Tholen - Tijdens de 18e editie van de BioBorrel, die nog steeds online moest worden gehouden, werd de blik naar buiten gericht. Naar Denemarken, waar de biologische markt die van Nederland mijlenver voorbijstreeft, en naar de Verenigde Staten, waar scepsis over de biologische kwaliteit heeft geleid tot een nieuw keurmerk: biologisch-regeneratief. Over dat laatste publiceren we ook vandaag in Biojournaal.
Paul Holmbeck was directeur van Organic Denmark en heeft nu een eigen consultancybureau. Daarnaast maakt hij sinds kort deel uit van het wereldbestuur van IFOAM.
Gratis certificatie voor Deense bio-producenten
Steeds wanneer Paul Holmbeck wordt uitgenodigd om te vertellen over de biologische sector in Denemarken, is er vanuit het publiek veel belangstelling en wellicht een zweempje jaloezie te bemerken. Zo ook tijdens deze BioBorrel.
Denemarken kent het grootste marktaandeel voor biologische producten. Het succes van de Deense biologische sector is voor een groot deel te danken aan de politieke steun waarop men kan rekenen. De overheid stelt duidelijke doelen om de biologische productie en de markt te laten groeien, het kost de producenten niets om zich biologisch te laten certificeren. "Waarom moeten boeren meer betalen als ze meer gaan bijdragen aan de samenleving?"
Daarnaast is het succes vooral te danken aan de sector zelf, die inzet op ketensamenwerking en biologisch steeds duidelijker presenteert als deel van de oplossing van vele maatschappelijke vraagstukken.
Biologisch in het supermarktschap
Met iedere supermarktketen heeft Organic Denmark een aparte samenwerking. Paul: "We gaan niet naar de inkopers, maar naar de CEO's en overtuigen hen ervan dat ze biologisch in het assortiment moeten hebben. Daarna helpen we hen met de communicatie en de manier om de producten in de winkels te presenteren." Er wordt gezocht naar de gaten in het biologisch assortiment.
"Onderzoek wijst uit dat consumenten trapsgewijs winkelen. Als biologische producten in een categorie (een traptrede) missen, stopt het."
De foodservice vormt een belangrijke markt voor biologisch, mede gedragen door de overheid die streeft naar 60% biologisch aandeel in de publieke keukens. "We hebben cursussen voor foodservice-bedrijven. Zij waren anti-biologisch en gefocust op prijs, levering en esthetiek. We hebben hen onze boerderijen laten zien en nu zijn het fantastische verkopers."
Een voorbeeld van de communicatiestrategie van Organic Denmark wat veel reactie opriep. De boodschap: Met deze vijf biologische producten bespaar je 50 procent pesticiden.
"We proberen ons niet negatief uit te laten over de conventionele land- en tuinbouw. Het is voor de overheid ook niet nodig om een kant te kiezen", zegt Paul. Dat heeft effect. De voorzitter van de landelijke landbouworganisatie in Denemarken, zeg maar de Deense LTO, sprak zijn waardering uit: "De biologische sector creëert nieuwe oplossingen en inspireert de gehele landbouw."
Paul gaat verder: "We weten dat alleen communicatie niet genoeg is. Mensen moeten het zien. Daarom organiseren we ieder jaar Organic Day, wanneer de koeien na de winter weer naar buiten gaan. Daar komen jaarlijks 250.000 mensen op af. In Nederland zouden dat qua verhouding 1 miljoen mensen zijn."
De inspanningen die hebben geleid tot aanbod vanuit de productie en vraag vanuit de markt op een rijtje. De roodgemarkeerde punten zijn te danken aan maatschappelijke organisaties, terwijl de overheid aandeel had in de zwarte punten.
Samenwerking met maatschappelijke organisaties
Sterke en lange relaties met maatschappelijke organisaties op het gebied van bijvoorbeeld natuur en milieu en dierenwelzijn noemt Paul een 'gift that keeps on giving'. Dat past in de aanpak om biologisch te presenteren als een deel van de oplossing van allerlei vraagstukken. Die kaart werd ook getrokken bij de lokale verkiezingen, toen Organic Denmark een magazine uitdeelde onder de kandidaten waarin biologisch werd gepresenteerd als deel van de oplossing.
"De Europese Green Deal is een doorbraak", blikt Paul vooruit op de toekomst van de biologische sector in Europa. "Lidstaten moeten het Europese doel gebruiken voor hun eigen biologische beleid, inclusief doelen om vraag- en aanbod in balans te krijgen. Daarbij hebben we gamechangers nodig, zoals belasting op gewasbeschermings-middelen en lagere btw. Alternatieven zoals klimaatneutraal, regeneratief en plantaardig, kunnen biologisch nog duurzamer maken, zolang zij biologisch als stevige bodem hebben. We moeten dus nog meer inzetten op samenwerkingen met organisaties en supermarkten om de biologische markt verder te laten groeien", besluit Paul.