Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
KemperKip gaat zelf meerdere nieuwe stallen plaatsen

"Het streven is om het importpercentage onder de 20% te laten dalen"

Consumenten die weleens biologische kip kopen bij hun lokale, biologische poelier of boerderijwinkel, hebben grote kans dat zij dan een KemperKip in handen hebben. Een ruime meerderheid van de Nederlandse bio-kipproductie is aangesloten bij dit concept. Wat houdt het concept in en is dit een goed voorbeeld voor andere diersectoren? Reudink vraagt het Herman Kemper.

De roots van Herman liggen in de Achterhoek waar zijn opa in 1923 startte met een veevoerbedrijf. Na het doorlopen van de Molenaarsschool besloot Herman echter om het roer om te gooien. Gedreven om 'ouderwets' lekkere producten in de markt te zetten, ontstond het concept KemperKip. "Door het gebruik van hetzelfde uitgangsmateriaal en dezelfde voersamenstelling krijg je een uniform eindproduct met een constante kwaliteit en smaak. En daar is de consument – en dus ook de retailer – naar op zoek", zo verklaart Herman zijn idee. "We begonnen met enkele vleeskuikenhouders en een vaste slachterij. Nu zijn zo'n vijfentwintig Nederlandse stallen aangesloten bij dit concept, waarvan ongeveer tachtig procent biologisch produceert. En de vraag naar biologisch kippenvlees groeit geleidelijk."

Strenge concepteisen
KemperKip levert twee eindproducten: de biologische Landhoen en een Maïs-Scharrelkip (niet bio). De Kemper Landhoen is door de Dierenbescherming onderscheiden met de maximale score van drie Beter Leven sterren. De langzaam groeiende veelal Hubbard-kuikens scharrelen en bewegen veel meer en geven daardoor steviger vlees. Het biologische voer is van zeer constante samenstelling, bestaat voor minimaal vijfenzestig procent uit granen en betrekt de integratie voor de biologische Landhoen-bedrijven bijna volledig via Reudink. De eisen aan de maximale stalomvang en de beschikbare ruimte plus uitloop per dier voldoen aan de EU-wetgeving voor biologische vleeskuikens.

Vaste voerwinst
Herman Kemper is de grondlegger en directeur van KemperKip.
"Een belangrijk argument voor vleeskuikenhouders om in te stappen is de minimaal gegarandeerde voerwinst", legt Herman uit. "De boeren ontvangen een vaste opbrengstprijs, die gebaseerd is op de voerprijs en de eendagskuikenprijs. De ondernemer betaalt daarnaast gas, licht, water, strooisel en overige huisvestingskosten. Kosten voor veearts, controles en onderzoeken zijn voor onze rekening. Als de voerprijs stijgt, dan ga ik om tafel met de retailers om een hogere opbrengstprijs te bespreken. De prikkel voor de ondernemers om het beter te doen zit vooral in het verbeteren van de voederconversie, beperken van uitval en huisvestingskosten."

Toekomstplannen
Ondanks het reeds hoge marktaandeel zit er nog volop groeipotentie in de afzetmarkt. Herman schetst het toekomstplaatje: "We kunnen de groei in de verkoop op productieniveau in Nederland niet bijhouden. Op dit moment importeer ik een groot gedeelte van het kippenvlees van buitenlandse productielocaties. Uiteraard voldoen deze ook aan de strenge concepteisen. Nieuwe pluimveehouders vinden in Nederland is namelijk lastig vanwege de hoge eisen aan huisvesting, benodigde ruimte en productierechten. Alleen als een bestaande stal makkelijk om te bouwen is en er is voldoende ruimte voor uitloop, biedt conceptdeelname een goed perspectief voor de Nederlandse boer." Om het importpercentage te laten dalen heeft KemperKip daarom besloten om zelf meerdere nieuwe stallen te plaatsen onder bewind van één bedrijfsleider. De vergunningen daarvoor zijn rond. "Het streven is om het importpercentage onder de twintig procent te laten dalen", verduidelijkt Herman het plan.

Blauwdruk andere sectoren
Op de vraag of een dergelijk concept ook in andere sectoren werkt antwoordt Herman: "Een sterk concept valt of staat met goede ketenregie en betrouwbare afspraken. Vraag en aanbod moeten in balans zijn. De kracht van ons concept is de constante kwaliteit, de strakke ketenregie en de gegarandeerde voerwinst voor de boer", denkt Herman. "Zorg dat er geen overproductie is, zodat de verkoopprijs op peil blijft. En doe geen concessies in bijvoorbeeld de voersamenstelling bij een stijgende grondstoffenprijs. De kwaliteit en constantheid van het eindproduct moet je te allen tijde kunnen garanderen."

Kijk voor meer informatie of deelname op www.kemperkip.com.

Publicatiedatum: