Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Zoektocht naar de (echte) oorzaak van een ToBRFV-besmetting

Tholen – Het Tomato Brown Rugose Fruit Virus (ToBRFV) is ooit in 2014 ontstaan in het Midden-Oosten, maar is nu een bedreiging voor elke teler, waar ook ter wereld. En daarbij maakt het virus geen onderscheid tussen wie er conventioneel of biologisch teelt.

Eenmaal besmet, moeten beide telers hun kas volledig desinfecteren, schoonhouden, en er alles aan doen zodat het virus niet meer terugkeert. Dat blijkt echter lang niet altijd het geval, gezien de terugkerende besmettingen bij verschillende telers.

Het uitbreken van ToBRFV was voor de bioteeltadviseurs Aldo van Os en Mark Velders van The Conscious Farmer (TCF) reden om enerzijds een praktisch preventief protocol te ontwikkelen, maar ook om op zoek te gaan naar een antwoord op de vraag waarom het virus zo hard en zo snel om zich heen kan grijpen.

Ervaringen zoeken
Samen zochten zij zodra het virus de kop op stak naar praktijkervaringen. “Praktijkervaring heb je nodig om het juiste te onderscheiden in de stroom aan informatie die ontstond na de eerste uitbraken. Bovendien bleken de preventieprotocollen die er al snel ontstonden voor telers vaak theoretische, taaie kost”, vertellen Aldo en Mark.  

De adviseurs van TCF vonden na enige tijd zoeken uiteindelijk een ‘ervaringsdeskundige’. Een Duitse teeltadviseur had ervaring met een zevental Duitse conventionele telers die besmet waren geraakt met het virus in 2018. Samen met haar werd door TCF een preventieprotocol ontwikkeld dat makkelijk toepasbaar is voor biologische telers.

Het praktisch hanteerbare document telt slechts 15 pagina’s. “Compleet met een eenvoudige lijst met schoonmaak- en desinfectiemiddelen die in de bioteelt geoorloofd zijn”, vertelt Mark. “En inclusief de instructies over hoe en waar ze te gebruiken.”


Foto’s van ToBRFV-besmetting in de conventionele teelt. Links: gebobbelde en verkleurde bladeren. Rechts: verkleuring en afsterven van blad door ToBRFV in een teelt van het ras Juanita.
Foto’s met toestemming: Scholz-Döbelin, regionale gewasbeschermingsdienst Duitsland

Oorzaak opsporen
Ook kwam TCF in contact met een niet-Europese teler die biologisch op kokossubstraatmatten teelt. Deze teler had een ToBRFV-besmetting in twee van zijn kassen. Het ging bij hem weliswaar om een kleine besmetting, maar al snel bleek deze niet minder hardnekkig.

Op beide locaties van de teler werd het TCF-protocol ingezet. Op de ene locatie kwam het virus nooit meer terug, maar op de andere locatie was dat wel het geval. En, erger nog, het virus kwam sterker terug dan voorheen.

Het riep bij de mannen van TCF de vraag op hoe dat kon gebeuren. “De betreffende teler was toen wij met hem in contact kwamen al vergevorderd in het schoonmaken en desinfecteren van de kas”, vertelt Mark. “Daarbij bleek hij, zonder het zelf te weten, achteraf een paar belangrijke details niet correct te hebben uitgevoerd. Zo was het mechanisch schoonmaken van de kas, de eerste essentiële stap in het protocol, niet grondig gedaan.”

En ook waren de desinfectie- en schoonmaakmiddelen bij gebruik gemixt in plaats van ze separaat toe te passen. “Daardoor neutraliseerde het ene middel de werking van het andere middel.”

Bodem
Uiteindelijk bleek een niet afdoende ontsmetting in het drainwatersysteem de boosdoener. Aldo: “De ontsmettingscapaciteit was simpelweg niet voldoende om het virus echt te doden. En omdat alle kascompartimenten op dat drainagesysteem aangesloten waren, kon het virus zich de tweede keer breed verspreiden.” Voor dit seizoen is bij de teler de ontsmetting in het drainwatersysteem verbeterd. Daarmee is het nu afwachten of het virus definitief wegblijft.

Daarnaast heeft dezelfde teler in een kleine kas een tomatenteelt in de vollegrond. Waar bij een conventionele teler de substraatmatten uit de kas verwijderd kunnen worden, ligt dat met de bodem van biotelers anders. “We zijn nu met deze teler nog bezig het virus uit de bodem te krijgen. In Israël zijn er succesvolle resultaten met stomen en het activeren van het bodemleven behaald. Daar gaan we nu mee aan de slag. Verder zijn we ook nog steeds op zoek naar een effectieve biologische behandelmethode voor het zaaigoed. Chemie mag niet in de biologische teelt en hittebehandeling werkt niet met dit virus”, benadrukt Mark. “Er zijn overigens positieve eerste testresultaten met een biologische verantwoorde ontsmetting van de zaden”, vult Aldo aan. 


Foto’s van een ToBRFV-infectie van het ras Romanella. Ook hier foto’s uit de conventionele teelt. Foto’s van de bio-casus in dit verhaal zijn er niet. Het maken van foto’s werd niet toegestaan.
Foto’s met toestemming: Scholz-Döbelin, regionale gewasbeschermingsdienst Duitsland

Echte oorzaak
Blijft overigens de vraag wat uiteindelijk de échte oorzaak van zo’n virusuitbraak is. Die laatste vraag intrigeert de adviseurs van TCF toch het meest. “Pas als we verstaan wat het virus ons vertelt komen we dichter bij een oplossing”, aldus Mark.

Naast desinfectie en preventie focust de markt zich momenteel ook sterk op resistentie, zien Mark en Aldo. Een goede ontwikkeling, die overigens net zo goed vragen oproept. Mark: “Rudolf Steiner stelde honderd jaar geleden dat virussen – in mensen, dieren en planten – pas een kans krijgen als de integriteit van de identiteit verzwakt is.” Krijgen virussen vandaag de dag dan niet meer kans doordat de veredeling te ver is doorgevoerd, vraag hij zich hardop af.

“Je kan in de veredeling misschien ook te ver afgaan van de ‘bloedlijn’ van een plant”, vult Aldo aan. “We weten wel dat veel van de resistentie tegen nieuwe virussen gevonden wordt in de oudere wilde rassen.” Mark en Aldo, zelf geen veredelaars, weten het definitieve antwoord niet, maar het houdt hen wel bezig.  

Intensieve teelt
Wat ook meespeelt, vertellen de adviseurs, is dat met de jaren de teelt, ook de bioteelt, geïntensiveerd is en de handel geglobaliseerd. Aldo: “Vijftig jaar terug waren de kassen bij telers nog klein, waren er minder virussen, ontstonden er ook minder nieuwe virussen en verspreidden virussen zich vanwege de gelokaliseerde handel minder snel. Dat speelt natuurlijk ook een rol.”

Er zijn al de nodige studies gedaan naar het virus zelf. En ook op dit moment worden nog steeds volop onderzoeken gedaan. “Het is al langer bekend dat Tobamovirussen (waarvan ToBRFV er één is) op droog plantmateriaal decennialang kunnen overleven”, zo stipt Mark aan. “Maar recent ontdekte een Israëlische onderzoeker dat in een gezonde, genoeg vochtige bodem het virus niet langer dan een maand overleeft. Dat is natuurlijk zeer interessant, zeker voor de biotelers onder ons”, concludeert Mark.

Tot er een definitief antwoord op de vraag is waar het virus vandaan komt, zien Mark en Aldo dat er niets anders opzit dan om de kassen schoon te houden, de bodem of substraat gezond, de sterkste planten te kiezen, én om kassen in compartimenten op te delen om het financieel risico bij virusbesmetting zo klein mogelijk te houden.

Voor meer informatie:
TCF Consultancy
www.theconsciousfarmer.org
info@theconsciousfarmer.org 
+49 (0) 5632 966 7590 

Aldo van Os
+31 (0)6 82 06 60 12

Mark Velders
+974 74 09 64 59