Twee weken geleden maakte Danone, het moederbedrijf van Horizon Organic, bekend de contracten met zo'n 90 biologische melkveebedrijven in het noordoosten van de Verenigde Staten vanaf eind augustus volgend jaar te zullen opzeggen. Daarmee verliezen deze boerderijen hun afnemer. Dave Chapman en Linley Dixon van The Real Organic Project proberen de situatie uit te leggen.
Weidegang en megastallen
Nog niet zo lang geleden werd biologische landbouw in de Verenigde Staten gezien als de redding van kleine melkveehouderijen. De biologische markt was de perfecte thuishaven voor kleinere bedrijven die voor de voeding van hun dieren nog waarde hechtten aan weidegang. Dit stond in schril contrast met de massale industriële bedrijven die de norm zijn geworden in de Amerikaanse veeteelt. Biologische consumenten gaven er nog steeds om hoe de dieren werden grootgebracht, hoe ze werden gevoed.
Op de "conventionele" markt was de prijs het enige criterium voor succes, en een lage prijs werd verzekerd door de steun van het USDA (en Cargill, en Monsanto) voor maïs en soja. Veel kleinere boerderijen ondergingen de 3-jarige omschakeling tot biologische producenten. Het was voor hen mogelijk om in hun levensonderhoud te voorzien en hun rekeningen te betalen. Tegelijkertijd groeide op de markt het besef dat men melk wilde van koeien die weidegang kregen. Toch domineren nu de grote conventionele melkveebedrijven de markt. Wat is er gebeurd?
Grotere vraag
Veel van de kleine biologische zuivelfabrieken die tien jaar geleden nog floreerden, worden nu uit de markt gedrukt. En op hetzelfde moment dat de biologische zuivelfabrieken worden verdrongen, is de biologische markt voor hun melk geëxplodeerd. De totale verkoop van biologische producten bedroeg in 2010 24 miljard dollar. In 2020 was dat 62 miljard dollar. Dat betekent toch dat een grotere vraag heeft geleid tot betere prijzen voor de boeren en een groei van het biologische areaal?
Niet dus. Het biologische areaal blijft op 1%, omdat het merendeel van de gecertificeerde biologische granen die in de VS worden verkocht, buiten de VS wordt verbouwd. Vrijwel al die ingevoerde maïs en soja gaat als diervoeder naar megastallen in plaats van naar de productie van brood en pasta. Terwijl de kleine boerderijen die hun koeien op gras laten grazen het vaak laten afweten op de markt, breiden de mega-zuivelfabrieken zich uit.
Zoals biologisch boer Hugh Kent zei: wanneer wij toestaan dat een megastal gecertificeerd wordt, verruimen wij niet alleen 'de markt' of maken wij een 'grotere tent' door een goedkoper alternatief aan te bieden. Wij leggen dergelijke praktijken op, omdat de grond- en weidebedrijven niet kunnen concurreren tenzij zij dezelfde praktijken toepassen. De valsspelers bepalen de prijs op de markt." Kent vindt megastallen niet passen bij de biologische beweging.
Verlies
Wie wint? Grote bedrijven. Het klinkt als een cliché, maar het is waar. Wie verliest? De kleine op biologische zuivelbedrijven met weidegang verliezen. De echte biologische Amerikaanse graanboeren verliezen. De consumenten die biologische producten kopen, verliezen. De buren en gemeenschappen rond de kleine boerderijen die failliet gaan, verliezen. En de buren van de mega-zuivelfabrieken verliezen. Iedereen die op deze planeet leeft, verliest, ongeacht wat hij in de winkel koopt. We verliezen allemaal, stellen Dave en Linley.
In een podcast gaat Linley Dixon samen met John Ikerd, landbouweconoom en emeritusprofessor aan de Universiteit van Missouri, dieper in op de kwestie in. Klik hier om die te beluisteren.
Voor meer informatie: www.realorganicproject.org