Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en voedingsonderzoek (ILVO) in Vlaanderen heeft onlangs het onderzoeksrapport 'Meerwaarde creëren in de biologische landbouw door duurzame combinaties van plantaardige teelten met uitloop voor pluimvee' gepubliceerd. Dit is het eindrapport van het project LEGCOMBIO dat liep van 2017 tot en met 2020.
In dichtbevolkte regio's als Vlaanderen wordt de druk op de resterende open ruimte steeds groter en een efficiënt landgebruik steeds belangrijker. Dit geldt in het bijzonder voor de landbouwsector, één van de belangrijkste actoren in het platteland. Hierdoor wordt gezocht naar manieren om meer te produceren op eenzelfde oppervlakte. Tegelijkertijd stijgt de bezorgdheid over de impact van intensieve landbouwpraktijken op het milieu en op dierenwelzijn.
In het onderzoeksproject 'Meerwaarde creëren in de biologische landbouw door duurzame combinaties van plantaardige teelten met uitloop voor pluimvee' wordt onderzocht hoe de efficiëntie en duurzaamheid van de productie kan gemaximaliseerd worden door het doordacht combineren van een meerjarige, plantaardige teelt in de uitloop van (biologisch gehouden) pluimvee. De resultaten van drie jaar onderzoek binnen dit project zijn neergeschreven in drie
deelrapporten.
De deskstudie is het eerste deel van een driedelig projectrapport. Aan de hand van een uitgebreide literatuurstudie worden de diverse deelaspecten (plantaardige productie van voedsel, hout en/of
biomassa en dierlijke productiecomponent van eieren of vlees, bodem en omgeving, regelgeving, economische haalbaarheid, …) geëvalueerd van dergelijke gemengde teeltsystemen. Naast kennis
uit literatuur worden ook praktijkervaringen gerapporteerd, gebaseerd op contactmomenten tussen verschillende producenten, onderzoekers en adviseurs in de loop van het project. Praktijkgetuigenissen zijn doorheen de deskstudie ingevoegd in afzonderlijke tekstboxen bij de paragrafen waarop ze van toepassing zijn.
In een tweede deel worden de resultaten omschreven van een lange termijn experimentele studie naar het bevorderen van het uitloopgebruik door leghennen. Hierbij is gekeken naar de invloed
van de weersomstandigheden, opfokmethode en type aanplant in de uitloop op het uitloopgebruik van de kippen. Ook is gemeten of het individueel uitloopgebruik gecorreleerd is aan het welzijn
van het dier, en is de impact van de kippen op bodemcondities en de productiviteit van twee types plantaardige teelt onderzocht. Dit experiment vond plaats op ILVO en werd reeds voorafgaand aan LEGCOMBIO opgestart (tijdens het doctoraatsonderzoek van Lisanne Stadig) en wordt op langere termijn verder opgevolgd.
In een derde deel is het systeem geëvalueerd onder praktijkomstandigheden bij een omgekeerde vertreksituatie: hier werden vleeskippen in een bestaande aanplant van kleinfruit (kiwibes) opgekweekt, op het bedrijf O'Bio. We evalueerden invloed van de omgeving en factoren zoals stalpositie en afstand tot water op het uitloopgebruik, onkruiddruk, gewasschade en bodemcondities.
Tot slot
Bij de start van de studie werden enkele hypothesen en vragen gesteld. Vanwege de observationele aard van de proef (praktijksituatie, geen herhalingen) was het, zoals bij aanvang ook verwacht, niet mogelijk hier harde conclusies uit te trekken. Doordat de bovengrondse gewascondities, het ruimen van de bessen en de plaagdruk niet expliciet gemonitord werden, blijven deze vragen voorlopig onbeantwoord. Desalniettemin zijn enkele zaken duidelijk geworden:
- Kippen in de uitloop onderdrukken het onkruid lokaal (in de nabijheid van de stal), maar extra stimuli om uitloopgebruik verder van de stal in de hand te werken zijn nodig.
- De depositie van kippenmest zorgt lokaal voor een hoge nutriëntendruk. Aan de stalopeningen (popholes) lijkt deze accumulatie louter door een betere kippenspreiding quasi onvermijdelijk, wat de noodzaak van het verwijderen van de mest impliceert. Er kan geprobeerd worden om reeds op vroegere leeftijd gradueel de afstand tussen stal en drinker te vergroten (dan het geval was is deze proef) om een nog grotere spreiding van mest te bekomen.
- Door een betere spreiding van de kippen en/of het verplaatsen van de stal, wordt de druk op vlak van wortelschade of nutriëntenaccumulatie weliswaar afgevlakt en meer gespreid in de ruimte. Een verhoogde mineralisatiesnelheid door het gescharrel van de kippen kon uit deze proefopzet niet afgeleid worden.
Ondanks dat er hier door de rijvormige aanplant een grote mate van beschutting is in de uitloop, zijn er meer factoren die de mate van het uitloopgebruik bepalen. Het deel van de uitloop dat effectief gebruikt wordt door de kippen lijkt een stuk kleiner dan de potentieel beschikbare ruimte.