Vanwege een beperkte binnenlandse vraag worden Oostenrijkse bio-producten deels tegen conventionele prijzen verkocht. Een nieuwe strategie moet de positie van de telers versterken.
De Oostenrijkse bio-telers moeten hun bio-graan niet zelden tegen prijzen voor conventioneel geteeld graan verkopen. Beeld: Emma van Sant | Unsplash
Wenen telt wereldwijd tot de pioniers op het gebied van biologische landbouw. Op meer dan één kwart (26 procent) van het Oostenrijkse landbouwareaal worden levensmiddelen volgens biologische richtlijnen geteeld. Ook het bio-aandeel in de levensmiddelenhandel is in 2020 met 10 procent naar een wereldwijde toppositie gestegen. "Terwijl de productie van de biologische landbouw stijgt, baart het ons ronduit zorgen dat de inkomens van de bio-bedrijven in 2019 gedaald zijn", zei landbouwminister Elisabeth Köstinger (ÖVP) tijdens een gemeenschappelijke persconferentie met Landbouwschapvoorzitter Josef Moosbrugger en Urs Niggli, directeur van het onderzoeksinstituut voor biologische landbouw (FiBL) in Oostenrijk.
Gemiddeld zijn de inkomens van de bio-telers in 2019 met 10 procent gedaald. "Wat de telers het meeste irriteert, is dat de continue 'actiekoorts' in de handel zich inmiddels ook doorzet naar de bio-producten“, zei Josef. Bovendien moet bio-graan vaak tegen de prijs van conventioneel geteelde graan worden verkocht, omdat de teelt in Oostenrijk hoger ligt dan de vraag. Ook een groot deel van de bio-melk wordt geëxporteerd. In de toekomst zou het voor de Oostenrijkse bio-telers moeilijker kunnen worden om afzetmarkten buiten Oostenrijk te vinden. De EU plant namelijk om het bio-aandeel in de EU te verhogen van 7,5 procent naar 25 procent.
"Biologisch telen, maar conventionele prijzen krijgen, doet de Oostenrijkse telers de das om. Daarom moet dit met een gemeenschappelijke, slimme strategie tegengegaan worden", zegt Josef. Aan de hand van een onderzoek over de biologische landbouw wil de landbouwpolitiek nu samen met alle stakeholders gedurende de zomer een bio-strategie uitwerken, om de pioniersrol van Oostenrijk overeind te houden.
Volgens onderzoeksauteur Urs Niggli gaat het vooral om een sterkere samenwerking in de verwerking en de verkoop in binnenland. "Het belangrijkste is het versterken van de toegevoegde waardeketen." Ook de geplande EU-binnenmarkt moet gebruikt worden. Bovendien moet de bio-afzet in grootkeukens uit worden gebreid. Daarnaast moet men ook onderzoek op biologisch gebied intensiveren. Josef pleit er daarom voor om niet alleen de teelt, maar ook de verwerking van bio-producten weer sterker van de levensmiddelenhandel en hun eigen merken naar de agrariërs zelf te verplaatsen.
Bron: www.tt.com