Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Inhoud WUR-rapport sluit aan op Pilot BioMonitor Melkveehouderij

Groter biologisch landbouwareaal goed voor natuur

Wageningen University & Research (WUR) heeft, in opdracht van het ministerie van LNV, de effecten van vergroting van het areaal biologische akkerbouw en melkveehouderij op klimaat, natuur en dierenwelzijn in kaart gebracht. Gekeken is met name naar de CO2-eq emissies op bedrijfsniveau en het verwachte effect in de gehele levenscyclus van het product (LCA), de ammoniakemissie en de nitraatuitspoeling naar het grondwater.

De conclusie in het rapport is dat het vergroten van het biologische landbouwareaal (nu 4%) leidt tot minder broeikasgasemissies in Nederland omdat de bedrijfsemissies per hectare lager zijn. De biologische akkerbouw en melkveehouderij gebruiken, in tegenstelling tot ‘gangbaar’, geen kunstmest en chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen. Hierdoor zijn er minder emissies van CO2 die samenhangen met de productie en transport daarvan. Bij biologische akkerbouw- en melkveebedrijven wordt minder bemest waardoor de nitraatuitspoeling en ammoniakemissie per hectare minder is. Dit komt ook de biodiversiteit ten goede.

Pilot BioMonitor Melkveehouderij
In de nu lopende Pilot BioMonitor Melkveehouderij werken, verspreid over Nederland, elf biologische melkveehouders, als pilotbedrijf aan maatregelen om hun ammoniakemissies nog verder te verlagen. Daarnaast willen zij de impact monitoren die hun bedrijven hebben op klimaat, natuur en dierenwelzijn. Het betreft monitoring in onderlinge samenhang vanuit een systeembenadering. Verder werkt het project aan het passend maken van op gangbare landbouwsystemen afgestemde meet- en rekenmethodieken (zoals Kringloopwijzer, NH3 Check en Navigator) voor het biologische melkveehouderijsysteem. Dit helpt de melkveehouders om sneller en beter inzicht te krijgen in de milieu-, klimaat en natuurimpact van hun landbouwsysteem. Via managementmaatregelen die de biologische bedrijfsvoering optimaliseren, werken de pilotbedrijven aan verdere vermindering van de al lage ammoniakemissies.

Bufferzones
Omvormen van gangbare bedrijven naar ‘biologisch’, vooral in bufferzones rondom Natura 2000-gebieden, draagt bij aan emissiereductie en meer biodiversiteit. De bevindingen in het rapport van de WUR zijn voor de deelnemers aan de Pilot BioMonitor een bevestiging van de ingeslagen weg. De aanbeveling om verder onderzoek te doen naar aspecten die spelen in deze gebieden (zoals emissies, technologie, samenwerking met akkerbouw, ecosysteemdiensten, verdienmodellen) sluit hier ook op aan. De systeembenadering van de biologische landbouw blijft zo dicht mogelijk bij de werking van natuurlijke ecosystemen. Daardoor kan biologische landbouw, juist in gebieden waar het lastig is de NPLG- en PPLG-doelen te realiseren, een belangrijke bijdrage leveren. Beter inzicht door aanvullend onderzoek en meer maatwerk bij het ontwikkelen van beleidsinstrumentarium helpen de biologische melkveehouderij daarbij.

De projectorganisatie van de pilot BioMonitor valt onder de werkgroep Biologische Systeemlandbouw (Managementmaatregelen) en wordt uitgevoerd door: Wageningen University & Research (WUR), kennisinstituut voor duurzame landbouw, voeding en gezondheid, het Louis Bolk Instituut (LBI), vereniging van biologische melkveehouders, De Natuurweide en verenging voor de biologische landbouw, Biohuis.

De pilot is daarmee nauw verbonden met het biologische systeem in de praktijk en maakt gebruik van de kennis en data van zowel WUR als LBI. Het Ministerie van LNV financiert de piot vanuit de stikstofgelden.

Voor meer informatie:
Pilot Biomonitor Melkveehouderij
[email protected]
pilotbiomonitor.nl

Publicatiedatum: