Tuinder Wiel van de Bool grinnikt in zijn volle, karakteristieke baard, sigaartje in de mondhoek. Als we hem zo zien, deze vrolijke zestiger, zijn hobby-varkens met de hand aan 't voeren - dan bekruipt ons het gevoel dat er weinig veranderd is sinds de begintijd van boer Wiel. Maar de modernste technieken zijn te vinden op zijn biologische tuinderij De Waog, waar inmiddels zoon Joep aan het hoofd staat. "Toen ik begon hier veertig jaar geleden, bewerkte ik in mijn eentje 1,7 hectare", vertelt Wiel. "Nu werken we met GPS, de rijen gewassen worden hier op 2 centimeter nauwkeurig geplant."
Niet bang zijn voor het onbekende, dat is wel hoe je tuinderij De Waog in een notendop zou kunnen omschrijven. En misschien kunnen we dat wel van boer Wiel leren. De toekomst omarmen, en meebewegen met wat er om je heen gebeurt. Veerkracht. Het kan wel eens het belangrijkste woord van onze landbouw van de toekomst worden. En van ons voedselsysteem, dat zich moet aanpassen aan een tijdperk met vele onbekende factoren.
Rechtstreeks uit de jungle
Yacon is een nog aardig onbekend gewas dat de innovatieve bio-tuinders Wiel en Joep al een aantal jaar geleden in het vizier kregen - ruim voordat de landbouwsector er echt interesse in toonde. De eerste biologische telers van Yacon werden ze, in Nederland - en met succes.
Yacon wordt ook wel grondappel of appelwortel genoemd, en is verwant aan aardpeer en zonnebloemen. Je ziet het gewas dan ook hoog uittorenen boven boer Wiel, de planten worden wel twee meter hoog, vol groot blad. Elke yaconknol die je plant geeft zo'n 10 kilo opbrengst onder de grond. "Welkom in onze Nederlandse jungle!", grapt de tuinder tussen de yaconplanten.
Van oorsprong komt Yacon uit het Andesgebergte, waar de Inca’s het verbouwden, naast de vroege aardappels, tomaten, maïs en cacao. Meerdere van die gewassen zijn vervolgens in Europa beland, yacon net niet. "Voor de Inca's vormde yacon belangrijk voedsel. Ze namen knollen op hun veroveringstochten mee en begroeven die in de jungle, om ze later op de terugweg weer op te graven - als vers voedsel na een lange reis."
Zó eet je yacon
Yacon heeft het uiterlijk van een zoete aardappel, maar daar houden alle vergelijkingen ook wel mee op. Het is een mild zoete vrucht, die je het lekkerst rauw eet - plakjes of blokjes door een salade of als knapperig tussendoortje. Het sappige vruchtvlees van yacon is bijna wit van kleur en zijn mals, knapperige smaak is niet sterk, laat zich dus goed combineren met dips, sauzen of kruiden. Een beetje zoals radijs, maar dan mild-zoet en een wat groter formaat. Je kunt yacon ook koken en bakken, dan verliest hij niet snel z’n bite, en wordt zelfs nog wat zoeter - maar verliest met het koken wel veel van zijn gezonde eigenschappen. Biologische Yacon wordt bij De Waog geoogst in het najaar, maar laat zich prima jaarrond bewaren.
Yacon bevat verder weinig calorieën, is lekker uit het vuistje te eten en bevat bovendien het gezonde stofje inuline. Goed nieuws voor suikerpatiënten: Inuline drijft de bloedsuikerspiegel niet op, en is een ‘prebiotica’. Inuline zorgt ervoor dat gezonde darmbacteriën zich kunnen ontwikkelen en handhaven in onze darm. Yacon wordt op kleine schaal al bij natuurvoedingskundigen ingezet bij patiënten met prikkelbaredarmsyndroom, obstipatie en obesitas. Bijzonder knolletje dus, probeer ‘m eens uit!
En… even een gedachtenexperimentje… Wat als de Spaanse veroveraars in de 16e eeuw nou eens niet aardappel en tomaat hadden meegenomen naar Europa… maar Yacon? Dan had ons huidige menu er waarschijnlijk héél anders uitgezien. Maar dat is koffiedik kijken… Of niet? Joep en Wiel hebben al eens eerder bewezen goed aan te voelen waar 'de markt' klaar voor is, getuige hun succesvolle introductie van biologische zoete aardappel in Nederland - wie weet staat Yacon wel aan de vooravond van de verovering van Europa…
Interview: Suzanne Vrinte
Fotografie: Mees van den Ekart
Bron: Hofweb