Ondanks dat Nederlandse volwassenen zeggen dat ze duurzaamheid belangrijk vinden, is er nog steeds behoefte is aan prijsconcurrentie als het gaat om hun boodschappen. Meer dan vier op de vijf (82%) zegt dat het belangrijk is om boodschappen te kopen die duurzaam zijn geproduceerd, maar meer dan drie op de vijf (61%) is het ermee eens dat de prijs een grotere rol speelt dan waar het voedsel dat ze kopen vandaan komt of geteeld is. Daarover publiceerde onderzoeks- en inzichtenbureau Opinium Amsterdam deze week. Het onderzoek vond plaats onder 1241 Nederlandse volwassenen tussen 7 en 10 maart.
De bezorgdheid over het milieu neemt toe: bijna zeven op de tien (68%) zegt zich nu zorgen te maken over het milieu, vergeleken met 46% vijf jaar geleden. Meer dan een op de tien (11%) noemde het milieu als hun huidige grootste zorg. Daarnaast zegt twee op de vijf (39%) dat het verminderen van voedselverspilling de grootste zorg is voor het milieu, meer dan het verminderen van de hoeveelheid plastic voor eenmalig gebruik (29%) en het terugdringen van de vervuiling van oceanen en rivieren (28%).
Met dit in gedachten zegt bijna twee derde (64%) dat ze hun best doen om de milieu-impact van het voedsel dat ze eten te beperken, maar velen kijken naar supermarkten om hen daarbij te helpen, waarbij twee op de vijf (39%) zegt dat het beste wat supermarkten kunnen doen om mensen duurzaam te laten winkelen, is concurrerender zijn op het gebied van kosten.
Gestegen kosten van levensonderhoud
Dat de prijs zo'n belangrijke factor is, komt waarschijnlijk door de aanhoudende stijging van kosten van levensonderhoud - de gemiddelde wekelijkse boodschappen zijn sinds januari met €29,60 gestegen. Daarnaast is bijna de helft (45%) van de Nederlandse volwassenen ontevreden over hun vermogen om uit te geven aan niet-essentiële zaken en is twee vijfde (39%) ontevreden over hun vermogen om zelfs maar binnen hun budget te leven.
Om hun wekelijkse boodschappen te kunnen betalen, hebben Nederlandse consumenten hun manier van leven moeten veranderen, inclusief hun eetpatroon, en mogelijk zelfs hun gezondheid moeten opofferen. Twee vijfde (43%) heeft de verwarming uitgedaan en meer dan een derde (36%) heeft meer thuis gekookt. Iets minder dan een op de vijf (17%) heeft minder gegeten om de wekelijkse boodschappen te kunnen betalen.
Volgens Emily Dickinson, hoofd van Opinium Amsterdam, komt de 'zeggen vs doen' kloof als het gaat om duurzaam winkelen duidelijk naar voren uit dit onderzoek. "Nederlandse consumenten vinden milieubescherming belangrijk, maar staan voor de moeilijke keuze tussen groene producten en producten die ze zich kunnen veroorloven. Gezien de stijgende kosten van goederen en diensten is het misschien geen verrassing dat veel consumenten naar supermarkten kijken om hun gedrag te veranderen. Meer dan de helft (56%) zegt dat supermarkten verantwoordelijk zijn voor het stimuleren van duurzaam winkelen, waardoor supermarkten voor de moeilijke taak staan om de huidige afweging tussen kosten- en milieuduurzaamheid te maken."
Bron: Opinium Amsterdam