Wat biologisch en gezond eten betreft, kunnen wij veel leren van onze buurlanden, zegt oud-topman Herman Wijffels van de Sociaal Economische Raad. "Daar kiezen ze voor kwaliteit, terwijl het in Nederland gaat over zoveel en goedkoop mogelijk produceren."
De klimaatdoelen van de Europese Unie om in 2030 25 procent van onze landbouw biologisch te hebben, lijken voor Nederland nog ver weg.
Afstand tussen mond en grond
Op dit moment is slechts 4 procent van onze landbouw biologisch, veruit het laagste percentage, vergeleken met landen als Duitsland, België, Frankrijk, Italië en Zweden, waar de percentages tussen 10 en 15 procent liggen.
Volgens Herman Wijffels, die naast de SER, een hoge functie heeft bekleed bij het ministerie van Landbouw, moet de afstand tussen mond en grond kleiner worden en is een betere verbinding tussen mens en aarde het antwoord. We moeten, in zijn woorden, 'bourgondiërs worden'.
Tweede Wereldoorlog
Hoe het komt dat Nederland zo achterblijft wat biologische landbouw betreft? Deze achterstand vindt zijn wortels in de Tweede Wereldoorlog. Na deze barre periode werd Nederland een industrienatie en ons landbouwsysteem moesten we hieraan dienstbaar maken, zegt Wijffels.
"Nooit zouden we meer honger mogen lijden, dus het enige wat telde in de landbouw waren op dat moment lage lonen, en snel en goedkoop produceren. Voedsel van de beste kwaliteit was voor de export en het binnenland nam genoegen met een lagere kwaliteit."
Pronken met goedkoop
"We zijn het enige land in Europa dat in tv-reclames pronkt met goedkope groenten en fruit. Nergens anders worden groente en fruit aangeprijsd met dat ze zo goedkoop zijn", zegt Wijffels.
"In Zweden staat biologisch voedsel gelijk aan gezond voedsel en ook in Duitsland en Frankrijk betalen consumenten met gemak wat meer voor eerlijk en lokaal eten."
Bron: EenVandaag