Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Vreugdenhil Tuinplanten Skal-gecertificeerd

"Niet kunstmest en chemie, maar een gezonde bodem zorgt voor écht gezonde, vitale planten"

De familie Vreugdenhil uit het Drentse Eldersloo kweekt al een tijdje zonder kunstmest en chemie. Sinds kort zijn hun potplanten ook door Skal gecertificeerd. Met het biologische keurmerk hopen ze meer consumenten te bereiken die hun natuurlijke manier van werken ook echt waarderen.

Na een cursus bodembiologie realiseerde Johan Vreugdenhil zich dat niet kunstmest en chemie, maar een gezonde bodem zorgt voor écht gezonde, vitale planten. “Bij de gangbare teelt kreeg ik het idee dat je het ene probleem doodspuit en er het andere voor terugkrijgt. Dat is een spiraal waar je niet meer uitkomt.”

Weerbare planten
Het familiebedrijf, dat hij samen met zijn ouders, broer en zus runt en dat sinds 2001 bestaat, stopt vanaf 2013 met chemie en later ook met kunstmest. “Eerst gebruikten we nog plantversterkers als zwavel en koper, dus alles wat bij biologisch ook mag. Puur om de chemie te vervangen. Maar op een gegeven moment kom je tot het inzicht dat je juist de natuurlijke afweer wil bevorderen. Dat moet de natuur toch zelf doen. Dus moet je nog minder ingrijpen en de planten minder verwennen.”

Vanaf dan richt de kwekerij zich vooral op het voeden van het bodemleven. Vreugdenhil: “Het bodemleven voedt uiteindelijk de planten, waardoor je gezonde, weerbare planten krijgt. Dat is echt de achterliggende gedachte geweest, dan ga je vanzelf biologisch werken.”

Natuurlijk Sterker
Hij noemt het kweken op een natuurlijke manier. “Maar het is geen natuur, op een kwekerij moet geproduceerd worden. Dus je hebt wel input nodig. We voegen organische reststromen toe om het bodemleven te voeden. Dat bodemleven zet de stoffen om in mineralen die op een gezonde manier opneembaar zijn voor de plant.”
Die input bestaat uit een breed scala aan voornamelijk lokale reststromen, zoals mulch, compost, maaisel van de bermen, houtsnippers. Vanaf 2018 voert de familie het label Natuurlijk Sterker. “Wat vinden wij nou belangrijk aan onze plant? Nou, vooral dat die weerbaar en gezond is en dat die op een natuurlijke manier is gekweekt. Natuurlijk Sterker staat voor onze manier van kweken en onze visie.”

Consumentenmarkt
Hoewel hun eigen planten al sinds 2015 aan de regels voor biologische certificering voldoen, hebben ze zich nu pas laten certificeren. Waarom? Aanvankelijk kweekten ze voornamelijk haagplanten voor de groothandel. Hoveniers vroegen mondjesmaat naar biologische planten. Later zijn ze zich meer op de consumentenmarkt gaan richten. “Je wil consumenten een gigantisch breed assortiment aanbieden, daarom zijn we steeds meer gaan uitbreiden.”

Ontheffing
Ze hikten lange tijd aan tegen de administratieve rompslomp en de kosten van certificeren. “Omdat van onze producten geen biologisch uitgangsmateriaal wordt gekweekt, of nagenoeg niet, moet je voor heel veel soorten een ontheffing aanvragen. Als je een paar honderd soorten kweekt, gaat dat erg in de papieren lopen. Een deel vermeerderen we zelf, maar we kweken meer dan 500 soorten. Het is niet rendabel om alles zelf te vermeerderen.”

Die ontheffingen zijn arbeidsintensief. “Je moet goed onderbouwen dat er geen biologisch uitgangsmateriaal beschikbaar is en waarom je dat specifieke product nodig hebt: is er geen alternatief? Doordat we wel een gezamenlijke lijst konden indienen voor de ontheffing viel het kostentechnisch gelukkig wel mee.”

Tweedehandspotten
Minder dan 10 procent van de klanten van het tuincentrum komt voor het biologische aanbod, schat Vreugdenhil. Hun webshop Natuurlijk Sterker richt zich wel op de duurzame klant. Je kunt daar niet alles zomaar bestellen. “We letten erop dat het economisch en wat betreft milieu-impact uit kan, want anders heeft het niet zoveel zin. We proberen niet voor niets ons bedrijf zoveel mogelijk te verduurzamen. We gebruiken bijvoorbeeld tweedehandspotten, daardoor gaat er minder energie verloren.”

Ook als potten worden gerecycled, is er energie nodig om ze te smelten en er weer een nieuwe pot van te maken. Vreugdenhil hergebruikt potten van klanten en andere kwekers, zónder ze te spoelen. Onkruid of schimmel is geen probleem, de bodembiologie pakt dat zelf op en herstelt de balans.

Veenvrije potgrond
Potgrond maken ze ook zelf. “De potgrond die je inkoopt is vaak heel steriel, er zit maar weinig leven in. Om een gezonde plant te krijgen, heb je juist bodemleven nodig. We zitten nu voor het overgrote deel op veenvrije potgrond en de potgrond waar nog veen in zit, daar zit maar 15 procent veen in.”

Reguliere potgrond bestaat voor minimaal 80 procent uit veen. “Als veen wordt gewonnen, gaat dat ten koste van de natuur. Als het wordt toegepast in de potgrond, dan gaat de koolstof die erin zit opgeslagen verteren en komt er CO2 vrij. Wij maken van een dode plant weer een levende plant. Van groencompost en bermmaaisel en blad maken wij weer potgrond. Daaruit groeit weer een nieuwe plant; zo proberen we die kringloop weer rond te krijgen.”

Gelukkig valt die potgrond onder de biologische verordening. “Dat was vooraf wel een vraagteken: hoe gaat Skal daarmee om? Het meeste gras komt bij Staatsbosbeheer vandaan, maar die is niet Skal-gecertificeerd. Maar je weet dat zij geen drijfmest of wat dan ook gebruiken, dus op die manier konden we wel verantwoorden dat die potgrond biologisch is. Gelukkig voldoet het daarmee aan de regels van Skal.”

Waarderen
De afgelopen jaren gingen hun op zich volgens de regels voor biologische landbouw gekweekte, maar niet gecertificeerde planten het reguliere circuit in. “We hopen dat de planten nu ze Skal gecertificeerd zijn vaker terechtkomen bij mensen die de manier waarop ze geteeld zijn ook waarderen.” Hij ziet wel dat er meer aandacht is voor de schade die de reguliere teelt op de locatie zelf aanricht. “De chemie verwaait en komt in het oppervlaktewater terecht. Ik hoop dat het bij mensen gaat landen dat je geen residu van chemie in je eigen tuin wil hebben en – veel belangrijker – dat in het teeltproces schade kan ontstaan aan milieu, klimaat en gezondheid.”

bron: Skal

Publicatiedatum: