Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Voor verdere verduurzaming inzetten op o.a. prijsverschil verkleinen, transparantie van prijsvorming en grotere bijdrage ketenpartijen

"Aanbevelingen van ACM voor minister van LNV enorme steun in de rug voor de bio-sector"

Tholen - De Autoriteit Consument & Markt (ACM) biedt aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de Agro-Nutri Monitor 2022 en twee studies over duurzaam voedsel aan. In deze brief staan de belangrijkste resultaten uit de onderzoeken en zes aanbevelingen. Zo zijn er volgens de ACM maatregelen nodig om het prijsverschil tussen gangbare en duurzamere producten te verkleinen. Ook pleit de organisatie voor meer transparantie van de prijsvorming en roept de ACM ketenpartijen op om een grotere bijdrage te leveren aan verdere verduurzaming. 

"Deze brief is voor ons als bio-sector zeer relevant. Deze zeer concrete aanbevelingen voor de minister zijn mijns inziens redelijk baanbrekend", reageert Bionext-directeur Michaël Wilde, die aangeeft dat Bionext namens de bio-sector al flink inzet op vijf van de zes punten. "Het is een enorme steun in de rug dat de ACM dezelfde argumentatie gebruikt. Ze zeggen hiermee dat er maatregelen nodig zijn, omdat anders de markt voor bio niet heel hard gaat groeien. Ook het laatste punt 'Het lijkt de ACM raadzaam om iemand of een instantie aan te wijzen die bovengenoemde aanbevelingen gaat aanjagen' is iets waar we ons behoorlijk goed kunnen vinden. Wij voelen ons gesteund door deze brief en het zal ook helpen in de verdere gesprekken om dit soort maatregelen voor elkaar te krijgen. De markt moet immers leidend zijn in de transitie. Overal waar ik kom, praat men over de markt. En in deze aanbevelingen zegt de ACM precies wat er moet gebeuren."

Dit zijn de zes aanbevelingen van de ACM:

  1. Er zijn maatregelen nodig die het prijsverschil tussen gangbare en duurzamere producten verkleinen. Dit kan bijvoorbeeld door btw-verlaging voor duurzamere producten of met subsidies voor producenten. Voor gangbare producten is het belangrijk dat de gevolgen van de productie op het milieu in de prijs wordt verwerkt, zodat consumenten de 'echte prijs' betalen. Ook productiebeperkende maatregelen zijn raadzaam, zoals de verhoging van de wettelijke minimum duurzaamheidseisen voor gangbare producten.
  2. Het is noodzakelijk dat de sector en de overheid het vertrouwen van consumenten in het duurzame karakter van duurzamere producten vergroten. Stimuleer dat het aantal duurzaamheidskeurmerken terug wordt gebracht tot een beperkt aantal voor de consument duidelijk herkenbare keurmerken. Om consumenten te helpen bij hun duurzame keuze, moet er een eenduidig, betrouwbaar en door de overheid ondersteund duurzaamheidskeurmerk komen dat zowel in de supermarkt als in de horeca wordt gebruikt.
  3. Spoor de sector aan om keurmerken internationaal te benchmarken, omdat dit de exportmogelijkheden verbetert voor producten met een niet-biologisch Nederlands duurzaamheidskeurmerk.
  4. Bevorder de verkoop van duurzamer voedsel niet alleen in supermarkten, maar ook in speciaalzaken (zoals groentewinkels en slagerijen) en in de horeca. De overheid kan zelf een bijdrage leveren door duurzamere producten in te kopen voor restaurants of kantines van (semi)overheidsinstellingen.
  5. Veel producenten ervaren problemen in de transparantie van de prijsvorming zoals onduidelijkheid over welke verkoopprijzen hun afnemers realiseren en onvoorspelbaarheid van prijzen. Ook ervaren producenten de verdeling van risico’s (zoals die van weerschade en misoogsten) als oneerlijk. Of deze percepties aansluiten bij de feitelijk situatie is niet duidelijk. Vervolgonderzoek kan hier meer inzicht in verschaffen.
  6. Ketenpartijen zouden zelf ook een grotere bijdrage moeten leveren aan verdere verduurzaming. Supermarkten, speciaalzaken en horecabedrijven kunnen hun klanten nadrukkelijker stimuleren om een duurzamere keuze te maken. Samenwerking in de keten helpt hierbij en past meestal binnen de concurrentieregels. De ACM heeft onlangs een leidraad gepubliceerd waarin deze samenwerkingsmogelijkheden voor boeren, verwerkers, groothandels, supermarkten en horeca beschreven staan.

Het lijkt de ACM raadzaam om iemand of een instantie aan te wijzen die bovengenoemde aanbevelingen gaat aanjagen.

Michaël: "Vooral punt 5 is heel relevant. Veel van de bio-ondernemers zeggen dat hun producten niet zo veel duurder zijn dan gangbaar, maar dat ze in het winkelschap twee/drie keer zo duur zijn. En dat herkennen zij niet terug in de kostprijsverschillen. In dit punt pleit de ACM voor veel meer transparantie van de prijsvorming en dit is essentieel." 

Ook met punt 6 is hij in zijn nopjes: "Hiermee zijn we de laatste maanden actief bezig. Ketenpartijen moeten juist nu een veel grotere bijdrage leveren. Bijvoorbeeld door te besluiten om alleen nog biologische courgettes aan te gaan bieden. Of zoals Plus onlangs gedaan heeft met de stap naar nog meer biologische zuivel onder het huismerk."

Klik hier voor de volledige aanbiedingsbrief aan de minister van LNV.

ACM: Werk aan eenduidig keurmerk voor duurzame Nederlandse producten
ACM heeft over de Agro-Nutri Monitor 2022 op de eigen website het volgende persbericht gepubliceerd: 

De overgang naar duurzamere landbouw in Nederland slaagt alleen als de vraag van consumenten naar duurzamere producten omhoog gaat. Om consumenten te helpen bij hun duurzame keuze, is een eenduidig en betrouwbaar keurmerk voor duurzame producten nodig. Een keurmerk dat zowel in de supermarkt als in de horeca gebruikt kan worden en ook in het buitenland wordt erkend. Door belastingen en subsidies kunnen duurzame producten goedkoper worden gemaakt en gangbare duurder. Om vraag en aanbod beter op elkaar aan te laten sluiten, kunnen boeren, verwerkers, groothandels, supermarkten en horeca afspraken met elkaar maken. Dat concludeert de ACM in de Agro-Nutri Monitor 2022.

Martijn Snoep, bestuursvoorzitter van de ACM: "We staan voor enorme uitdagingen om de Nederlandse landbouw duurzamer te maken. Dat zien we ook terug in het rapport van de heer Remkes 'Wat wel kan' over de toekomst van de Nederlandse landbouwsector. Samenwerking in de keten helpt ook en past meestal binnen de concurrentieregels. Supermarkten en horeca spelen een cruciale rol omdat zij contact hebben met de consument. Daarbij komt dat de consument door alle keurmerken soms door de bomen het bos niet meer ziet. Een mede door de overheid gesteund, duidelijk en betrouwbaar keurmerk kan helpen."

Keurmerk duurzame Nederlandse producten
Uit eerder onderzoek van de ACM blijkt dat het huidige woud aan duurzaamheidskeurmerken bij consumenten zorgt voor verwarring en onduidelijkheid. Ze verliezen daardoor het vertrouwen in keurmerken, ook in de goede keurmerken. Een eenduidig, goed geregeld en betrouwbaar keurmerk voor duurzamere producten in de winkels, speciaalzaken en de horeca helpt consumenten. Als de meerwaarde van het duurzamere product duidelijker is, zijn consumenten bereid om meer te betalen. De exportmogelijkheden van duurzamere Nederlandse producten verbetert als dit keurmerk ook in het buitenland wordt geaccepteerd.

Prijsverschil kleiner maken
De ACM vindt dat de regering serieus moet kijken naar mogelijkheden om de prijzen van duurzamere producten te verlagen. Dat kan bijvoorbeeld door btw-verlaging voor duurzamere producten. Voor gangbare producten is het belangrijk dat de gevolgen van de productie op het milieu in de prijs wordt verwerkt, zodat consumenten de 'echte prijs' betalen.

Drie Agro-Nutri Monitors
De ACM heeft op verzoek van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) de afgelopen drie jaar onderzoek gedaan naar de prijsvorming in de voedselketen voor reguliere en duurzamere producten en obstakels voor verduurzaming. De onderzoeken zijn deels uitgevoerd door Wageningen Economic Research in opdracht van de ACM. 

Uit de drie monitors komt een consistent beeld naar voren. Een belangrijke belemmering voor verduurzaming is de hogere prijs voor duurzamere producten in vergelijking met gangbare producten. Consumenten zijn maar beperkt bereid om meer te betalen zolang de goedkopere gangbare producten nog worden aangeboden.

Producenten die zijn omgeschakeld naar duurzamere productie krijgen voor de meeste onderzochte producten de meerkosten vergoed, maar het verschilt per product en producent. 
Dit jaar zijn twee extra studies uitgevoerd. De eerste gaat over de consumptie van biologische producten in Denemarken. De tweede studie gaat over de verkoopstrategieën die supermarkten hebben voor duurzaam voedsel.

ACM en agrarische sector
De ACM kijkt naar de agrarische markten om die goed te laten werken voor mensen en bedrijven, nu en in de toekomst. De Agro-Nutri Monitor geeft een goed beeld hoe de markten werken en welke obstakels er zijn richting duurzamere productie. Daarnaast heeft de ACM onlangs de Leidraad samenwerking landbouwers gepubliceerd waarin de samenwerkingsmogelijkheden voor de agrarische sector staan. Ook heeft de ACM de Leidraad duurzaamheidsclaims uitgebracht met als doel consumenten te beschermen tegen misleidende duurzaamheidsclaims en om eerlijke concurrentie op dit gebied te stimuleren. Boeren, tuinders, vissers en verwerkers van voedsel kunnen een vermoeden van oneerlijke handelspraktijken melden bij de ACM. De ACM kan hier vervolgens onderzoek naar doen.

Prijsvorming van voedingsmiddelen en de aankoopmotieven van biologische producten
Deze derde Agro-Nutri Monitor beschrijft de prijsvorming in de keten, van boer tot de Nederlandse supermarkt. Daarnaast maakt de monitor inzichtelijk welke problemen bij de prijsvorming de verduurzaming van de ketens belemmeren. De monitor heeft de prijsvorming van zeven producten gevolgd: tafelaardappelen, uien, peren, tomaten, champignons, dagverse melk en varkensvlees.

Drie vragen stonden centraal:

  1. Hoe verhouden de vergoedingen die boeren en tuinders (extra) ontvangen voor het gangbare product en het biologische product zich tot de (extra) kosten en investeringen die boeren en tuinders moeten maken voor de productie?
  2. Hoe zijn de bruto- en nettomarges per eenheid product verdeeld over de schakels in de waardeketen, voor het gangbare en het biologische product?
  3. Wat zijn belangrijke verklaringen waarom verschillende consumentensegmenten – in Nederland en in belangrijke afzetlanden – niet bereid zijn om extra te betalen voor duurzamere producten?

Enkele conclusies uit deze monitor:

  • In 2018-2020 geldt dat de marktprijzen de meerkosten van biologische productie voor de meeste onderzochte producten vergoedden, maar niet voor melk.
  • De omschakelkosten voor producenten van gangbaar naar biologisch zijn substantieel, maar niet onoverkomelijk. De meeste producenten geven aan over te stappen vanwege het milieu of omdat de productiewijze beter past bij het bedrijf, en niet zozeer vanwege financiële redenen.
  • De vergoeding voor gangbare duurzaamheidskeurmerken verschilt per product.
  • Er zijn beperkte afzetmogelijkheden van producten met een niet-biologisch Nederlands keurmerk in het buitenland. Wel vindt er steeds vaker over en weer erkenning plaats van gelijkwaardige Nederlandse- en buitenlandse keurmerken (benchmarking).
  • De brutomarge-verdeling in de ketens is in de periode 2017-2020 ongeveer gelijk gebleven.
  • Voor de meeste producten is het aandeel van boeren en tuinders in de consumentenprijs voor de biologische producten hoger dan voor de gangbare producten.
  • Verdeling van productierisico's van landbouwproducten wordt door boeren en tuinders als oneerlijk ervaren. Ze vinden dat zij onevenredig veel risico lopen, onder andere door veranderende wetgeving en het weer.
  • De betalingsbereidheid van de consument voor duurzamere producten is laag. In de supermarkt of winkel, maken de consumenten een afweging tussen de waarde die het voedselproduct voor henzelf heeft, de bijdrage die het product aan de verduurzaming levert, en de prijs die voor het product betaald moet worden.
  • Consumenten die voor gangbaar kiezen, verwachten een hogere kwaliteit (betere smaak, gezonder en een grotere bijdrage aan het milieu en dierenwelzijn) bij een hogere prijs voor biologisch.

Klik hier voor de monitor. 

Publicatiedatum: