Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Huidige indicator om reductie van gewasbeschermingsmiddelen te meten is nadelig voor biologische landbouw

De organisatoren van het Europees burgerinitiatief Save Bees and Farmers, dat werd ondertekend door 1,2 miljoen Europeanen en waarin een vermindering van 80% van synthetische gewasbeschermingsmiddelen tegen 2030 en een volledige uitfasering tegen 2035 wordt geeist, en IFOAM Organics Europe kijken uit naar de goedkeuring door de Europese Commissie van een voorstel voor een verordening voor een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (SUR) op 22 juni.

Dit voorstel moet de aanzet geven tot de overgang naar een gezondheids-, klimaat- en biodiversiteitsvriendelijk voedselsysteem door de doelstelling van de "van boer tot bord"-strategie om het gebruik en de risico's van chemische bestrijdingsmiddelen tegen 2030 in de hele Unie met 50% te verminderen, juridisch bindend te maken.

Zorgen om gebruik van huidige indicator
De indicator die momenteel wordt voorgesteld om de vooruitgang op weg naar dit streefcijfer te meten - geharmoniseerde risico-indicator 1 (HRI-1) - baart ngo's en IFOAM Organics Europe echter grote zorgen, omdat die de ambitie en de geloofwaardigheid van de inspanningen om het gebruik van pesticiden terug te dringen, ernstig ondermijnt, zo stellen de organisaties. De HRI-1, die lidstaten in 2019 hebben aangenomen om het gebruik en de risico's van bestrijdingsmiddelen te meten, wordt sinds de aanname aangevochten door PAN Europe en is sindsdien ondeugdelijk bevonden door de Europese Rekenkamer. De controleurs legden uit dat de vermeende vermindering die door het HRI-1 wordt aangegeven, voornamelijk te wijten is aan een daling van de verkoop van stoffen die niet langer zijn goedgekeurd, en niet aan een daadwerkelijke vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen. De Rekenkamer riep de Europese Commissie op om het HRI-1 al in 2020 te verbeteren.

Bovendien blijkt uit een vandaag gepubliceerd document van GLOBAL 2000 (Friends of the Earth Austria) dat het HRI-1 het risico van natuurlijke stoffen die in de biologische landbouw worden gebruikt, systematisch overschat in vergelijking met synthetische stoffen. Het HRI-1 meet bijvoorbeeld een meer dan 800% hoger risico voor een eenmalige toepassing van kaliumbicarbonaat - een natuurlijk fungicide dat door de Commissie is ingedeeld als werkzame stof met een laag risico en wordt gebruikt als bakpoeder - dan voor difenoconazool - een synthetisch fungicide dat is ingedeeld als stof die in aanmerking komt voor vervanging wegens zijn combinatie van toxische en persistente eigenschappen.

Ondoeltreffend
Helmut Burtscher-Schaden, GLOBAL 2000: "De HRI-1-indicator is ondoeltreffend om de vermindering van het gebruik van pesticiden te meten en ondermijnt de ambitie van de strategie "van boer tot bord". Een belangrijke misvatting van de HRI-1 is dat hiermee een causaal verband wordt gelegd tussen de hoeveelheid gebruikte pesticiden en het daaruit voortvloeiende risico, terwijl de bestaande verschillen in toxiciteit en behandeld areaal grotendeels worden genegeerd. Deze verschillen bedragen echter een factor tussen 10 en 1.000 wanneer synthetische werkzame stoffen worden vergeleken met in de natuur voorkomende werkzame stoffen. Desondanks kent het HRI-1 precies hetzelfde risico toe aan een kilogram kwartszand - net voldoende om vijf bomen te beschermen tegen het kappen door wild - als aan een kilogram van een pyrethroïde insecticide - genoeg om elk levend insect op 200 hectare te doden. Deze verschillen grotendeels negeren, zoals het HRI-1 doet, leidt onvermijdelijk tot grotesk verkeerde resultaten". 

Nadelig voor biologische landbouw
Dit is in het bijzonder nadelig voor de biologische landbouw, waar synthetische bestrijdingsmiddelen verboden zijn en alleen stoffen die al in de natuur voorkomen mogen worden gebruikt voor gewasbescherming, als laatste redmiddel, na preventieve maatregelen. Met de bevooroordeelde methodologie van het HRI-1 zou elke omschakeling van conventionele naar biologische landbouw worden weergegeven als een toename van de risico's van het gebruik van pesticiden, wat absurd en verkeerd is, zo stelt IFOAM Organics Europe.

Eric Gall, beleidsmanager bij IFOAM Organics Europe, verklaarde: "De HRI-1 indicator leidt tot absurde resultaten en wekt de verkeerde indruk dat de biologische landbouw het probleem is, omdat het vooral een op volume gebaseerde indicator is die natuurlijke stoffen discrimineert. Vertrouwen op een misleidende indicator om de vermindering van pesticiden te meten is ondoeltreffend en oneerlijk tegenover biologische landbouwers, die juist streven naar alternatieven voor giftige synthetische pesticiden. Het is ook in strijd met de doelstelling van de EU om tegen 2030 een landbouwareaal van 25 % biologische landbouw te bereiken. In sommige lidstaten worden op nationaal niveau al geschiktere indicatoren gebruikt, die beter rekening houden met het behandelde areaal en de toxiciteitsprofielen, die steunen op bestaande gegevens over de verkoop van pesticiden en die gemakkelijk kunnen worden gebruikt om de SUR vast te stellen."

Ideeën voor nieuwe indicator
Vandaag heeft IFOAM Organics Europe een nota gepubliceerd waarin wordt uitgelegd dat het mogelijk is een betere indicator op te stellen op basis van gegevens over de verkoop van bestrijdingsmiddelen, waarbij als voorbeeld de Franse indicator NODU is genomen. De NODU geeft informatie over de intensiteit van het gebruik van bestrijdingsmiddelen, met een indicator in hectare die de totale oppervlakte weergeeft die jaarlijks met de verkochte werkzame stoffen zou worden behandeld. Het voordeel van deze indicator is dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen natuurlijke stoffen. Ten slotte verzamelen de Commissie en de lidstaten reeds de nodige gegevens om de NODU te berekenen.

Om ervoor te zorgen dat de komende SUR effectieve instrumenten biedt om de Farm to Fork ambitie te realiseren, roepen de organisatoren van de ECI "Save Bees and Farmers", PAN Europe en IFOAM Organics Europe de Commissie op om in haar voorstel van 22 juni een nieuwe indicator op te nemen, geïnspireerd op betrouwbare nationale indicatoren, voor het monitoren van de Farm to Fork reductiedoelstelling voor bestrijdingsmiddelen.

Voor meer informatie:
IFOAM Organics Europe
+32 2 280 12 23
[email protected]
www.organicseurope.bio

Publicatiedatum: