Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft per 23 oktober 2020 om 00:00 uur voor heel Nederland een ophokplicht ingesteld voor alle bedrijven die commercieel pluimvee houden. De maatregel wordt genomen naar aanleiding van een recente vondst van zes dode knobbelzwanen in Kockengen (Utrecht) waarvan na een test bij twee kadavers vogelgriep is vastgesteld van een hoogpathogene variant (HPAI van het serotype H5N8). Inmiddels wordt ook een dode smient uit dezelfde omgeving getest voor vogelgriep. Nader onderzoek moet nog aantonen of dit ook HPAI H5N8 of een ander serotype betreft.
Advies deskundigengroep dierziekten
Minister Schouten heeft de deskundigengroep dierziekten gevraagd de bevindingen te beoordelen. De deskundigengroep concludeert dat het virus van de besmette knobbelzwanen hoogstwaarschijnlijk uit Rusland afkomstig is en met trekvogels naar Nederland is gebracht. Daar zijn de afgelopen maanden veel meldingen van HPAI geweest. Veel watervogelsoorten leven in groepen in deze tijd van het jaar. Onder deze omstandigheden kan een virus zoals HPAI H5N8 relatief gemakkelijk spreiden onder wilde watervogels.
Maatregelen naar aanleiding van het advies
De deskundigengroep schat in dat het risico op een introductie op een pluimveebedrijf nu hoog is. Daarom heeft de minister van LNV een landelijke ophokplicht ingesteld voor commercieel gehouden pluimvee om te voorkomen dat bedrijven in Nederland besmet raken door virus uit wilde vogels. Pluimveebedrijven met een uitloop (vrije-uitloop en biologische) hebben namelijk een grotere kans om vogelgriep in te slepen. Daarnaast worden eendenbedrijven verplicht het strooisel, dat in de stal gebruikt wordt, zo op te slaan dat het ontoegankelijk is voor wilde vogels en bij het aanbrengen van het strooisel in de stal te voorkomen dat materiaal van het erf in de stal terecht kan komen. Het ministerie van LNV zal het insleeprisico regelmatig laten beoordelen.
Maak melding van dode wilde vogels
Het is in de huidige situatie van belang dat vondsten van dode wilde vogels worden gemeld bij de daarvoor bestemde instanties. De procedures daarvoor zijn te vinden op de website van de NVWA.
Skal: Ophokplicht heeft geen gevolgen voor bio-status
Skal meldt dat de huidige ophokplicht voor pluimvee geen gevolgen heeft voor de biologische handelsstatus van producten afkomstig uit de biologische pluimveehouderij.
Voor biologische eieren en vlees geldt dat het pluimvee ten minste één derde van zijn leven toegang moet hebben tot een uitloop. Skal interpreteert deze bepaling normaliter als dat de kippen acht uur per dag toegang moeten hebben tot de buitenruimte. Zolang de kippen moeten worden opgehokt als gevolg van gemeenschapsregelgeving vervalt deze eis.
Aandachtspunten tijdens ophokplicht bio-pluimvee
Natuurlijk leefgedrag is een belangrijke pijler in de bio-verordening. Tijdens de periode van ophokplicht kan hier niet volledig vorm aan worden gegeven. Daarom moet het pluimvee in deze periode altijd ruwvoer aangeboden krijgen in de stal en geschikt materiaal om zoveel mogelijk natuurlijk gedrag te kunnen vertonen. Denk hierbij aan een stofbad.