Goede biologische zaden voor katoen waren moeilijk te vinden. Nu niet meer: Meer dan tien jaar kweken resulteerde in succes, zo meldt FiBL. Twee nieuwe biologische katoenvariëteiten zijn onlangs beschikbaar gesteld aan boeren. Dit zijn de allereerste katoenrassen van India die onder biologische omstandigheden zijn gekweekt. De rassen zijn ontwikkeld via een gedecentraliseerd biologisch participatief veredelingsprogramma van FiBL Zwitserland en partners.
Tanay Josh test ter plaatse om er zeker van te zijn dat de katoenzaden vrij zijn van besmetting door genetisch gemodificeerde variëteiten. Foto's: FiBL
In de afgelopen decennia is het voor boeren steeds moeilijker geworden om biologisch katoenzaad van goede kwaliteit te verkrijgen. Enerzijds domineren genetisch gemodificeerde zaden van grote bedrijven de markt en bedreigen ze de zuiverheid van andere rassen. Anderzijds zijn de traditionele, niet-genetisch gemodificeerde zaden onvoldoende ontwikkeld en voldoen zij vaak niet aan de verwachtingen van de landbouwers inzake opbrengst en van de verwerkers inzake vezelkwaliteit.
De boeren maken integraal deel uit van het participatieve veredelingsproces.
Daarom zijn de twee onlangs aangemelde nieuwe rassen een succes in de strijd tegen de biologische katoenzaadcrisis. De nieuwe rassen zijn onder biologische omstandigheden getest en officieel vrijgegeven door het State Seed Sub Committee van Madhya Pradesh, de grootste biologische katoenproducerende staat in India. Het comité gaf op 8 september 2022 het groene licht voor de twee allereerste niet-genetisch gemodificeerde katoenrassen voor de biologische landbouw. De vrijgegeven rassen zijn hoogproductief en voldoen aan de industriële vezelkwaliteitseisen. Ze zijn afgeleid van twee verschillende katoensoorten: Gossypium arboreum, algemeen bekend als traditioneel of Desi-katoen, en Gossypium hirsutum, Amerikaans hooglandkatoen. Beide soorten werden onder biologische omstandigheden gekweekt en zijn geschikt voor biologische, agro-ecologische, regeneratieve en inputarme landbouwsystemen.
Tien jaar veredelingswerk door boeren en wetenschappers
De kennis en behoeften van de boeren worden goed weerspiegeld in de twee nieuwe rassen, die het resultaat zijn van meer dan tien jaar veredelingswerk. Deze verbeterde rassen zijn het resultaat van gezamenlijke inspanningen in het kader van het project 'Seeding the Green Future'. Het project is een participatief veredelingsprogramma voor biologische katoen dat kleine boeren in India rechtstreeks ondersteunt en hen sterk betrekt bij het ontwikkelingsonderzoek. "Deze rassen verbeteren niet alleen de agrobiodiversiteit en de bestaansmiddelen van de kleine boeren, maar garanderen ook hun recht om te kiezen uit Desi en Amerikaans katoen uit het hoogland zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor de productiviteit, winstgevendheid en kwaliteit van hun katoen", zegt Amritbir Riar, projectleider van het Seeding the Green Future (SGF) project en adjunct-directeur van de afdeling Internationale Samenwerking bij FiBL Zwitserland.
De belangrijkste doelstelling van het project is de beschikbaarheid van katoenzaad zonder genetische modificatie te garanderen om de integriteit van de biologische katoenwaardeketen te verbeteren. Monika Messmer, een fervent plantenveredelaar en plaatsvervangend leider van het departement Gewaswetenschappen bij FiBL Zwitserland, vertelt: "Het SGF-project richt zich op het behoud en gebruik van genetische diversiteit. Om genetisch gemodificeerde besmetting te voorkomen, was het gebruik van de inheemse, robuustere Desi-katoenvariëteiten een belangrijke strategie. Deze soorten hebben morfologisch andere bladvormen dan de GM-hybriden en verschillende chromosoomnummers waardoor kruisbestuiving uiterst zeldzaam is."
Tanay Joshi, SGF-projectcoördinator bij FiBL, benadrukt het belang van participatieve veredeling: "Het innovatieve samenwerkingsmodel is een voorbeeld van de samenvoeging van een formeel en een door boeren beheerd zaadsysteem. Het heeft het potentieel om gedecentraliseerde katoenveredelingsinitiatieven op te schalen met als resultaat niet genetisch gemodificeerde katoenvariëteiten die voldoen aan de vezelkwaliteitseisen van de textielindustrie."
Technische details over de twee nieuwe rassen
De niet genetisch gemodificeerde Desi katoenvariëteit RVJK-SGF-1, ontwikkeld door wetenschappers van RVSKVV, PSL en FiBL Zwitserland, blijkt 21,05% meer opbrengst op te leveren dan de benchmark variëteit. Het ras heeft een goede vezellengte (28,77 mm), een hoge vezelsterkte (27,12 g/tex) en rijpt na 144-160 dagen.
De nieuwe Deis katoenvariëteit RVJK-SGF-1
Het niet-genetisch gemodificeerde Amerikaanse katoenras RVJK-SGF-2, ontwikkeld door wetenschappers van RVSKVV, Chetna Organic en FiBL Zwitserland, overtrof de benchmark met 21,18% voor de opbrengst van zaadkatoen. Het is een middelhoog (96-110 cm) type plant van de middelmatige rijpheidsgroep en rijpt in 145-155 dagen na vertoning. Het ras heeft - overeenkomstig de industriële eisen - lange vezels (29,87 mm) en een hoge vezelsterkte (29,92 g/tex). Het wordt ook geschikt bevonden voor het spinnen van 20 tot 50 'counts' om een weefsel van goede kwaliteit te maken.
Het nieuwe Amerikaanse katoenras RVJK-SGF-2
Beide rassen zijn licht tot matig resistent tegen zuigende insecten en de roze bolworm en zijn in staat om zich beter aan te passen aan de plaatselijke biologische teeltomstandigheden.
Voor meer informatie: Amritbir Singh Riar, FiBL