhouders is de financiële situatie slecht en staat het water aan de lippen. Het crisisfonds kan verlichting brengen om de financiële gevolgen van de dierziekte deels te compenseren. Dit is eerder ook gebeurd voor vogelgriep en Afrikaanse varkenspest.
Landbouwcommissaris Wojciechowski maakte maandag bekend dat 120 miljoen euro uit de crisisreserve overgemaakt wordt naar onder meer Duitsland, Italië en Roemenië. Deze landen kunnen daarmee boeren en tuinders compenseren voor de impact van het extreme weer van afgelopen jaar. Het crisisfonds is daarmee echter nog niet uitgeput. Lidstaten kunnen nog tot totaal 150 miljoen euro aan aanvragen doen voor crisissteun. Onder meer België deed hiervoor maandag bij de Europese Landbouwraad een aanvraag om de door Blauwtong getroffen veehouders te kunnen ondersteunen.
LTO roept minister Wiersma op om zich hierbij aan te sluiten en zo snel mogelijk een aanvraag in te dienen bij de Europese Commissie voor de beschikbaarstelling van crisisfondsen. "Deze vergoeding moet wel van substantiële betekenis zijn, zodat het echt perspectief gaat bieden voor de schapenhouderij in Nederland."
Bron: LTO Nederland