Met het stikstofdossier, klimaatdoelstellingen en zorgen over de gezondheid van omwonenden van veehouderijen, staat de veehouderij flink onder druk. Deze problemen worden niet altijd in samenhang bekeken terwijl het aanpakken van het ene probleem het oplossen van andere kan beïnvloeden. Om daar vroegtijdig rekening mee te kunnen houden brengt onderzoeker Pim Post in zijn proefschrift effecten van de veehouderij op zowel volksgezondheid als milieu bij elkaar.
Voor het eerst zijn 17 verschillende huidige volksgezondheid- en milieueffecten van de Nederlandse veehouderij in samenhang bekeken. Dat laat zien dat de veehouderij de grootste bijdrage levert aan het mestoverschot, en de kleinste aan ziektelast door longontstekingen. De gezondheid van omwonenden van veehouderijen is nader bestudeerd en vult daarmee eerder onderzoek aan met nieuwe gegevens, modellen en analysemethoden. Daaruit blijkt dat mensen die dicht bij geitenbedrijven wonen een verhoogde kans op longontsteking hebben. Maar in de buurt van veehouderij wordt juist minder medicatie verstrekt voor astma en COPD. De effecten verschillen tussen rundvee-, varkens-, pluimvee-, schapen- en geitenhouderijen.
Ook het effect van een toekomstige overgang naar kringlooplandbouw is verkend door 26 experts te consulteren. Daaruit volgt dat, bij een gelijkblijvend aantal dieren, transitie naar kringlooplandbouw onvoldoende winst geeft om beleidsdoelen voor milieu, klimaat en fijnstof te halen. Daarnaast verwachten experts dat kringlooplandbouw ook ongewenste effecten kan hebben. Bijvoorbeeld als mest wordt hergebruikt, kunnen stoffen uit mest en ziekteverwekkers zich opstapelen in het milieu, in dieren en in dierlijk voedsel. Deze obstakels nodigen uit tot een brede maatschappelijke dialoog over oplossingen, waarin oog is voor zowel volksgezondheid als milieu.
Bron: Universiteit Utrecht