Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Wijzigingen in de bestaande bio-verordening 889/2008

Per 7 januari 2020 wijzigt een deel van de bestaande bio-verordening 889/2008. Dit betreft slechts de bijlagen van deze bio-verordening. Hieronder staan de belangrijkste wijzigingen toegelicht per subsector:

Voor Landbouw: meststoffen 
Er zijn een aantal toegestane meststoffen toegevoegd aan bijlage I, waaronder schelpafval (afkomstig uit de duurzame visserij) en eierschalen (niet afkomstig uit de intensieve veehouderij), humus- en fulvinezuren en biochar. 

De beperking dat natriumchloride alleen afkomstig mag zijn van steenzout vervalt. De definitie voor calciumcarbonaat is verbreed. 
Wanneer een wijziging van belang is voor uw bedrijfsvoering, raden we u aan de exacte wijziging door te nemen in verordening 2019/2164

Voor Landbouw: gewasbeschermingsmiddelen 
Nieuwe gewasbeschermingsmiddelen zijn toegevoegd aan bijlage II. Dit zijn Maltodextrine, Terpenen (eugeniol, geraniol en thymol. Let op: deze stoffen zijn nog niet toegelaten in Nederland), Cerevisaan,  
Waterstofperoxide (alleen als zaadbehandeling) en Natriumchloride (niet toegestaan als herbicide) 

De beperking op het gebruik van ethyleen is verwijderd en de definitie van pyrethrines is verbreed naar ‘alleen van plantaardige oorsprong’. 

Wanneer een van de bovengenoemde wijzigingen van belang is voor uw bedrijfsvoering, raadt Skal aan de exacte wijziging door te nemen in verordening 2019/2164. Let op: voor gewasbeschermingsmiddelen gelden Europese en nationale beperkingen op gebruik. Deze kunt u terugvinden via de gebruiksvoorschriften op de website van het CTGB

Voor de diervoedersector: toevoegingsmiddelen 
Er zijn nieuwe toevoegingsmiddelen voor diervoeders toegevoegd aan Bijlage VI. Dit zijn E412 guarpitmeel, Extract van tamme kastanje als sensorisch toevoegmiddel en Vitamine 3a920 watervrije betaïne. 

Er zijn kleine wijzigingen/beperkingen in gebruik van de toevoegingsmiddelen E1 IJzer; E5 Mangaan, E6 Zink en E8 Seleen: het gebruik van natriumselenaat is niet meer toegestaan. 

Er wordt verduidelijkt welke stoffen gebruikt mogen worden bij kuilen. Dit zijn 1k237 Natriumformiaat, 1k280 Propionzuur en k281 Natriumpropionaat.  

Verder is de code van alle sporenelementen aangepast zoals het ook gebruikt wordt in het EU-register voor Diervoeder additieven (VO 1831/2003).  Wanneer een wijziging van belang is voor uw bedrijfsvoering, raden we u aan de exacte wijziging door te nemen in verordening 2019/2164

Let er verder op dat deze wijzigingen mogelijk consequenties hebben voor bestaande productspecificaties. U bent er zelf verantwoordelijk voor om recepturen en productspecificaties aan te passen indien noodzakelijk. 

Voor de levensmiddelensector: toevoegingsmiddelen 
Er zijn nieuwe toegestane additieven voor gebruik bij de vervaardiging van verwerkte biologische levensmiddelen (Bijlage VIII). Dit zijn Taragom, L(+)-melkzuur (via gisting verkregen), hopextract – indien beschikbaar van biologische oorsprong, pijnboomharsextract – indien beschikbaar van biologische oorsprong.  

Verder zijn er een aantal wijzigingen voor het gebruik van specifieke additieven. Als verduidelijking mag natriumnitriet en kaliumnitriet niet worden gecombineerd in hetzelfde product. Glycerol mag nu ook ‘als bevochtigingsmiddel in gelcapsules en als filmomhulsel van tabletten’. Talk (E553b) mag nu alleen nog als oppervlaktebehandeling van worst. Carnaubawas (E903) mag vanaf nu ook ‘als verzachtende methode voor verplichte extreme koude behandeling van fruit als quarantainemaatregel tegen schadelijke organismen’, Natriumhydroxide mag nu ook voor de bereiding van eiwithoudende extracten van planten. Azijnzuur/azijn mag alleen voor visverwerking.  

Let op dat deze wijzigingen mogelijk consequenties hebben voor bestaande productspecificaties. U bent er zelf verantwoordelijk voor om recepturen en productspecificaties aan te passen indien noodzakelijk. 

Vanaf 1 januari 2022 moeten de volgende stoffen biologisch geproduceerd zijn (in 2020 nog niet of alleen van biologische oorsprong): Lecithinen, Johannesbroodpitmeel, Guarpitmeel, Arabische Gom, Taragom, Gellangom, Glycerol en Carnaubawas.

Voor de wijnsector 
Op bijlage VIII bis zijn enkele kleine wijzingen doorgevoerd. Er zijn geen nieuwe stoffen toegevoegd op de lijst.  

Enkele toepassingen zijn gewijzigd voor de volgende stoffen.: 
Gistschillen (verwijderd bij punt 6, wel punt 5, 15 en 21), 
Geïnactiveerde gist (verwijderd bij punt 6, wel nog punt 51), 
Kopersulfaat is niet meer toegestaan. 

Wanneer een wijziging van belang is voor uw bedrijfsvoering, raden we u aan de exacte wijziging door te nemen in verordening 2019/2164.

Voor meer informatie:
Skal
info@skal.nl
www.skal.nl 

Publicatiedatum: