Jan Overesch is een begrip in de bio-branche. Stop er een kwartje in en hij praat uren over zijn visie op de landbouw. Zijn sympathieke verhaal is niet alleen voor mensen die actief zijn in de bio-branche interessante kost, ook gangbare boeren die het anders willen gaan doen komen bij Jan. "Je kunt boeren niet dwingen om biologisch of biodynamisch te gaan werken. Het werkt alleen als ze echt willen."
Als je iemand vraagt waar het Demeter-keurmerk voor staat, dan volgt er vaak een warrig antwoord met iets over preparaten en sterren. Maar volgens Jan is het veel simpeler. "Het gaat om drie dingen: we gebruiken minder mest, telen ons eigen veevoer en we grijpen niet in, zoals onthoornen. Dat laatste vind ik er toch altijd zo sneu uitzien, koeien met een stompje op hun kop. Dat biodynamische bedrijven minder mest gebruiken is echt een unieke garantie van het Demeter-keurmerk en wordt nog veel te weinig belicht. Te veel mest geeft namelijk zwakke gewassen die gevoelig zijn voor ziekten en plagen en het brengt de bodem uit balans. Wij proberen altijd een stap vooruit te denken. Niet ingrijpen, ook niet met natuurlijke middelen, maar juist voorkomen dat je systeem uit balans raakt."
Houtwallen
"Om preventief te werken moet je meerdere stappen vooruitdenken. Neem nou de koolvlieg. Die legt eitjes in de kool. Dat kun je niet helemaal voorkomen. Maar als je zorgt dat de larven worden opgegeten door vogels, dan is er niks aan de hand. Hoe doe je dat? Nou, door houtwallen, ruige overhoeken en singels te planten waar je helpers in kunnen overleven. Maar ook door voldoende wormen in de grond te hebben om de vogels tevreden te houden. Die wormen heb je sowieso nodig om de mest te verteren enzo de gewassen te voorzien van voedingsstoffen. Het helpt als je zoveel mogelijk biodiversiteit naar je bedrijf kunt toetrekken, zodat je de natuur haar werk kunt laten doen. Het zijn allemaal mini-kringloopjes die met elkaar samenhangen en waar we zelf onderdeel van zijn. Als je ertegenin werkt, snijd je jezelf in de vingers."
Anders denken
Zoon Rick zit in het bedrijf als opvolger, zodat deze plek hopelijk nog heel lang kan blijven bestaan. Voor hem is de balans tussen dierlijk en plantaardig een belangrijk aspect van Demeter. "We hebben nu minder varkens en meer akkerbouw dan vroeger, waardoor het bedrijf beter in balans is. Voor het Demeter keurmerk mag er maximaal 112 kg stikstof per hectare worden bemest. Bij het biologisch keurmerk is dat 170 kg. Dat is een flink verschil. Veel boeren denken daarom dat het niet kan, maar je moet anders denken. Allereest moet je heel zuinig zijn op je bodem, een hele ruime vruchtwisseling hanteren, maximaal inzetten op groen-bemesters en niet meer ploegen. Onze koeien en varkens leveren het grootste deel van de mest, maar we moeten alsnog mest aankopen. Dan wil je niet dat daar gangbaar stro bij zit met kans op gifresten. Net zoals jij wilt weten waar je eten vandaan komt, zo willen wij precies weten waar onze mest vandaan komt."
Gesloten kringloop
Jan vervolgt: "We proberen de kringloop zoveel mogelijk op ons eigen bedrijf te sluiten, maar 100% lukt niet. De gewassen die van ons land komen gaan naar de winkel en zouden eigenlijk ook weer verteerd retour moeten komen. In de jaren '80 gebruikte ik nog zuiveringsslib, oftewel humane mest. Dat kon toen nog, maar nu zitten er teveel medicijnresten en hormonen in. Gezonde voeding zou dat gat kunnen sluiten, want dan heb je niet zoveel medicijnen meer nodig. Daar moeten we als wereld echt over nadenken. Kringlooplandbouw is een prachtig principe, maar het hele systeem moet dan wel op de schop."
Nieuwe inzichten
"Je moet je ook afvragen hoe je de kringloopgedachte van Rudolf Steiner kan toepassen in de huidige tijd. Volgend jaar bestaat Demeter 100 jaar. In die tijd is de landbouw ontzettend veranderd. Eerst vond ik het belangrijk dat wij het bedrijf volledig sloten door voer voor de dieren zelf te produceren. Nu kijk ik daar anders tegenaan: ik zie nu dat het belangrijker is om de varkens zoveel mogelijk met reststromen te voeren en de tarwe zoveel mogelijk voor humane consumptie te bewaren. Ze krijgen nu bijvoorbeeld de sojahullen en sojaschroot die ProLaTerre overhoudt bij het maken van vegetarische producten. Plantaardige landbouw vind ik ook een heel mooi principe dat past bij deze tijd. Het werkt vooral op rijke kleigrond en met gewassen die weinig bemesting vragen, maar hier op de zandgrond gaat dat helaas nooit lukken."
CAO voor voedsel
"Zolang ik dit bedrijf nog mee-run, wil ik mijn verhaal met zoveel mogelijk mensen kunnen delen. Het landbouwsysteem zit helemaal klem en vraagt om systeemsamenwerking. We doen nu net of we de baas zijn van de aarde, maar er moet weer harmonie komen. De boeren di eik spreek willen wel om naar biologische landbouw, maar worden aan alle kanten uitgemolken. Daar komt nog bovenop dat supermarkten ons voedsel anoniem hebben gemaakt, waardoor je niet eens meer weet waarvoor je betaalt. Het wordt tijd dat er een CAO komt voor voedsel."
Klik hier om meer te lezen over Jan en Rick Overesch.
Bron: Ekoplaza