Er zijn wellicht mogelijkheden voor Ierse boeren om over te schakelen op bio-landbouw. Staatsminister voor Landgebruik en Biodiversiteit Pippa Hackett kan uit ervaring spreken over de mogelijkheden voor bio-landbouw.
Zij en haar man Mark bewerken ongeveer 80 ha in de buurt van Geashill in Co en besloten ongeveer 10 jaar geleden om biologisch te gaan telen, met koeien, schapen, een paar paarden, wat kippen en ongeveer 40 hectare bosbouw. Zij hebben verbeteringen gezien in het inkomen van hun bedrijf, een beter evenwicht tussen werk en privéleven en een beter begrip van en een betere band met de ecosystemen van hun bedrijf.
Landbouwers die hun voorbeeld willen volgen, kunnen tot 30 april een aanvraag indienen om zich aan te sluiten bij de regeling voor biologische landbouw als zij in aanmerking willen komen voor overheidssteun om de overgang van conventionele naar biologische landbouw gemakkelijker te maken.
De minister zegt dat het budget van € 4 mln een groter aantal aanvragen mogelijk moet maken, dat alle landbouwers welkom zijn, met name jonge landbouwers en landbouwers die in 2018 niet tot de regeling werden toegelaten maar die biologisch zijn blijven telen.
Natuurlijk is het een van haar taken als minister van Staat om ervoor te zorgen dat haar ministerie doet wat het kan om te voldoen aan de toezegging van de regering om het Ierse bio-areaal van slechts 2% (een van de laagste in de EU) op te krikken tot het huidige EU-gemiddelde van 7,5%.
Op de achtergrond speelt de doelstelling van de EU-Commissie van 25% tegen 2030 (door Hackett omschreven als "zeer ambitieus"). Zij erkent dat een van de uitdagingen erin bestaat de bio-teelt af te stemmen op de markteisen en de consumentvraag. Maar uit onderzoek van Bord Bia blijkt dat meer dan 91% van de Ierse consumenten van mening is dat bio-producten over het algemeen beter zijn.
Minister Hackett "kan niet sterk genoeg aanbevelen om voor biologisch te kiezen" en zegt dat het de meest duurzame landbouwmethode is, met aanzienlijke voordelen voor het milieu, de biodiversiteit en het dierenwelzijn.
De politici zeggen dus ja. Maar wat moeten boeren nog meer overwegen voordat ze meedoen aan bio?
De huidige prognoses voorspellen een groei van de bio-sector tot 15% à 18% van het landbouwareaal in de EU tegen 2030.
Afgelopen december heeft de Europese Commissie een Eurobarometer gepubliceerd over de verwachtingen van de EU-burgers met betrekking tot voeding. Op de vraag wat zij als de belangrijkste kenmerken van "duurzame" voeding beschouwen, antwoordde slechts 18% van de Europese consumenten dat bio-voeding het belangrijkst is, tegenover 41% voor "voedzame en gezonde voeding" en 29% voor "betaalbare voeding voor iedereen".
Dit zijn de consumenten die meer bio-producten zullen moeten kopen, wil het actieplan van de EU succes hebben. Momenteel besteedt elke Europeaan gemiddeld ongeveer € 84/jaar aan bio-producten. Slechts 56% van de consumenten herkent het EU-logo voor bio-producten.
De zuivelsector is wellicht een speciaal geval als het erom gaat de biologische doelstellingen van de EU te halen. Slechts 4% van alle melkkoeien in de EU was in 2019 biologisch. Het zou een uitdaging zijn om het aanbod van bio-melk te vergroten, vooral wanneer melkveebedrijven zich wellicht meer richten op het verminderen van de methaanuitstoot dan op biologisch produceren.
Dat klinkt als slecht nieuws voor degenen die meer biologisch willen, maar het klinkt waarschijnlijk als goed nieuws voor slimme telers die een betere markt zien voor hun bio-melk dan voor andere biologische voedingsmiddelen. Maar wat de telers vooral zullen moeten overwegen is hoeveel extra betalingen zij zullen krijgen om de omschakeling van conventionele naar biologische landbouw te stimuleren. En het is nog te vroeg om daar uitsluitsel over te geven.
Er zijn tekenen dat de EU bereid is met geld te smijten voor de bio-landbouw, maar hoeveel daarvan zal de Britse regering op zich nemen?
Het zal nog wel even duren voordat het EU-plan om de bio-landbouw te stimuleren is afgerond. Momenteel wordt bio-landbouw gesteund met ongeveer 1,8% van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Het nieuwe GLB vanaf 2023 zal extra instrumenten omvatten. Regelingen voor milieubeheer in het kader van de plattelandsontwikkeling zullen de voorkeur geven aan bio-landbouw. Ook wordt voorgesteld bio-producten verplicht op te nemen in de aanbestedingsprocedures van overheidsinstellingen. Maar dit zijn slechts voorstellen en we moeten ook wachten tot de lidstaten nationale strategische plannen voor het GLB hebben opgesteld, terwijl over de hervorming van het GLB nog steeds op EU-niveau wordt onderhandeld.
Landbouwers die zich afvragen hoeveel de EU zal stimuleren moeten er rekening mee houden dat niet alle EU-besluitvormers gelukkig zijn met de plannen. Sommige leden van de Groene Partij in het Europees Parlement hebben hun twijfels geuit en zeggen dat bio-telers oneerlijke concurrentie ondervinden omdat zij geen gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest mogen gebruiken en dat hun producten daarom te duur zijn voor consumenten.
In heel Europa is er meer mainstream politieke oppositie tegen de plannen van de Europese Commissie om voor het eerst bijna de helft van het jaarlijkse budget van € 182,9 mln voor voedingspromotie te bestemmen voor de producten van "duurzame landbouw". Als gevolg daarvan zou voor de afzetbevordering van bio-producten een budget van € 49 mln worden uitgetrokken.
De Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling van het Europees Parlement heeft de voorstellen om rood vlees en wijn van de afzetbevordering uit te sluiten veroordeeld met het argument dat geen enkele sector mag worden vergeten. Aan de andere kant waren sommige leden van het Europees Parlement voorstander van veranderingen in de afzetbevordering die nog meer in overeenstemming zijn met de duurzaamheidsdoelstellingen. De boodschap voor telers is dat het EU-plan om over te schakelen op bio-landbouw politiek gevoelig ligt en dat zij het beste kunnen wachten op de definitieve conclusies voordat zij zakelijke beslissingen nemen zoals omschakeling.
Bron: irishexaminer.com