Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Anton Nigten: "Stikstofkunstmest hebben we niet nodig"

Planten voeden zich anders dan gedacht

Anton Nigten, zelfstandig onderzoeker bemesting, voeding en gezondheid, is de afgelopen tijd voor zijn stikstofonderzoek de geschiedenis ingedoken. Dit leverde volgens hem verrassende inzichten op. Anton is onder meer van mening dat de bestaande opvattingen over bemesting aan herziening toe zijn. Ook heeft hij bekeken welke maatregelen we kunnen nemen om goed te bemesten zonder al te grote verliezen. Zijn belangrijkste bevindingen staan hieronder op een rij:

Op basis van historisch en recent onderzoek blijkt dat grofweg tussen de 40 en 50% van alle ammoniakverliezen uit de landbouw afkomstig is uit stikstofkunstmest.

Ook laat onderzoek in Engeland (1856–1863) zien dat ammoniumstikstof en nitraatstikstof een forse vermindering geven van grassen en kruiden in grasland. Bij het gebruik van deze kunstmest neemt het aantal soorten in het grasland drastisch af en enkele grassen en onkruiden gaan domineren. Kruidenrijk grasland in combinatie met ammonium- en nitraatmeststoffen is dus onmogelijk. Ook slecht behandelde stalmest en drijfmest zorgen voor een sterke vermindering van de grassen en kruiden. Alle drie de mestsoorten, en vooral ammonium, verlagen het aandeel vlinderbloemigen in hoge mate.

Verder blijkt dat boeren veel te veel geld uitgeven aan kunstmest omdat meer dan de helft niet wordt opgenomen door de gewassen. Wereldwijd betalen boeren en boerinnen de kunstmestindustrie meer dan 150 miljard Amerikaanse dollars per jaar waar niets tegenover staat omdat 60-70% van de stikstof- en de fosfaatkunstmest niet door de gewassen wordt opgenomen.

Een verbod op kalkammonsalpeter – deze kunstmest bevat kalk, ammonium en nitraat - op melkveebedrijven kan de lucht op de korte termijn klaren. Melkveehouders verdienen er geen euro minder om, als de drijfmest verstandig wordt aangewend (niet meer dan 10 ton per keer), en men eiwitarmer gaat voeren. Extra zeezout helpt de graskwaliteit en het rendement verder te verhogen.

Stikstofkunstmest hebben we niet nodig, omdat de planten in de evolutie zeer effectieve manieren hebben ontwikkeld om aan stikstof te komen. Manieren waar een stikstofkunstmestfabriek niet aan kan tippen. Alle planten beschikken over een orgaan om stikstof uit de lucht op te nemen. Uit de vakliteratuur blijkt dat er vijf verschillende manieren zijn waarop planten organische stikstof op kunnen nemen. De vastlegging door luchtstikstof in de wortelknolletjes van vlinderbloemigen is er één van. In al deze gevallen zorgen de planten ervoor om samen met hun symbionten mineralisatie van de organische stikstof te voorkomen. Mineralisatie is de omzetting in zouten.

Organische stikstof spoelt vrijwel niet uit en verdampt nagenoeg niet. En slaat dus ook niet neer in de natuurgebieden.

Bij de productie van stikstofkunstmest wordt heel veel energie verbruikt en komen heel veel emissies vrij. In bijvoorbeeld de fabriek van Yara in Sluiskil komt heel veel ammoniak vrij. En de fabriek is de vierde grootste producent van CO2 in Nederland. Er komt ook veel lachgas vrij. Lachgas is een van de krachtigste broeikasgassen die er bestaan. Volgens NOS-nieuws (22 maart 2022) verbruikt Yara jaarlijks 2 miljard m3 aardgas.

Alleen al om deze redenen moeten we zeer kritisch gaan kijken naar stikstofkunstmest. En voor superfosfaat gelden vergelijkbare problemen.

Als we de productie en het verbruik van kunstmest uitfaseren, alle nutriëntenkringlopen op een organische wijze herstellen, en de kwaliteit van dierlijke mest opwaarderen, dan worden ook bestrijdingsmiddelen overbodig. Het CBS heeft geen cijfers over de financiële kosten van bestrijdingsmiddelen, maar het is wel duidelijk dat we zo snel mogelijk van deze middelen af moeten, omdat ze niet alleen schadelijk zijn voor de natuur en de landbouwgewassen maar ook voor de consumenten. Dat blijft nu vooral onder de pet omdat er geen degelijk onderzoek gedaan wordt naar de effecten van cocktails op de gezondheid van lagere levensvormen, en van planten, dieren en mensen. Noch naar de lange termijneffecten. De beoordeling van de schadelijkheid wordt door de fabrikanten van de middelen gedaan.

Anton heeft twee brieven aan de Nederlandse boeren geschreven.
Brief 1
Brief 2

En klik hier voor de wetenschappelijke onderbouwing.

Voor meer informatie:
Anton Nigten
Zelfstandig onderzoeker bemesting, voeding en gezondheid.
06 54280142 
aonigten@hotmail.com 

Publicatiedatum: