Er komt voorlopig geen suikertaks. Dat schrijft staatssecretaris Blokhuis in een brief aan de Tweede Kamer waarin hij reageert op de uitkomsten van onderzoeken van het RIVM naar een belasting op suikerhoudende dranken. Hiervoor heeft het RIVM onder meer een vergelijking gemaakt tussen soortgelijke initiatieven in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Noorwegen.
De suikertaks, een hogere prijs voor suikerhoudende dranken, zou de consumptie daarvan moeten verminderen. Volgens het RIVM zijn de langetermijneffecten voor de gezondheid nog niet goed aantoonbaar. Een dergelijk effect kan ook pas na langere tijd goed gemeten worden. Daarnaast is overgewicht niet alleen het gevolg van de inname van suikerhoudende dranken, maar zijn er veel meer factoren die een rol spelen. Een suikertaks kan onderdeel uitmaken van een integrale aanpak om het aantal gevallen van overgewicht te verminderen, schrijft de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Een trapsgewijze benadering waarin de suikerhoudende dranken met de meeste suikers het zwaarst belast worden, kan verlagen van het suikergehalte stimuleren richting het gehalte waarvoor een lager of geen tarief geldt. In het Verenigd Koninkrijk was bijvoorbeeld duidelijk sprake van suikerreductie ten gevolge van de belastingmaatregel. In Frankrijk had de belasting op dranken geen effect op herformulering van het frisdrankaanbod, waarschijnlijk door de andere opzet en uitvoering van de belastingmaatregel.
Blokhuis stelt dat hij de taks nog niet invoert omdat hij in het Nationaal Preventieakkoord andere afspraken heeft gemaakt over suikerreductie. Zo hebben levensmiddelenproducenten zelf het aanbod gedaan om de via frisdranken geconsumeerde suikers terug te dringen.
Wel houdt Blokhuis de deur open voor het goedkoper maken van het gezonde alternatief en duurder maken van minder gezonde producten via een trapsgewijze suikertaks. Dit ziet hij op termijn als een
perspectiefvol instrument om de consument te helpen kiezen voor gezondere alternatieven. Het zou de inspanningen van de sector goed aan kunnen vullen.